BS2A Wohnen les 2

Kapitel 7 Wohnen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Kapitel 7 Wohnen

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir heute?
Cijfers toets bespreken
Haus (aufgaben) kontrollieren
Wortschatz
Farben lernen

Slide 2 - Tekstslide

Ziel
Je kunt de woorden uit de Lernliste actief gebruiken

Slide 3 - Tekstslide

Cijfer toets 1
www.exitticket.nl/ticket/cj67e
Of volgende slide qr code 


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

(Haus)aufgaben kontrollieren
Aufgabe 2, Seite 31
Aufgabe 3, Seite 31
Aufgabe 4, Seite 32
Aufgabe 5, Seite 33

Slide 6 - Tekstslide

Aufgabe 2 und 3
Aufgabe 2
1 tamelijk
2 klaar
3 buren
4 geleden
5 nooit
Aufgabe 3

1 Ja, er zijn meer dan 15.000 kastelen en burchten en veel daarvan zijn nog in familiebezit en worden bewoond.
2 Walt Disney heeft het silhouet ervan gebruikt voor zijn logo en het is het voorbeeld voor het sprookjeskasteel van Assepoester en Doornroosje in de tekenfilms.
3 Duitsland: Burg Hohenzollern, Löwenburg, Burg Eltz, Wartburg.
Oostenrijk: Festung Hohensalzburg, Schloss Hellbrunn, Schloss Schönbrunn.
Zwitserland: Chateau de Chillon, Chateau Gruyeres, Munot (Schaffhausen).

Slide 7 - Tekstslide

Aufgabe 4

 

1 das Haus / das Einfamilienhaus
2 das Wohnzimmer
3 die Toilette
4 die Küche
5 das Schlafzimmer
6 der Balkon
7 das Badezimmer
8 der Garten
9 der Tisch
10 die Stühle
11 der Fernseher
12 das Sofa
13 die Tür
14 das Bett
15 der Schreibtisch
16 das Fenster
17 der Schrank
18 die Dusche


Slide 8 - Tekstslide

Aufgabe 5

1 Die Handtücher sind hellblau.
2 Bei uns im Keller ist es sehr dunkel.
3 Bei euch fühle ich mich immer wie zu Hause.
4 Vor dem Fenster stehen zwei Blumenvasen.
5 Dein Zimmer sieht gemütlich aus.
6 Dieses Einfamilienhaus ist wirklich groß.
7 Meine Wohnung ist ganz klein, aber gemütlich.
8 Unten schlafen meine Eltern und oben schlafe ich.


Slide 9 - Tekstslide


Welke kleuren ken je in het Duits?

Slide 10 - Open vraag

Farben: Kleuren
Blauw= blau
Geel = gelb
Rood = rot
Roze = rosa
Wit = weiß
Zwart= schwarz

kleuren, lichte kleuren, donkere kleuren   
hell = licht
dunkel = donker
Bijvoorbeeld:
donderblauw = dunkelblau
lichtgeel = hellgelb 
die dunkelgrüne Jacke
eine hellblaue Jeans

Slide 11 - Tekstslide

(Haus)aufgaben
Aufgabe 7, Seite 34
Aufgabe 8, Seite 34
Aufgabe 9, Seite 35

Slide 12 - Tekstslide

Gut gemacht! 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide