vwo 2: W.47: Wortschatz Kleidung

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2,3

Heute

• Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
  
• Herhaling voorzetsels 3e naamval 
  

Handys ins Hotel & Schulsachen auf den Tisch

Herzlich Willkommen

Herzlich willkommen!

Heute im Unterricht

- Haben wir unsere Sachen dabei?

- Lernziele

- Aufgabe: Kleidung und Geld

- Wortschatz Lektion 4

- An die Arbeit

Herzlich willkommen!

Lernziele

De leerling kan

- kledingitems in het Duits benoemen.

- vertellen welke kleding hij/zij draagt.

- aan een ander vragen wat hij/zij draagt.

- kledingitems omschrijven.

Schulsachen

Kleidung

Süßigkeiten

Schuhe

Zeitschriften

Computerspiele

schoolspullen

kleding

snoep

computerspelletjes

tijdschriften

schoenen

Wie heißen diese Kleidungsstücke?

das Hemd(-en) 

die Bluse(-n) 

das Shirt(-s) 

der Schal(-s) 

das Top(-s)  

Wie heißen diese Kleidungsstücke?

die Sweatjacke(-n) 

der Pullover(-)

das Sweatshirt(-s)  

das Kleid(-er)

der Poncho(-s)  

Kleidung gegen die Kälte: 

die Lederjacke(-) mit Kapuze

der Mantel/die Mäntel 

die Daunenjacke(-) 

der Anorak(-s)  

Welches Adjektiv (=bijvoeglijk nw)passt?

 = 

glatt

geblümt

gemustert

kariert

eng

weit

gestreift

Sätze über Kleidung - Was passt zusammen?

1) Was ....

2) Kann ich ...

3) Gibt es den Pullover ...

4) Kann ich auch mit ...

5) Sonst noch ...

auch in Größe M?

Karte zahlen?

etwas?

kostet das?

das umtauschen?

Sätze über Kleidung - Was passt zusammen?

1) Ich ....

2) Was ...

3) Ist der Pullover ...

4) Magst du es ...

5) Was gefällt ...

auch in Größe M?

eine Jacke zu tragen?

dir am besten?

trage gern...

trägst du gern?

Tegenwoordige tijd

Voltooid deelwoord

sagen

haben gewohnt

mache

habe gespielt

kochst

habe besucht

singt

kaufst

hast gehört

Sleep het werkwoord  naar het juiste voltooid deelwoord

studiert

gestudiert

gehören

gehört

geversorgt

versorgt

geredt

geredet

gearbeitet

gearbeit

besucht

gebesucht

gewart

gewartet

hören

reden

arbeiten

studieren

besuchen

versorgen

warten

Zoek de juiste vertalingen van de modale werkwoorden bij elkaar.

können		wollen
dürfen		wissen
müssen		mögen
sollen		möchten

willen

mogen (toestemming)

zullen

mogen (graag zien/lusten)

moeten

zou graag willen

kunnen

weten

ik wil
hij kan
wij moeten
jij weet
jullie mogen
zij houdt (van)

ich will

sie mag

er kann

ihr dürft

wir müssen

du weißt

Herzlich willkommen!

Kapitel 2 - Grammatik A

-Könnt ihr haben und sein aufschreiben? 

Lektion 4:

1-5

Wat heb je gisteren geleerd?

Verzin een simpele Nederlands zin met het werkwoord "mogen"

Vertaal jouw NL zin naar het Duits. Let op het werkwoord!

Verzin een simpele Nederlands zin met het werkwoord "kunnen"

Vertaal jouw NL zin naar het Duits. Let op het werkwoord!

Herzlich willkommen!

An die Arbeit

- Lektion 2

     - Übungen: 4, 5

- Lektion 3:

     - 1 - 4, 6 

- lernen

     - Grammatik A, B + modale werkwoorden 

     - Lektionen 1, 2, 3

Ü. 5 und 6 nakijken

Herzlich willkommen!

An die Arbeit

- Lektion 2

     - Übungen: 4, 5

- Lektion 3:

     - 1 - 4, 6 

- lernen

     - Grammatik A, B + modale werkwoorden 

     - Lektionen 1, 2, 3

Ü. 5 und 6 nakijken

Herzlich willkommen!

An die Arbeit Donnerstag 17.11.

- Lektion 2

     - Übungen: 4, 5

- Lektion 3:

     - Übungen 1 - 4, 6 

- lernen

     - Grammatik A, B + modale werkwoorden 

     - Lektionen 1, 2, 3

- WRTS

Ü. 5 und 6 nakijken

Tijdens de les wil ik verder werken aan:

Spreekvaardigheid

Oefenen vanuit Na Klar!

Ik begrijp iets nog niet, ik heb extra uitleg nodig.

Herzlich willkommen!

An die Arbeit Montag 21.11.

Na Klar!

- Lektion 2

     - Übungen: 4, 5

- Lektion 3:

     - Übungen 1 - 4, 6 

- lernen

     - Grammatik A, B + modale werkwoorden 

     - Lektionen 1, 2, 3

Spreekvaardigheid

Lektion 1

     - Übung 14

Lektion 2

     - Übung 11

Lektion 3

     - Übung 6

Ü. 5 und 6 nakijken

Herzlich willkommen!

Kapitel 2 - Hamburg, Mode, Geld, Feieren

Wat voor vragen horen hierbij?

Wat kun je in het dagelijks leven met deze thema's?

Herzlich willkommen!

Kapitel 2 - Die Planung 

- It's Learning anschauen

     - Was sind unsere Lernziele?

- Übungen machen

     - Lektion 1

     - Beschreiben war eure lieblingskleidung ist.

     - Wie gehst du mit deinem Taschengeld um?

Herzlich willkommen!

Kapitel 1 - Probetest Kapitel 1 machen

Gruppe 1 - GR A und B

Gruppe 2 - GR B und C

Gr. 3 - GR D und woordenlijsten 3, 6

Gr. 4 - GR E und zinnen 3b

Gr. 5 - GR F

Gr. 6 - GR G 

Gr. 7 - Woordenlijsten 1, 2, 4, 5

H2C:

Gr. 1 - GR A und B Maïsa, Jasmijn, Manon, Nadine

Gr. 2 - GR B und C Nilay, Lorin, Janessa, Aroha

Gr. 3 - GR D und woordenlijsten 3, 6: Thomas, Coen, Arjan, Milan, Jurre

Gr. 4 - GR E und zinnen 3b: Reinout, Hansje, Dion, Lucas

Gr. 5 - GR F: Lisanne, Esther, Lotte, Janine

Gr. 6 - GR G: Mila, Rosalie, Olivia, Evy

Gr. 7 - Woordenlijsten 1, 2, 4, 5: Mathijs, Tobias, Hugo, Boaz

Herzlich willkommen!

Kapitel 1 - Probetest Kapitel 1 machen H2D

Gruppe 1 - GR A und B  Joost, Xander, Bing, Thijmen

Gruppe 2 - GR B und C Ryan, Karam, Elise, Nina 

Gruppe 3 - GR D und woordenlijsten 3, 6 Bernie, Amber, Lianne, Fiene

Gruppe 4 - GR E und zinnen 3b Sil, Tygo O, Tygo H, Evan

Gruppe 5 - GR F Indy, Beau, Noa, Maartje 

Gruppe 6 - GR G Femke, Sarah, Esmee, Mariam

H2C:

Gr. 1 - GR A und B Maïsa, Jasmijn, Manon, Nadine

Gr. 2 - GR B und C Nilay, Lorin, Janessa, Aroha

Gr. 3 - GR D und woordenlijsten 3, 6: Thomas, Coen, Arjan, Milan, Jurre

Gr. 4 - GR E und zinnen 3b: Reinout, Hansje, Dion, Lucas

Gr. 5 - GR F: Lisanne, Esther, Lotte, Janine

Gr. 6 - GR G: Mila, Rosalie, Olivia, Evy

Gr. 7 - Woordenlijsten 1, 2, 4, 5: Mathijs, Tobias, Hugo, Boaz

Herzlich willkommen!

Kapitel 1 - Grammatik F - geslacht zsn.

Wat is een zelfstandig naamwoord?

• dieren, dingen, mensen: je kunt er 'de' of 'het' voorzetten
• Woorden kunnen mannelijk, vrouwelijk of onzijdig zijn.
• der Tisch, die Lampe, das Haus
• meervoudsvormen krijgen altijd het lidwoord "die" 

macht jetzt die Aufgaben 8 und 9 auf Seite 67 im Arbeitsbuch!

Herzlich willkommen!

Kapitel 1 - Grammatik F - geslacht zsn.

der	das	die	die
mannelijke: - personen (Mann - dieren (Stier) - beroepen (Arzt) dagen v/d week maanden dagendelen jaargetijden	veel het-woorden uit het Nederlands (verklein)woorden op: - chen	vrouwelijke: - personen (Frau) - dieren (Kuh) - beroepen (Arztin) woorden op: - heit -keit -ung de meeste woorden op: - e	alle meervoudsvormen van der-, das- en die-woorden.

Herzlich willkommen!

Kapitel 1 - lidwoorden

Wat is de feedback?

Herzlich willkommen!

Kapitel 1 - lidwoorden

Wat is de feedback?

Herzlich willkommen!

Kapitel 1 - lidwoorden

Üben: 

1. Geef een voorbeeld van de lidwoorden (de/het) in het Duits.
2. Verander nu de lidwoorden (de/het) naar een of geen in het Duits. 

3. Schrijf de bezittelijke voornaamwoorden in het Duits op. 

Ergebnisse:

Herzlich willkommen!

Kapitel 1: vraagwoorden

Neem over in je schrift:

Per groepje krijg je een kaartje met vraagwoorden.

Vertaal de vraagwoorden en maak met je groepje vragen.

Probeer ook een antwoord op de vraag te geven. 

Herzlich willkommen!

An die Arbeit (Woche 38)

Kapitel 1 - Lektion 3

- Übungen: 2 / 3 / 4 

- Dialog üben (letztes Mal!)

Zeit übrig? 

- SO vorbereiten

Ü. 5 und 6 nakijken

Herzlich willkommen!

An die Arbeit

Kapitel 1 - Lektion 1

Spiel: Übung 13 spielen in Dreiergruppen.

Herzlich willkommen!

Kapitel 1: Grammatik A und B

ik

jij

je

hij

zij

het

wij

jullie

zij (mv)

u

Herzlich willkommen!

Kapitel 1: Grammatik A und B

De uitgangen

(FE)

E

ST

T

EN

T

EN

	ich	du	er sie es	wir	ihr	sie Sie
	ik	jij je	hij zij het	wij we	jullie	zij (mv) u

Voltooid deelwoord: ge + stam + t