Werkwoordspelling 22 december

Werkwoordspelling 
Dinsdag  2023
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Werkwoordspelling 
Dinsdag  2023

Slide 1 - Tekstslide

Hoe voel je je vandaag ?
A
B
C
D

Slide 2 - Quizvraag

lesdoelen
Aan het einde van de les kun je:

1. Uit de zin de persoonsvorm halen.
2. Werkwoorden correct spellen in de tegenwoordige tijd.
3. Werkwoorden correct spellen in de verleden tijd en het voltooid deelwoord.



Slide 3 - Tekstslide

Maken opdracht 1 
Tijd: 5 minuten
Klaar? Kijk alvast naar opdracht 2 (nog niet maken). 
timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Theorie pv 
Hoe vind je de persoonsvorm in de zin? 

Slide 5 - Tekstslide

Weten jullie nog?...

Slide 6 - Tekstslide

Jorrit gaat morgen naar zijn tante uit Utrecht.
A
pv= morgen
B
pv=tante
C
pv=gaat
D
pv=Jorrit

Slide 7 - Quizvraag

Maak zelf een zin met een pv. Zet de pv tussen (haakjes).

Slide 8 - Open vraag

Tegenwoordige tijd 
Weet je niet hoe je het werkwoord schrijft?
Kijk eerst naar de ik-vorm!

Er zijn in het Nederlands maar drie manieren om de persoonsvorm te schrijven: bijvoorbeeld werkwoord werken
Ik-vorm (stam) werken - en = werk
ik-vorm: ik werk (en ook: werk nou eens door!)
ik-vorm+t: jij werkt, hij werkt, zij werkt
hele werkwoord: wij werken
Maar: werk jij

Slide 9 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 2
1. doodt
2. schudt
3. Vermeldt
4. stinkt
5. gebeurt
6. goedvindt
7. voorspelt
8. besteed
9. kent
10. woont

Slide 10 - Tekstslide

Op welke manier moet de persoonsvorm worden geschreven: Jan (lopen) in de pauze naar de winkel.
Ik-vorm
Ik-vorm+t
Hele ww

Slide 11 - Poll

Verleden tijd: sterke en zwakke werkwoorden



Sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klank.
Ik doe aan yoga. – Ik deed aan yoga.
Zwakke werkwoorden: -te(n) of –de(n)
Ik werk tot de avond. – Ik werkte tot de avond.
Wij wandelen door het park - Wij wandelden door het park.


Slide 12 - Tekstslide

Voltooid deelwoord (sterk)
Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden heeft vaak een klinkerwisseling, eindigt meestal op –en en heeft een hulpwerkwoord:
schrijven – Ik heb geschreven
doen – Ik heb gedaan
vinden – Ik heb gevonden

Slide 13 - Tekstslide

Voltooid deelwoord (zwak)


Het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden eindigt op -t of
-d en heeft een hulpwerkwoord. Om het verschil te horen kun je de woorden langer maken:
Ik heb de hele dag gewerkt. (want, het is werkte)
De groente is gekoeld. (want, het is koelde)


Slide 14 - Tekstslide

Verleden tijd en voltooid deelwoord
Gebruik de medeklinkers t x f k s ch en p (‘t ex-fokschaap)​
Wat is het hele werkwoord?​

Haal -en ervan af.​

Staat de laatste medeklinker die overblijft in ‘t ex-fokschaap?​

Ja: +te – enkelvoud of +ten – meervoud​

Nee: +de – enkelvoud of +den meervoud
Voltooid deelwoord
Ja -t
Nee -d



Slide 15 - Tekstslide

Ik ben benieuwd of..
Je de antwoorden van opdracht 1 nu kan verbeteren met de kennis die je nu hebt. 
Tijd: 3 minuten.
timer
1:00

Slide 16 - Tekstslide

Heb je antwoorden kunnen verbeteren? Geef 1 voorbeeld.

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Lesdoelen controleren 
Aan de hand van de pol geef jij per lesdoel aan of je het hebt begrepen. 
Op de laatste slide licht je 1 van de lesdoelen kort toe.
Gebruik 1 van deze woorden: moeilijk, makkelijk, nieuwsgierig

Slide 19 - Tekstslide

Aan het einde van de les kun je:
1. Uit de zin de persoonsvorm halen.
0100

Slide 20 - Poll

Aan het einde van de les kun je:
Werkwoorden correct spellen in de tegenwoordige tijd.
0100

Slide 21 - Poll

Aan het einde van de les kun je:
Werkwoorden correct spellen in de verleden tijd en het voltooid deelwoord.
0100

Slide 22 - Poll

Licht 1 van de lesdoelen toe. Gebruik 1 van deze woorden: moeilijk, makkelijk of nieuwsgierig.

Slide 23 - Open vraag

Wat is mij bij gebleven van deze les?
Noteer 1 ding.

Slide 24 - Woordweb

Na de vakantie...
Krant afronden. Inleveren via Teams op 22 januari. 
Vragen? Stuur mij gerust een bericht op Teams: diemersd1

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide