In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
ecologie thema 6 basisstof 3 en 4
Slide 1 - Tekstslide
Begrippen bs 1
Biotische factoren
Abiotische factoren
niveaus van de ecologie: individu, populatie, levensgemeenschap en ecosysteem.
Begrippen bs 2
planteneter-herbivoor
vleeseter-carnivoor
alleseter-omnivoor
voedselweb
voedselnet
fotosynthese
producenten
consumenten
reducenten
Slide 2 - Tekstslide
Licht, lucht, temperatuur, soortgenoten en ziekteverwekkers behoren tot ..
A
Biotische factoren
B
Abiotische factoren
C
Beide factoren
D
Geen van beide factoren
Slide 3 - Quizvraag
Wat zie je op de afbeelding?
A
Levensgemeenschap
B
Ecosysteem
C
Populatie
D
Individu
Slide 4 - Quizvraag
Wat zijn biotische en wat zijn abiotische factoren?
Biotische factoren
Abiotische factoren
Nestgelegenheid
Soortgenoten
Ziekteverwekkers
Voedsel
Roofdieren
Licht
Zuurtegraad
Lucht
Temperatuur
Slide 5 - Sleepvraag
kringloop water
in de zee en oceanen zit het meeste water van aarde. zo'n 75%.
als het warm is verdampt hieruit het water dat in waterdamp gaat zitten.
Slide 6 - Tekstslide
de ontstaande waterdamp gaat omhoog waar het kouder is hier condenseert het weer en ontstaat er een wolk met waterdruppels.
hieruit kan neerslag ontstaan
Slide 7 - Tekstslide
de neerslag wordt of opgenomen of via de grond, rivieren en meren terug gebracht naar de zee en oceanen.
nu is de kringloop compleet
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
koolstof
koolstof is een stof die opverschillende manier vrij kan komen.
in lucht als koolstofdioxide
in energierijkestoffen (abiotisch)
in glucose
in dierelijke energierijke stoffen (biotisch)
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
piramide van aantallen
als je binnen een voedselketen kijkt zie je vaak dat je in de eerste schakels meer organisme nodig hebt dan in de laatste.
in een piramide van aantallen wordt dit weergegeven.
Slide 12 - Tekstslide
het aantal tussen schakels hoef niet altijd af te nemen.
zie het voorbeeld hiernaast waarbij er minder bomen nodig zijn dan comsumenten 1e orde.
Slide 13 - Tekstslide
schematische weergave
Slide 14 - Tekstslide
piramide van biomassa
elk organisme draagt een bepaald aantal energierijke stoffen bijzich.
het totale gewicht die het organisme bij zich draagt aan energierijke stoffen noemen we biomassa.
piramide van biomassa kan er anders uitzien dan de piramide van aantallen
Slide 15 - Tekstslide
verschil
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
wat is de volgorde van een voedselketen?
A
afvaleter-producent-consument-reducent
B
reducent-afvaleter-consument-producent
C
producent-consument-afvaleter-reducent
D
producent-reducent-consument-afvaleter
Slide 18 - Quizvraag
In de koolstofkringloop worden dode dieren afgebroken tot anorganische stoffen. Door welke groep wordt dat gedaan?
A
Producenten
B
Reducenten
C
consumenten
D
producenten
Slide 19 - Quizvraag
In een piramide van aantallen neemt het aantal individuen in elke volgende schakel altijd af.
A
juist
B
onjuist
Slide 20 - Quizvraag
Als je kijkt naar wat dieren eten, kun je ze onderverdelen in vleeseters, planteneters en alleseters. Tot de piramide van aantallen van afbeelding 1 behoren ook vleeseters.
Tot welke schakel of schakels van afbeelding 1 behoren de vleeseters? Kruis alle goede antwoorden aan.
A
Tot schakel 1
B
Tot schakel 2
C
Tot schakel 3
D
Tot schakel 4
Slide 21 - Quizvraag
Huiswerk
na het maken van deze les ga je het huiswerk maken via de digitale leeromgeving.
Je hebt de opdrachten van hoofdstuk 6 Ecologie bs 1 en 2 al gemaakt