Olympos les 3 praesens

• Grieks
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Grieks werkwoord

praesens

Werkwoord

ev

mv

1e

1e

2e

2e

3e

3e

geb wijs

geb wijs

inf

jullie

wij

zij

ik

hij/zij/het

jij

jij moet

jullie moeten

(om) te

Werkwoord

ev

mv

1e

1e

2e

2e

3e

3e

geb wijs

geb wijs

inf

ετε

ομεν

ουσι(ν)

ω

ειν

εις

ε

ετε

ει

θαυμαζετε

1. ik bewonder
2. wij bewonderen
3. zij bewonderen
4. jullie bewonderen

ἀποθνῄσκεις

1. ik sterf
2. jullie sterven
3. hij sterft
4. geen van deze antwoorden

Wat betekent 'ἀποθνῄσκεις' dan wel?

ἐθελω

1. wij willen
2. zij willen
3. jullie willen
4. geen van deze antwoorden

Wat betekent 'ἐθελω' dan wel?

φευγετε

1. jij vlucht
2. jullie vluchten
3. jullie moeten vluchten
4. geen van deze antwoorden

λυομεν

1. jullie maken los
2. wij maken los
3. jullie moeten losmaken
4. geen van deze antwoorden

χαιρειν

1. wij zijn blij
2. jullie zijn blij
3. zij zijn blij
4. geen van deze antwoorden

Wat betekent 'χαιρειν' dan wel?

ἀεί

1. jij geneest
2. zij geneest
3. zij genezen
4. geen van deze antwoorden

Wat betekent 'ἀεί' dan wel?