Criminaliteit, les 1

Wat gaan we doen?
1. Uitleg 1 Criminaliteit
2. Stand van zaken: PO
3. Uitlegfilmpje criminaliteit
4. Zelfstandig werken
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
1. Uitleg 1 Criminaliteit
2. Stand van zaken: PO
3. Uitlegfilmpje criminaliteit
4. Zelfstandig werken

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt in eigen woorden uitleggen wat criminaliteit is.
  • Je kunt het verschil tussen een overtreding en een misdrijf uitleggen.
  • Je kunt uitleggen waarom criminaliteit tijd- en plaatsgebonden is.
  • Je kunt het verschil tussen materiële en niet-materiële schade uitleggen en voorbeelden hiervan noemen.
  • Je kent de mogelijke oorzaken van criminaliteit.
  • Je kunt uitleggen welke maatschappelijke omstandigheden de kans op criminalitet vergroten.
  • Je kunt uitleggen waarom politiecijfers niet alles zeggen over criminaliteit.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is criminaliteit?
Als je geen rekening met anderen houdt ben je asociaal bezig. Maar als je daarmee ook een wetsregel overtreedt ben je strafbaar. Je pleegt dan een delict, een strafbaar feit. 

Weet je het nog? Omdat we een rechtsstaat zijn moet iedereen zich aan de wet houden, ook de overheid.

Slide 3 - Tekstslide

Overtreding

Strafbare feiten die minder erg zijn.

Bijv. Zonder helm rijden: je krijgt wel een boete, maar hoeft niet naar de rechter en geen strafblad.
Misdrijf

Ernstige strafbare feiten.

Bijv. Stelen, mishandeling, drugshandel: Je wordt verhoord, krijgt vaak een zwaardere straf en een strafblad. 
Criminaliteit: alle misdrijven zoals die in de wet staan.

Slide 4 - Tekstslide



Tijdgebonden

Wat strafbaar is en wat niet verandert door de tijd heen.

Bijv. Vroeger was overspel strafbaar, nu niet meer. 



Plaatsgebonden

Wat in Nederland is toegstaan kan in een ander land strafbaar zijn. 

Bijv. wapenbezit is in de VS legaal, in Nederland niet. 
Criminaliteit is afhankelijk van tijd en plaats

Slide 5 - Tekstslide

Gevolgen criminaliteit
Materiële gevolgen: schade die je kunt berekenen in geld. Bijvoorbeeld een vernielde winkelruit. 

Niet-materiële gevolgen: gevolgen die niet in geld zijn uit te drukken. Bijv. angst voor een nieuwe inbraak.

Slide 6 - Tekstslide

Oorzaken van criminaliteit
Er is vaak niet één bepaalde reden waarom mensen crimineel worden. Er zijn wel aangewezen risicofactoren. 
  1. Slechte opvoeding
  2. Groepsdruk
  3. Alcohol of drugsgebruik
  4. Spijbelen/schooluitval
  5. Biologische factoren
Let op: je kunt met al deze factoren te maken hebben, zonder de criminaliteit in te gaan!

Slide 7 - Tekstslide

Maatschappelijke omstandigheden
Naast de persoonlijke kenmerken spelen ook maatschappelijke omstandigheden een rol bij de kans op crimineel gedrag. 
  1. Slechte leefomstandigheden: denk aan achterstandswijken met een hoog werkloosheidscijfer.
  2. Minder strenge normen dan vroeger: Sommige mensen vinden het nu 'normaal' om iets terug te stelen als er iets van hen kwijt is.
  3. Minder sociale controle: Mensen letten minder op elkaar. Hierdoor wordt de pakkans om iemand te grijpen voor de politie kleiner. 

Slide 8 - Tekstslide

Opvallende cijfers
In de politiecijfers valt op dat met name (1) jongens en mannen, (2)jongeren tussen de 15 en 25 en (3)mensen met een niet-westerse migratieachtergrond vaker met criminaliteit te maken hebben. 

Toch zeggen politiecijfers niet alles. Niet overal wordt immers aangifte van gedaan en de cijfers worden ook beïnvloed door zaken waar de politie voorrang aan geeft. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video