7.1 Een nieuwe wereldorde

7.1 Een nieuwe wereldorde
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

7.1 Een nieuwe wereldorde

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht
Maak vraag 1.

Slide 2 - Tekstslide

Je leert in deze paragraaf

Slide 3 - Tekstslide

Veranderingen in de EU
  • De EU groeit
  • Economische crisis in 2008
  • Arabische lente (Radicalisering) -> vluchtelingencrisis.
  • Rusland VS Oekraïne  
  • Klimaatverandering

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Vluchtelingencrisis

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Brexit

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Opdrachten
Maak vraag 2, 3, 4.


Slide 11 - Tekstslide

De VS als wereldleider
De VS werden na de Tweede Wereldoorlog wereldleider. 

  • De VS kregen grote economische, culturele en militaire invloed op hun bondgenoten en de rest van de wereld.

Vanaf 1980 werden in de VS de tegenstellingen tussen de politieke partijen steeds groter. Welk begrip past daarbij?
  • polarisatie

Wat was het gevolg van de polarisatie?
De bevolking raakte verdeeld en de VS gingen zich meer op hun eigen land richten, maar de invloed bleef groot.


Slide 12 - Tekstslide

Opdracht
Maak vraag 5 en 6.

Slide 13 - Tekstslide

De opkomst van China
Waardoor werd China belangrijker?
  • Door zijn grote productie.
China probeert wereldleider te worden door:
  • de bouw van nieuwe verbindingen met de Nieuwe Zijderoute,
  • de Zuid-Chinese Zee te claimen om aardolie en aardgas te krijgen.
  • (BRICS Landen)


Slide 14 - Tekstslide

Opdracht
Maak vraag 7.

Slide 15 - Tekstslide

De opkomst van India
Ook India is een opkomende economie. Toen na de Tweede Wereldoorlog India onafhankelijk werd, werd de economie door de overheid gestuurd. Waardoor groeide vanaf 1990 de economie?
  • Er werden meer bedrijven toegestaan.
Slechts een derde deel van de bevolking woont in steden. Het grootste deel is arm. Er is veel inkomensongelijkheid
  • Een oneerlijke verdeling van de rijkdom, met erg rijke en erg arme mensen.





Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht
Maak vraag 8 en 9.

Slide 18 - Tekstslide

Lesdoelen herhalen

Slide 19 - Tekstslide