Communicatie 3,4,5

Communicatie 3,4,5
(Online) communicatiebegrippen & instrumenten
Wettelijke bepalingen & gedragscodes
Strategische opties voor het communicatiebeleid
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
Marketing & CommunicatieMBOStudiejaar 2,4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Communicatie 3,4,5
(Online) communicatiebegrippen & instrumenten
Wettelijke bepalingen & gedragscodes
Strategische opties voor het communicatiebeleid

Slide 1 - Tekstslide

Een onderneming kan het bezoek aan haar eigen website stimuleren door links op de website van andere organisaties te laten plaatsen. De onderneming betaalt dan voor iedere aankoop die via zo'n link tot stand komt.

Van welke online communicatievorm / instrument is hier sprake?


A
Affiliate marketing
B
Link-building
C
Webvertising
D
Appvertising

Slide 2 - Quizvraag

Een bedrijf verstuurt een digitale nieuwsbrief naar zijn klanten met een gerichte promotionele actie. Van welke communicatievorm is hier sprake?
A
e-mailmarketing
B
Linkbuilding
C
affiliate marketing
D
Hagelmarketing

Slide 3 - Quizvraag

Wat is linkbuilding?
A
links op andere website naar jouw website
B
de zoekbalk op google
C
Hoger in google komen
D
Verschillende soorten social media bij elkaar

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het doel van linkbuilding in online marketing?
A
Meer bezoekers krijgen met linkjes op je eigen website.
B
Het betaald adverteren op andere kanalen.
C
Het plaatsen van linkjes op websites van anderen om meer bezoekers te krijgen en hoger te ranken op zoekmachines
D
Het organiseren van marketingactiviteiten over een bepaalde periode.

Slide 5 - Quizvraag

Zie de banner op deze website.
Deze verwijst naar jouw website.
Dit is een voorbeeld van:
A
Webvertising
B
Zoekmachinemarketing
C
Linkbuilding
D
Appvertising

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen Webvertising & Appvertising

Slide 7 - Open vraag

Wat is het doel van de Care-fase in het See-Think-Do-Care model?
A
Het verzamelen van leads
B
Het actief aansporen tot aankoop
C
Gerichte content die betrekking heeft op het gebruik van het aanbod
D
Conversie, zoals aankoop van een dienst of product

Slide 8 - Quizvraag

SEE-FASE
THINK-FASE
DO-FASE
Care-Fase
Merkbekendheid
Websitebezoekers
Sollicitanten
(product) demovideo
Interacties
Genereren van leads
Websiteconversies
FAQ / Service

Slide 9 - Sleepvraag

Wat past bij elkaar?
Incorrecte mails in je mailinglijst leiden tot een hogere 
Percentage van de ontvangers dat klikt op de aanbieding in de mail
Percentage van de geopende mails waarbij op de aanbieding geklikt wordt
Percentage van de mails dat geopend wordt
Opt-in
Opt-out
Bouncerate
Click-through rate (CTR)
Open rate

Slide 10 - Sleepvraag

Wat is het belangrijkste verschil tussen een advertorial en een advertentie?
A
Advertorial is altijd een tekst, advertentie is meestal een foto
B
Advertorial is door een journalist, advertentie door een bedrijf
C
Advertorial lijkt op een artikel, advertentie is duidelijk reclame
D
Advertorial wordt nooit betaald, advertentie altijd betaald

Slide 11 - Quizvraag

Content die wordt gemaakt door een merk waarin hun merknaam duidelijk zichtbaar is, doel: inspiratie, informatie en entertainment voor de doelgroep, er is hier sprake van:
A
Undercover advertisement
B
Non branded content
C
Branded content
D
Native advertising

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen branded content en Non-branded content?

Slide 13 - Open vraag

Wanneer een advertentie lijkt op de omliggende webpagina, noemen we dit:
A
Undercover Advertising
B
Branded Content
C
Non intrusive advertising
D
Native advertising

Slide 14 - Quizvraag

Kosten per 1000 vertoningen
Kosten per aangeleverde potentiele klant
Kosten per uitgevoerd "iets"
Kosten per download
Kosten per bestelling
Kosten per aangeklikte advertentie
Kosten per verkoop
CPM
CPL
CPS
CPC
CPO
CPA
CPD

Slide 15 - Sleepvraag

De organisator van een groot dance event plaatst na afloop een groot aantal foto’s van de bezoekers van het evenement op zijn website. Een van de bezoekers wil echter dat een foto waar hij op staat verwijderd wordt.

Welk recht is hier van toepassing?
A
Auteursrecht
B
Mediarecht
C
Portretrecht
D
contractenrecht

Slide 16 - Quizvraag

Volgens een makelaarskantoor lijkt het logo van een net gestarte concurrent te veel op het eigen logo.

Welk recht is hier in het geding?
A
Contractenrecht
B
Mediarecht
C
Merkenrecht
D
Portretrecht

Slide 17 - Quizvraag

auteursrecht is
A
het exclusieve recht van de maker van een creatieve werk
B
hetzelfde als creatieve commons
C
Het recht om zaken over te nemen van anderen
D
het recht om persoonlijke zaken geheim te houden.

Slide 18 - Quizvraag

Wat is AVG?
A
Algemene verordening gegevensbescherming
B
Algemene veiligheid gegevens
C
Algemene veiligheid gegevensbescherming
D
Algemene verordening gegevens

Slide 19 - Quizvraag

Waar maak je aanspraak op wanneer een product giftige stoffen blijkt te bevatten
A
Wet op de Garantie
B
Productaansprakelijkheid
C
Wet oneerlijke handelspraktijken
D
Koop op afstand

Slide 20 - Quizvraag

In welke wet wordt het gebruik van Cookies en andere trackingmethoden geregeld
A
Wet op de kansspelen
B
Aanvullende richtlijn telemarketing
C
Telecommunicatiewet
D
Wet koop op afstand

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het doel van Stichting Reclame Code?
A
De ethiek van advertenties bewaken
B
Informatie over personen veiligstellen en waarborgen
C
Toezicht houden op de mededinging en telecommunicatie
D
Eerlijke concurrentie tussen partijen

Slide 22 - Quizvraag

Wat is het doel van de Autoriteit Persoonsgegevens?
A
De ethiek van reclame naar burgers toe bewaken
B
Informatie over burgers veiligstellen en waarborgen
C
Toezicht houden op informatiestroom naar burgers
D
toezicht houden op correctheid van persoonsgegevens

Slide 23 - Quizvraag

SIRE is ....
A
de stichting die ideale reclame maakt voor kinderen
B
de stichting die probeert de verkoop van een product te stimuleren
C
de stichting die namens de overheid reclame maakt
D
de stichting die gericht is op het veranderen van gedrag

Slide 24 - Quizvraag

Het Communicatiekruispunt: sleep naar de juiste plek
Tweerichtingsverkeer
Eenrichtingsverkeer
Dialogiseren
Overreden
Beïnvloeden
Informeren

Slide 25 - Sleepvraag

Bij ... zorg je dat je in gesprek raakt met je doelgroep en je wilt hen overtuigen van jouw mening. Een goed voorbeeld van ... is lobbyen.
Welk begrip uit het communicatiekruispunt hoort op de puntjes?
A
Informeren
B
Overreden
C
Dialogiseren
D
Formeren

Slide 26 - Quizvraag

Er wordt een boodschap gecommuniceerd waarmee de doelgroep beïnvloed moet worden. Meestal gebeurt dit aan de hand van massacommunicatie.

Welk begrip uit het communicatiekruispunt hoort hierbij?
A
Informeren
B
Overreden
C
Dialogiseren
D
Formeren

Slide 27 - Quizvraag

Welke uitleg over owned media is juist?
A
Organisatie heeft de controle over content. Media in eigen beheer.​ ​
B
De organisatie betaalt voor publicatie(ruimte).​
C
Anderen plaatsen berichten (content) over de organisatie, zonder dat daar vergoeding tegenover staat.​
D
Deze content is zo overtuigend dat het "owned"

Slide 28 - Quizvraag

Een universiteit doet mee aan een race over ruim 3.000 kilometer, voor auto’s op zonne-energie. In de media wordt hieraan uitgebreid aandacht besteed. Onder welke categorie vallen deze media?
A
Earned media
B
Owned media
C
Paid media
D
Marketing bijvangst

Slide 29 - Quizvraag

Een farmaceutisch bedrijf wil een nieuwe pijnstiller promoten door het plaatsen van advertenties in medische tijdschriften

Van welk type media is hier sprake?
A
Earned media
B
Owned media
C
Paid media
D
onethische reclame

Slide 30 - Quizvraag

Welke communicatievorm hoort bij welke afbeelding?
Voorlichting
Propaganda
PR
Reclame

Slide 31 - Sleepvraag

Wat is het doel van public relations?
A
Alle publieksgroepen te informeren en positief te beïnvloeden.
B
Naamsbekendheid vergroten.
C
Gratis aandacht in media krijgen.
D
reclame maken zonder dat mensen dat door hebben

Slide 32 - Quizvraag

Een persoon die nooit koffie drinkt omdat hij of zij de smaak niet lekker vindt en in plaats daarvan altijd kiest voor thee of andere dranken. Deze consument heeft geen interesse in de koffiecategorie.
A
Brand Loyals
B
Brand Switchers
C
Other Brand Loyals
D
Non-Users

Slide 33 - Quizvraag

Een consument die vandaag Coca-Cola drinkt, maar morgen Pepsi koopt omdat Pepsi in de aanbieding is. Deze klant heeft geen vaste merkvoorkeur en laat zich vooral leiden door prijsvoordeel of tijdelijke acties.
A
Brand Loyals
B
Other Brand Loyals
C
Brand Switchers
D
New Category Users

Slide 34 - Quizvraag

Een vrouw van 22 die net haar eerste baan heeft gekregen en nu voor het eerst besluit een auto te kopen. Ze moet beslissen welk merk en model ze wil aanschaffen.

ze is een:
A
New Category Users
B
Brand Loyals
C
Brand Switchers
D
Non-Users

Slide 35 - Quizvraag

Marketingcommunicatie
Corporate communicatie
Deze vorm van communicatie gaat over het aanbod van het bedrijf. Het doel is het verkopen van het product/dienst.
Deze vorm van communicatie gaat over het onderhouden van relaties met de publieksgroepen van het bedrijf. Het doel is het creëren van een goed imago. 

Slide 36 - Sleepvraag

Interne communicatie
Externe communicatie
Marketing-communicatie
Corporate communicatie
Het communiceren met de buitenwereld.
Het communiceren binnen een bedrijf.
Communicatie over het aanbod van het bedrijf.
Communicatie om relaties te onderhouden. 

Slide 37 - Sleepvraag

Het volgende cijfer ga ik halen op het examen
A
een 5,5 of lager
B
tussen 5,5 en 6,5
C
tussen 6,5 en 7,5
D
een 8 of hoger

Slide 38 - Quizvraag