4.6 Zwangerschap

H4 Voortplanting en seksualiteit
H4.6 Zwangerschap
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

H4 Voortplanting en seksualiteit
H4.6 Zwangerschap

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
- Herhalen 
- Lesdoelen § 4.6 zwangerschap 
- Uitleg 
- Check lesdoelen
- Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Welk voorbehoedsmiddel beschermt je tegen SOA's?
A
de pil
B
condoom
C
spiraaltje
D
vrouwencondoom

Slide 3 - Quizvraag

Welk voorbehoedsmiddel is makkelijk verkrijgbaar?
A
de pil
B
condoom
C
spiraaltje
D
pessarium

Slide 4 - Quizvraag

Welk voorbehoedsmiddel zorgt er voor dat er geen eisprong plaats vindt?
A
de pil
B
condoom
C
spiraaltje
D
pessarium

Slide 5 - Quizvraag

Welk onderdeel is voornamelijk verantwoordelijk voor het veroorzaken van een orgasme?
A
Balzak
B
Penis
C
Zwellichaam
D
Eikel

Slide 6 - Quizvraag

Welk deel van het mannelijk en vrouwelijk voortplantingsorgaan hebben eenzelfde functie?
A
clitoris en eikel
B
zwellichaam en vagina
C
vagina en urinebuis(bij een man)
D
zaadblaasjes en eierstokken

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de functie van de teelballen?
A
Zaadcellen maken
B
Zaadcellen tijdelijk bewaren
C
Vocht toevoegen aan de zaadcellen
D
Zaadcellen vervoeren

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de functie van de zaadblaasjes?
A
Zaadcellen maken
B
Zaadcellen tijdelijk bewaren
C
Vocht toevoegen aan de zaadcellen
D
Zaadcellen vervoeren

Slide 9 - Quizvraag

Welk voorbehoedsmiddel beschermt ook tegen SOA's?
A
Condoom
B
Nuva-ring
C
Spiraaltje
D
Zaaddodende pasta

Slide 10 - Quizvraag

Welk voorbehoedsmiddel kan het langst worden gebruikt?
A
Condoom
B
Nuva-ring
C
Spiraaltje
D
Zaaddodende pasta

Slide 11 - Quizvraag

4.6 Zwangerschap

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoelen 
  • Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij de mens verloopt.
  •  Je kunt beschrijven hoe een zwangerschap verloopt.
  • Je kunt uitleggen wat prenataal onderzoek is en hiervan voorbeelden noemen.


Slide 13 - Tekstslide

Bevruchting
  •  De bevruchting van een eicel door een zaadcel vindt plaats in een eileider. 
  • Bij bevruchting versmelt de kern van een mannelijke geslachtscel met de kern van een vrouwelijke geslachtscel.en                                                                                 

Slide 14 - Tekstslide

Innesteling



  • bevruchte eicel deelt zich
  • klompje cellen wordt via eileider vervoert naar baarmoeder
  • zet zich vast in slijmvlies baarmoeder--> er vindt geen menstruatie plaats
  • vrouw is zwanger
  • innesteling 5 a 7 dagen na ovulatie
  • klompje cellen groeit uit tot kind --> na ongeveer 38 wkn: geboorte

Slide 15 - Tekstslide

1
Zaadcellen komen binnen bij de vagina
2
Zaadcellen zwemmen door de baarmoeder, naar de eileiders
3
1 zaadcel bevrucht de eicel in de eileider.
Zonder eicel gaan de zaadcellen dood
1
Eicel komt vrij uit de eierstok = ovulatie/eisprong
2
Eicel wordt bevrucht door zaadcel en gaat delen of
Eicel wordt niet bevrucht gaat dood
3
Eerste delingen bevruchte eicel
4
Innesteling van de bevruchte eicel, ontwikkelt zich tot embryo

Slide 16 - Tekstslide

Zwangerschap
  • eerste weken; embryo --> voeding via baarmoederslijvlies
  •  vanaf 8e week tot geboorte: foetus -->   voeding via placenta/moederkoek
  • placenta is speciaal deel baarmoederwand:  hierin stroomt bloed in bloedvaten embryo vlak langs bloed van moeder
  • hierdoor kunnen stoffen (O² en CO², voedingsstoffen en afvalstoffen) uitgewisseld worden
  • bloed van moeder stroomt niet door embryo
  • embryo is via navelstreng verbonden met placenta

Slide 17 - Tekstslide

Foetus
  • om foetus liggen 2 vruchtvliezen
  • daar binnen: vruchtwater
  • bescherming tegen stoten,                                                uitdroging  en wisseling temperatuur
  • baby kan zich hierin bewegen

Slide 18 - Tekstslide

Echografie en prenataal onderzoek
  • +/-  10 weken een echo (geluidsgoven): bepaling hoeveel weken zwanger, berekening geboorte 
  • Prenataal onderzoek: onderzoek op aangeboren afwijking, erfelijke ziekte of geslacht (niet verplicht)

  • 9-14 wkn: combinatietest --> test syndroom van Down
  • na 11 wkn: NIPT --> DNA onderzoek via bloed of er erfelijke ziekte is (wetenschappelijk onderzoek). 
  • na 20 wkn: echo --> onderzoek afwijkingen hart, hersenen, organen, ledematen en geslacht
  • pretecho

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Leerdoelen 
  • Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij de mens verloopt.
  •  Je kunt beschrijven hoe een zwangerschap verloopt.
  • Je kunt uitleggen wat prenataal onderzoek is en hiervan voorbeelden noemen.


Slide 21 - Tekstslide

Hoeveel weken na de bevruchting vindt de geboorte ongeveer plaats?
A
36
B
38
C
40
D
42

Slide 22 - Quizvraag


Waar vindt de innesteling van de bevruchte eicel plaats?
A
eierstok
B
eileider
C
baarmoeder
D
vagina

Slide 23 - Quizvraag

Aan de slag

Online mk en lr § 4.6 opdr 1, 2, 3, 5, 7 en 8

Dit is tevens huiswerk. 

Slide 24 - Tekstslide