Test jezelf H3. Deel 3.1 en 3.2

Test jezelf. 
Hoofdstuk 3. Samen leven 

    1 / 23
    volgende
    Slide 1: Tekstslide
    Mens en MaatschappijVoortgezet speciaal onderwijs

    In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

    Onderdelen in deze les

    Test jezelf. 
    Hoofdstuk 3. Samen leven 

      Slide 1 - Tekstslide

      Leerdoelen 3.1 
      • Je weet wat multiculturele samenleving betekent.
      • Je weet wat land van herkomst, allochtoon en autochtoon betekenen.
      • Je kent enkele redenen waarom mensen naar Nederland kwamen.
      • Je weet wat migratie en imigratie betekent.
      • Je weet wat push- of pullfactoren zijn.

      Slide 2 - Tekstslide

      Een samenleving met vele verschillende culturen bij elkaar.
      A
      Multiculturele samenleving
      B
      Gastarbeiders
      C
      Allochtonen
      D
      Immigranten

      Slide 3 - Quizvraag


      Mensen met tenminste één niet in Nederland geboren ouder.
      A
      Multiculturele samenleving
      B
      Gastarbeiders
      C
      Allochtonen
      D
      Immigranten

      Slide 4 - Quizvraag


      A
      Allochtoon
      B
      Autochtoon

      Slide 5 - Quizvraag

      Autochtoon of allochtoon? Burak is geboren in Nederland. Zijn ouders komen oorspronkelijk uit Turkije.
      A
      autochtoon
      B
      allochtoon

      Slide 6 - Quizvraag

      Mensen uit het buitenland die in Nederland komen werken.
      A
      Multiculturele samenleving
      B
      Gastarbeiders
      C
      Allochtonen
      D
      Immigranten

      Slide 7 - Quizvraag

      De Nederlandse staat bekijkt hoeveel mensen uit Nederland vertrekken naar het buitenland.

      Naar welke groep kijkt de Nederlandse staat?
      A
      Emigranten
      B
      Immigranten
      C
      Migranten
      D
      Multicultureel

      Slide 8 - Quizvraag


      Welke groep migranten komen de laatste tien jaar vooral naar Nederland?
      A
      Polen en Bulgaren
      B
      Turken en Marokkanen
      C
      Surinamers en Antilianen
      D
      Amerikanen en Cubanen

      Slide 9 - Quizvraag

      Push en pullfactoren
      Dit zijn redenen om te gaan verhuizen naar een ander land.
      Wat betekent pull?
      Wat betekent push?

      Slide 10 - Tekstslide

      Leerdoelen 3.2 
      • Je kent de belangrijkste dingen over het Romeinse rijk.
      • Je weet waar de limes van het Romeinse rijk liep.
      • Je weet in welk tijdvak deze tijd thuishoort behoort en in welke tijd deze periode geplaatst hoort te worden. 

      Slide 11 - Tekstslide


      In welke tijd leefden de Romeinen?
      A
      Oudheid
      B
      Middeleeuwen

      Slide 12 - Quizvraag


      Welke afbeelding hoort bij Grieken en Romeinen?
      A
      B
      C
      D

      Slide 13 - Quizvraag


      De leider van de Romeinen was een...
      A
      Koning
      B
      Soldaat
      C
      Dictator
      D
      Keizer

      Slide 14 - Quizvraag


      Hoelang duurde de tijd van Grieken en Romeinen?
      A
      van 3000 v.C. tot 100 n.C
      B
      van 3000 v.C. tot 500 n.C
      C
      van 3000 v.C. tot 1000 v.C
      D
      van 3000 v.C. tot 1500 n.C.

      Slide 15 - Quizvraag


      Asterix en Obelix zijn……..
      A
      Romeinen
      B
      Galliërs
      C
      Grieken
      D
      Ottomanen

      Slide 16 - Quizvraag


      Wat bedoelen we met Romanisering?

      Slide 17 - Open vraag

      Wat hoort niet bij de Romeinse cultuur?
      A
      Olympische spelen
      B
      Geloof in vele goden
      C
      Grote beelden van goden en keizers
      D
      Goede militaire training

      Slide 18 - Quizvraag

      Hoe noemden de Romeinen hun grens?
      A
      Legioen
      B
      Aquaduct
      C
      Limes

      Slide 19 - Quizvraag

      Slide 20 - Link

      Slide 21 - Video

      Slide 22 - Link

      Slide 23 - Link