22/23 KB 16 SeP Les 8+9 Schrijfvaardigheid kaartje

15. September
Am Ende kannst du:
Karte schreiben mit Wörterbuch
beschrijven dat je iets leuk vindt 
verschil opnoemen tussen nach, zu, in
in een kaartje de juiste vertaling van naar verwerken
het voltooid deelwoord in het kaartje verwerken


1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

15. September
Am Ende kannst du:
Karte schreiben mit Wörterbuch
beschrijven dat je iets leuk vindt 
verschil opnoemen tussen nach, zu, in
in een kaartje de juiste vertaling van naar verwerken
het voltooid deelwoord in het kaartje verwerken


Slide 1 - Tekstslide

Zu tun
Hausaufgaben besprechen
nach, zu, in erklären
An die Arbeit

Slide 2 - Tekstslide

Et opdr. 16 blz. 9
Klassikaal bespreken
tip: maak aantekeningen --> alles is om te oefen en wordt leeroverzicht

Slide 3 - Tekstslide

Nach, zu , in
Ich gehe zu meiner Freundin
Ich fahre nach Berlin
Du gehst in das Kino?
Wir gehen in die Schule?
Er geht zu der Schule
30 sek in Zweiergruppe 
Was bedeuten diese Wörter?
Was wisst du noch von den Richtungen nach, zu in?
Schreibt es an die Tafel.

Slide 4 - Tekstslide

in
Wir fahren in die Stadt.
Wir fahren in die Schweiz.
Wir fliegen in die USA.

Als je In gebruikt kondig je eigenlijk al aan dat je ergens ook naar binnen gaat. Als je een film gaat kijken in de bioscoop ga je “ins Kino’, want je kan natuurlijk niet een film kijken als je buiten blijft staan.
Bij landen MET LIDWOORD.


Slide 5 - Tekstslide

zu
Ich fahre zum Bahnhof.
Wir fahren zur Arbeit
Ich gehe zu Sylvia.
Ich gehe zum Zahnarzt.
Sie gehen zu ihm.
Je gebruikt zu als je ergens naartoe gaat. het betekent vooral: in die richting. Je zegt nog niet dat je ook  de supermarkt in gaat, alleen dat je er naartoe gaat. En bij personen.

Slide 6 - Tekstslide

 nach
nach Spanien fahren
nach London fahren
nach Süden fahren

vaste combinaties --> naar links, naar rechts, naar huis
aardrijkskundige namen ZONDER lidwoord 

Slide 7 - Tekstslide

An die Arbeit
Seite 185 Aufgabe 28
5 minuten machen
5 Minuten besprechen

Slide 8 - Tekstslide

Verschiedene Karte
alles informell
Wochenendekarte
allgemeine Karte
Urlaubskarte
Geburtstagskarte

Seite 183 Aufgabe 25, 26 --> Einheben
Seite 187 Aufgabe 30 --> Einheben
Gebruik blz. 183/1 84  opdr. 25 en opdr. 26

Slide 9 - Tekstslide

  1. Beluister het fragment; beantwoord ondertussen de vragen;
  2. Lees daarna de tekst op de volgende bladzijde, pas je antwoorden desnoods aan;
  3. Bespreken opdrachten

Slide 10 - Tekstslide

Woordenschatopdracht

Slide 11 - Tekstslide

  1. Beluister het fragment; beantwoord ondertussen de vragen;
  2. Lees daarna de tekst op de volgende bladzijde, pas je antwoorden desnoods aan;
  3. Bespreken opdrachten

Slide 12 - Tekstslide