220929 Wwspelling H3 + lezen H2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom H2b! 

We starten gelijk met lezen, dus pak je leesboek!

Lezen

Planning eerste periode:

Spelling/werkwoordspelling

H1 t/m 3

Leesvaardigheid

H1 t/m 3

Fictie (boek lezen)

Toetsen eerste periode:

Spelling

Dinsdag 11 oktober!

Leesvaardigheid

Telt 2x mee

In de toetsweek

Fictie (boek lezen)

Moet 'voldaan' zijn.

In week 44 (rond 1 november)

Wat gaan we doen?

1. Herhalen spelling H3
2. Uitleg werkwoordspelling H3
3. Oefenen met werkwoordspelling
4. Pauze
5. Huiswerk lezen bespreken
   
6. Tijd voor huiswerk

Ik ..... (deleten, pvvt) per ongeluk het bestand.

1. delete
2. deletete
3. delet
4. deletette

Kies de juiste schrijfwijze:

1. oud sportman
2. oud-sportman
3. oudsportman

Kies de juiste schrijfwijze:

1. intake gesprek
2. intake-gesprek
3. intakegesprek

Wat gaan we doen?

1. Herhalen spelling H3
2. Uitleg werkwoordspelling H3
3. Oefenen met werkwoordspelling
4. Pauze
5. Huiswerk lezen bespreken
   
6. Tijd voor huiswerk

Geef antwoord op de volgende vragen:

1. In de tegenwoordige tijd (pvtt) maak ik gebruik van 't ex-kofschip.
   Waar / niet waar
   
   
2. Leg uit waarom ik soms -dt schrijf in de tegenwoordige tijd (zoals in Hij wordt boos), maar soms alleen een -t (zoals in Hij loopt).
   
   
3. Vul de juiste spelling in:
   Je ....(laden) je IPad wel op, he?

Ik begrijp het:

Maak van werkwoordspelling H3 (blz. 100):

Opdracht 1, 2, 3 en 4.

Let op! Opdracht 4 is belangrijk!

Ik vind dit moeilijk:

We maken opdracht 1 samen.

Daarna maak je opdracht 2, 3 en 4 zelfstandig.

Pauze

Wat gaan we doen?

1. Herhalen spelling H3
2. Uitleg werkwoordspelling H3
3. Oefenen met werkwoordspelling
4. Pauze
5. Huiswerk lezen bespreken
6. Tijd voor huiswerk

Huiswerk lezen bespreken:

Lezen H2 (blz. 46)

Opdracht 2 (t/m vraag 8)

Wat gaan we doen?

1. Herhalen spelling H3
2. Uitleg werkwoordspelling H3
3. Oefenen met werkwoordspelling
4. Pauze
5. Huiswerk lezen bespreken
6. Tijd voor huiswerk

Spelling H3 
(lastige werkwoordsvormen)

Opdracht 1, 2, 3 en 4

(blz. 100)

Lezen H2

Opdracht 2 afmaken 

Maak opdracht 4 in je schrift! Dit is voor het nabespreken makkelijker.

(blz. 44)