Woorden van de week en formeel/ informeel

Welkom

1. Ga zitten volgens de plattegrond en blijf zitten tijdens de les.
Nederlands
2. Op je tafel liggen:
Leesboek, Lesboek, Schrift en Pen.
3. Als de docent praat ben je stil.
Luister naar elkaar.
4. We houden het lokaal netjes.
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1,2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom

1. Ga zitten volgens de plattegrond en blijf zitten tijdens de les.
Nederlands
2. Op je tafel liggen:
Leesboek, Lesboek, Schrift en Pen.
3. Als de docent praat ben je stil.
Luister naar elkaar.
4. We houden het lokaal netjes.

Slide 1 - Tekstslide

Planning vandaag 23 juni 2025
  1. 🎯 Lesdoelen uitleggen (5 min)
  2. 🧑‍🏫 Uitleg formeel en informeel (10 minuten)
  3. 📝 Woorden van de week (5 min)
  4. 🛠️Opdrachten maken (10 min)  
  5. 📖 Leesmoment (10 min)
  6. 💬Evaluatie van de les (5 min) 

Slide 2 - Tekstslide

Aantekeningen maken
Let goed op tijdens de uitleg, luister mee en maak aantekeningen. 
Blijf stil en steek je vinger op bij vragen.

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
📝 Ik weet wat formeel en informeel is.
📝 Ik ken de woorden van de week en kan ze gebruiken.



Slide 4 - Tekstslide

Waar gebruik je formele taal?



Wat betekent informeel?

Slide 5 - Tekstslide

Start opdracht 
Hoe spreek je tegen de degene op de foto?
Wat zeg je? 
Hoe neem je afscheid?  

Slide 6 - Tekstslide

Formeel taalgebruik
•Formeel taalgebruik = taal die bijzonder netjes is.

 Deze taal gebruik je voor bepaalde brieven of sommige ontmoetingen. Als je met de burgermeester of minister praat bijvoorbeeld of in een sollicitatiebrief. Je gebruikt het als je contact hebt met mensen die je niet zo goed kent of met mensen die belangrijk zijn.

 > netjes  >je gebruikt vaak u in de zinnen  > serieuze situaties > beetje stijf. 

Slide 7 - Tekstslide

Informeel taalgebruik
 •Informeel taalgebruik = taal voor gesprekken met
vrienden, bekenden en familie. 

Je gebruikt het als je praat met je ouders, vrienden of als je een berichtje schrijft naar een vriend. 

> gezellig  > minder serieuze situaties >  je- en jij-vorm > losser

Slide 8 - Tekstslide

Kijk naar de volgende zinnen

Geachte meneer de Vries

Beste Claudia

Heeeeeeeeeey

Ha gozer, ga je mee naar de winkel?

Ik zou het zeer op prijs stellen dat u me spoedig belt

Groetjes

xoxoxoxoxoxoxoxo

Met vriendelijke groet


Slide 9 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van formeel taalgebruik?
A
Jo! gast fijn je weer te zien!
B
He Henk, ga je naar de winkel?
C
Bedankt voor uw mail.
D
Groetjes..

Slide 10 - Quizvraag

Gaat het in de onderstaande zin om formeel of informeel taalgebruik?

Geachte meneer Jansen,
A
formeel
B
informeel

Slide 11 - Quizvraag

Gaat het in de onderstaande zin om formeel of informeel taalgebruik?

Bij voorbaat dank voor uw reactie.
A
formeel
B
informeel

Slide 12 - Quizvraag

Gaat het in de onderstaande zin om formeel of informeel taalgebruik?

Laat je snel iets van je horen?
A
formeel
B
informeel

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

Slide 15 - Tekstslide

Woorden van de week
🔹 Direct
🔹Doel



Slide 16 - Tekstslide

Lees 📖
Lees de teksten en de opdrachten goed.
Maak✏️
Eerst het werkblad en daarna uit je lesboek Cursus 4 § 5 Formeel en informeel opdracht 1 t/m 5 blz.  94-95
Hoe💬
In je eigen schrift, je mag fluisterend overleggen met je schoudermaatje en vragen stellen aan je docent.
Tijd⏳
15 minuten 
Klaar?✅
1.  Laat je werk zien aan de docent;
2. Maak de puzzels in je lesboek of ga lezen.

Leerdoelen🎯
1. Ik weet wat formeel en informeel is en kan het herkennen.
2. Ik kan de woorden van de week gebruiken.
timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

timer
10:00
10 minuten in stilte zelfstandig lezen.

1

Slide 19 - Tekstslide

timer
5:00

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link

Tot de volgende les!

Slide 22 - Tekstslide

Tot morgen!
Tot morgen!

Slide 23 - Tekstslide