3V - H5 Les 2 _ Herhaling 4.2 + 5.2 + 5.1

H5
Herhaling §5.1 + §5.2
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H5
Herhaling §5.1 + §5.2

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Herhaling H4.2 + H5.2 + H5.1

  • Herhaling H5.1

  • Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Steunlessen
  • Voor degene die het lastig vinden: 

  • Er zijn weer steunlessen scheikunde!
  • => Dus geef je op!


Slide 3 - Tekstslide

Is het roesten van ijzer een chemische reactie?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quizvraag

Is het zetten van koffie een chemische reactie?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Van welk type is de reactie
A + B -> C
A
vormingsreactie
B
ontledingsreactie

Slide 6 - Quizvraag

Suiker (s) ---> Koolstof (s) + Waterstof (g) + Zuurstof
(g)

Is een voorbeeld van een:
A
Chemische reactie
B
Ontledingsreactie
C
Faseovergang
D
Geen chemische reactie

Slide 7 - Quizvraag

Het ontleden van suiker is ....
A
Endotherm
B
Exotherm

Slide 8 - Quizvraag

Bij een ontledingsreactie gaan atomen kapot
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Maak de volgende reactie vergelijking kloppend. Wat is de ontbrekende coëfficiënt?

C6H14O+?O26CO2+7H2O
A
12
B
9
C
18
D
19

Slide 10 - Quizvraag

Maak de onderstaande reactievergelijking kloppend:
...H2S(g)+...O2(g)>...H2O(l)+...SO2(g)
A
1 -1-1-1
B
1-2-1-1
C
1-2-2-1
D
2-3-2-2

Slide 11 - Quizvraag

Welke 3 factoren heb je nodig voor een verbranding?

Slide 12 - Open vraag

Hoe kun je een brand NIET blussen?
A
Verwijderen van de brandstof
B
Verwijderen van de zuurstof
C
Verwijderen van de temperatuur
D
Meer zuurstof toevoegen

Slide 13 - Quizvraag

Zand is ook een blusmiddel. Welke verbrandingsvoorwaarde haal je weg, wanneer je zand als blusmiddel gebruikt?
A
Zuurstof
B
Ontbrandingstemperatuur
C
Brandstof

Slide 14 - Quizvraag

Wat is onvolledige verbranding?
Een verbranding met ........
zuurstof
A
te veel
B
te weinig
C
geen
D
genoeg

Slide 15 - Quizvraag

Ethanol + zuurstof --> koolstofdioxide + roet + water

Deze reactie is een:
A
Volledige verbranding
B
Onvolledige verbranding
C
Geen verbranding

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de juiste reactieschema van de verbranding van kalium?
A
kalium --> kaliumoxide
B
kalium + zuurstof --> kaliumoxide
C
kalium + zuurstof --> kaliumzuurstof
D
kaliumoxide --> kalium + zuurstof

Slide 17 - Quizvraag

Bij welke type verbranding ontstaat roet?
A
Onvolledige
B
Volledige
C
Ontleding
D
Geen

Slide 18 - Quizvraag

Herhaling
  • Verbranding is altijd reactie mét zuurstof
  • Bij verbranding ontstaan de oxiden van de atomen die in de (brand)stof zaten

  • Bijv. verbranding van magnesium:
  • 2 Mg (s) + O2 (g) -> 2 MgO (s)

Slide 19 - Tekstslide

Herhaling - Oxiden

Slide 20 - Tekstslide

Herhaling
Bij verbranding ontstaan de oxiden van de atomen die in de (brand)stof zaten

  • Volledige verbranding
  • Onvolledige verbranding

  • Vooral belangrijk bij niet-metaal atomen



Slide 21 - Tekstslide

Herhaling

Slide 22 - Tekstslide

Welke verbrandingsproducten onstaan er bij de volledige verbranding van glucose?
Glucose=C6H12O6

Slide 23 - Open vraag

Welke verbrandingsproducten onstaan er bij de volledige verbranding van koolstofsulfide (CS)?

Slide 24 - Open vraag

Welke verbrandingsproducten onstaan er bij de onvolledige verbranding van koolstofsulfide (CS)?

Slide 25 - Open vraag

Herhaling
  • Verbrandingsproducten aantonen:
  • -> Reagens

  • Reagens = stof die zichtbaar verandert in aanwezigheid van de stof die je wilt aantonen

Slide 26 - Tekstslide

Herhaling
  • Verbrandingsproducten aantonen:
  • Reagens


Slide 27 - Tekstslide

Herhaling
Een explosie 
  • = is een snelle en heftige verbrandingsreactie

Extra voorwaarden explosies: 
  • Fijn verdeelde brandstof en zuurstof in verhouding
  • Reactie waarbij veel warmte vrijkomt en direct gassen   worden gevormd

Slide 28 - Tekstslide

Wat voor soort reactie is een explosie?
A
endotherm
B
exotherm

Slide 29 - Quizvraag

Welke factoren zijn van belang voor een explosie?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
voldoende zuurstof en temperatuur
B
perfecte verhouding en verdelingsgraad
C
soort brandbare stof
D
aanwezigheid katalysator

Slide 30 - Quizvraag

Geef een beschrijving van een reagens
A
Een indicator
B
Een stof die een andere stof aantoont
C
Een mengsel van twee niet mengbare vloeistoffen
D
Een stof die de reactie versnelt zonder zelf verbruikt te worden

Slide 31 - Quizvraag

Met welk reagens kun je aantonen of een gas koolstofdioxide is?
A
wit kopersulfaat
B
joodwater
C
helder kalkwater
D
zetmeel

Slide 32 - Quizvraag

Aan de slag 
Nu: 
- Opnieuw doorlezen  §5.1 + §5.2 (+ eventueel §4.2)
- Maken §5.1 - opdr.: 5, 7, 8, 9, 10, 12
- Maken §5.2 - opdr.: 15, 16, 20, 22, 26

Slide 33 - Tekstslide