Politieke partijen

H3: Politieke partijen
Leerdoelen:
  • je kan uitleggen wat een ideologie is
  • je begrijpt waarvoor de termen 'links' en rechts staan
  • je kan de verschillend breuklijnen waarrond politieke partijen stellingen innemen, opsommen
  • je kan de uiterste standpunten op elke breuklijn benoemen en uitleggen
  • je kan uitleggen hoe politiek partijen in België gefinancierd worden 
  • je kan de voor- en nadelen van deze vorm van financiering uitleggen
  • Je herkent de foto van de verschillende Vlaamse partijvoorzitters en kan hun naam en politieke partij benoemen
  • Je kan van elke politieke partij hun belangrijkste standpunten benoemen

Voorziene tijdsinvestering:
  • 2 lesuren
  • maak alle oefeningen - controleer steeds met de bijgevoegde feedback


1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Sociale wetenschappenSecundair onderwijs

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H3: Politieke partijen
Leerdoelen:
  • je kan uitleggen wat een ideologie is
  • je begrijpt waarvoor de termen 'links' en rechts staan
  • je kan de verschillend breuklijnen waarrond politieke partijen stellingen innemen, opsommen
  • je kan de uiterste standpunten op elke breuklijn benoemen en uitleggen
  • je kan uitleggen hoe politiek partijen in België gefinancierd worden 
  • je kan de voor- en nadelen van deze vorm van financiering uitleggen
  • Je herkent de foto van de verschillende Vlaamse partijvoorzitters en kan hun naam en politieke partij benoemen
  • Je kan van elke politieke partij hun belangrijkste standpunten benoemen

Voorziene tijdsinvestering:
  • 2 lesuren
  • maak alle oefeningen - controleer steeds met de bijgevoegde feedback


Slide 1 - Tekstslide

H3: Politieke partijen
Nodig:
  • cursus
  • powerpoint
  • pen en papier

Slide 2 - Tekstslide

Maar eerst: de leerkuil
De leerkuil legt uit hoe leren voelt. Kijk maar naar het volgende filmpje:

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Met welk mannetje uit de leerkuil identificeer jij je nu?
Wat kunnen helpende gedachten zijn?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Lees stukje 3.2 op p.44

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit wat een ideologie is - controleer zelf aan de hand van de oplossing.

Slide 8 - Open vraag

Lees 3.2.1 links of rechts op p.45

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Sleep de antwoorden naar het correcte kader 
Links
Rechts
progressief
conservatief
gelijkwaardige welvaartheidsverdeling = solidariteit
grote rol staat
individuele verantwoordelijkheid
vrije markt
Beperkte rol staat

Slide 11 - Sleepvraag

Markeer in je cursus
Markeer nu alle begrippen die met links te maken hebben in één kleur in je cursus en alle begrippen die met rechts te maken hebben in een ander kleur in je cursus.
Begrijp je alle begrippen?

Slide 12 - Tekstslide

Noteer hieronder de begrippen die voor jou niet duidelijk zouden zijn uit stukje 3.2.1 links of rechts

Slide 13 - Open vraag

Lees 3.2.2 p. 45, 46 en 47: breuklijnen

Slide 14 - Tekstslide

Leg uit: wat bedoelen ze met de term 'breuklijnen'

Slide 15 - Open vraag

Hoeveel zo'n politieke breuklijnen zijn er
A
4
B
2
C
5
D
3

Slide 16 - Quizvraag

Maak een samenvatting / spin / mindmap over deze breuklijnen. 
Noteer bij elke breuklijn de twee uiterste visies.
Toon je resultaat aan de leerkracht.
Controle in PPT?

Slide 17 - Tekstslide

Lees stukje 3.3: partijen zijn organisaties op p.47
Indien je iets niet begrijpt, kan je hieronder je vragen noteren.
Structureer in je tekst!

Slide 18 - Open vraag

Lees 3.1 de financiering van partijen.
Hoe gebeurt partijfinanciering in 'heel wat landen' (ook in België)

Slide 19 - Open vraag

Wat is de reden dat de meeste landen kiezen voor financiering via subsidies van de overheid?

Slide 20 - Open vraag

Wat zijn de kritieken op hoe de financiering van politieke partijen in België via overheidssubsidies?

Slide 21 - Open vraag

Lees stuk 3.4: de bekendste Vlaamse partijen p. 52-58
- noteer / markeer telkens in de tekst als je een breuklijn tegenkomt (gebruik je mindmap!)

Slide 22 - Tekstslide

Je moet de verschillende partijvoorzitters herkennen op een foto, hun naam kunnen geven en benoemen tot welke partij ze behoren.
Studeer dit tegen de volgende keer - ik voorzie een oefening!

Slide 23 - Tekstslide

Bekijk de infografiek p. 58

Slide 24 - Tekstslide

Lees puntje 3.5 op p. 59

Slide 25 - Tekstslide

Leg het stukje 3.5.2 de dubbele rol van politieke partijen uit aan de hand van de begrippen: meerderheid, oppositie, parlement en regering.

Slide 26 - Open vraag

Lees puntje 3.6 cordon sanitaire p. 59

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide