5.2 Waar kun je werken

3 MAVO
5.2 Waar kun je werken?
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

3 MAVO
5.2 Waar kun je werken?

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen 5.2

- Welke ondernemingsvormen zijn er?
- Hoe is een bedrijf georganiseerd?

- In welke sectoren kun je werken?

Slide 2 - Tekstslide

Arbeidsmotieven

- nuttig zijn

- zinvol bezig

- contacten met anderen

Slide 3 - Tekstslide

Ondernemingsvormen
  • eenmanszaak
  • zelfstandige zonder personeel (zzp-er)
  • vennootschap onder firma (vof)
  • besloten vennootschap (bv)
  • naamloze vennootschap (nv)
  • stichting

Slide 4 - Tekstslide

Zzp-er
Iemand die zelfstandig werkt, heeft dus een eigen onderneming. Een zzp-er is een ondernemer zonder personeel.

Slide 5 - Tekstslide

Eenmanszaak
Er is één eigenaar die zelf de leiding heeft. De eigenaar kan wel personeel in dienst hebben.

Slide 6 - Tekstslide

V.O.F.
Vennootschap onder firma: er zijn twee of meer eigenaren (vennoten of firmanten) die samen de leiding hebben.

Slide 7 - Tekstslide

BV en NV
Een bv (= besloten vennootschap) en een nv (= naamloze vennootschap) zijn ondernemingsvormen waarbij het privégeld van de eigenaren en het geld van de onderneming strikt van elkaar gescheiden zijn. De eigenaren zijn aandeelhouders.

Slide 8 - Tekstslide

Stichting
Een stichting is een rechtspersoon die is opgericht om een bepaald doel na te streven anders dan winst. Een stichting wordt door één of meerdere personen opgericht. Veel stichtingen streven een sociaal of maatschappelijk doel na. Een stichting moet volgens de wet een bestuur hebben.

Slide 9 - Tekstslide

Organigram
Een schema dat laat zien hoe een onderneming is georganiseerd.

Slide 10 - Tekstslide

Arbeidsverdeling
Ieder zijn eigen taak: werk verdelen over verschillende personen. 

Als iedereen geschikt is voor zijn of haar taak verloopt het werk snel en goed.

Slide 11 - Tekstslide

Productiesectoren
Primaire
Landbouw, mijnbouw en visserij.
Secundaire
Industrie & bouw
Tertiaire
Commerciële dienstverlening (bijv. kapper, marktkoopman, winkels en horeca) 

Winst als doelstelling
Quartaire
Niet-commerciële instellingen (bijv. leraar, politieman, arts en brandweer)

Hoeft geen winst te maken

Slide 12 - Tekstslide

Wat hebben we geleerd?

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag!

Oefenopgaven 5.1 & 5.2 maken

Slide 14 - Tekstslide

Bij welke ondernemingsvorm is de directeur in loondienst?
A
Eenmanszaak
B
VOF
C
NV
D
BV

Slide 15 - Quizvraag

Welke van onderstaande bedrijven geeft aandelen uit?
A
NV
B
Eenmanszaak
C
CV
D
VOF

Slide 16 - Quizvraag

Welke ondernemingsvorm geeft aandelen uit die vrij verhandelbaar zijn?
A
NV
B
BV
C
CV
D
VOF

Slide 17 - Quizvraag

Welke ondernemingsvorm is een rechtspersoon?
A
CV
B
NV
C
VOF
D
Eenmanszaak

Slide 18 - Quizvraag

Welk van de vier is GEEN ondernemingsvorm?
A
Eenmanszaak
B
V.O.F
C
B.V.
D
A.P.

Slide 19 - Quizvraag

Wat betekent de afkorting KvK?
A
Kamer voor kooplieden
B
Kamer van Handel
C
Koopwaar en Koophandel
D
Kamer van Koophandel

Slide 20 - Quizvraag

Tot welke sector behoort de appelboer?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 21 - Quizvraag

Welke beroepen kom je tegen in de tertiaire sector?
A
kapper
B
boer
C
taxichauffeur
D
leraar

Slide 22 - Quizvraag

Wat hoort niet thuis in de quartaire sector?
A
ziekenhuis
B
brandweer
C
school
D
bank

Slide 23 - Quizvraag

Aan de slag!

5.2 lezen & maken

Slide 24 - Tekstslide