Verkeer

Verkeer
Veilig verkeer in Nederland 
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerkeerISK

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Verkeer
Veilig verkeer in Nederland 

Slide 1 - Tekstslide

Verkeer 
=
De verplaatsing van mensen, dieren, planten of spullen over de weg, het spoor, het water of door de lucht. 


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Hoe ga jij naar school?

Hoe ging je naar school in het land waar je vandaan komt?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Hoe komt het dat het verkeer in Nederland overzichtelijker is?

Slide 6 - Open vraag

Aan welke woorden denk je bij verkeer?

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Video

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide


A
Eerst ik, dan de zwarte auto.
B
Eerst de zwarte auto dan ik.
C
Ze moeten het zelf oplossen

Slide 28 - Quizvraag


A
Voor de fietser, de man in de scootmobiel en de voetganger.
B
Voor de man in de scootmobiel en de voetganger.
C
Alleen voor de voetganger.

Slide 29 - Quizvraag


A
Uitvoegers moeten invoegers voor laten gaan.
B
Invoegers moeten uitvoegers voor laten gaan.
C
Beiden zijn verplicht de ander voor te laten gaan. In de praktijk moet men het onderling oplossen.

Slide 30 - Quizvraag


A
Binnen en buiten de bebouwde kom heeft de bus voorrang.
B
Buiten de bebouwde kom heeft de bus voorrang.
C
Binnen de bebouwde kom heeft de bus voorrang.
D
De bus heeft nooit voorrang en moet wachten.

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Tekstslide