Afsluiting AT8 13 maart
1 / 16
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
de auto of het auto???
A
de
B
het
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Techniek en wetenschap:
Welk auto-onderdeel mengt lucht met vloeibare brandstof?
Welk auto-onderdeel mengt lucht met vloeibare brandstof?
A
batterij
B
carburator
C
distributieriemen
D
motor
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Brandblussers
Alarmnummer
Gereedschap
Zwaailicht
Slang
Spiegel
Ladder
Wiel
Slide 6 - Sleepvraag
Doen:
Als de brandweermensen hun pak aan hebben stappen ze in de brandweerauto.
Maar wat zit er allemaal in de auto? Kies uit de verschillende onderdelen en sleep het woord naar de goede plek rondom de auto. Visueel (de grootte van de kaders) kun je ook zien welk woord waar hoort.
Klik op: "controleren" en bespreek indien nodig de juiste antwoorden.
Deze ontdek je door op "toon antwoord" te klikken.
Als de woorden op de goede plek staan, is de auto "uitrukgereed". Klaar om naar een incident te gaan.
Zet de sirene aan als als je op weg gaat naar de brand. Klik op het geluidsicoon bij het zwaailicht en je hoort de sirene.
Welk beroep houdt zich bezig met het repareren van auto's?
A
Electricien
B
Automonteur
C
Loodgieter
D
Stukadoor
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een kapotte auto
Een lekke band
Bij pech
Een ketting
Een voertuig
is iets waarmee je van plaats A naar plaats B kunt komen.
kun je in de garage laten repareren.
is onderdeel van een fiets.
kun je bij de fietsenmaker laten maken.
kun je de wegenwacht bellen.
Slide 8 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
schrijf 10 bekende auto-merken op
Slide 9 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Bij techniek gebruik je
montage gereedschap.
Hoe heet dit gereedschap?
montage gereedschap.
Hoe heet dit gereedschap?
A
steeksleutel
B
figuurzaagsleutel
C
ringsleutel
D
inbussleutel
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe heet dit gereedschap?
A
Bektang
B
Knijptang
C
Combinatietang
D
Karteltang
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
het gereedschap
de afmetingen
vervangen
de gebruiksaanwijzing
Slide 13 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk gereedschap is dit?
A
Liniaal
B
Duimstok
C
Rolmaat
D
Winkelhaak
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
schrijf 10 soorten gereedschap op
om mee in huis te klussen
om mee in huis te klussen
Slide 15 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
