Leesvaardigheid 3

HAVO 4 - Leesvaardigheid 3
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

HAVO 4 - Leesvaardigheid 3

Slide 1 - Tekstslide

Today
Class work
- terugblik vorige lessen
- huiswerk nakijken
- toets examentekst

Individually
practise exam

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik weet de aanpak van alle soorten vragen
  • Ik weet wat er van mij wordt verwacht op de toets

Slide 3 - Tekstslide

Vorige lessen
Algemeen stappenplan voor examentekst:
1. Scan de tekst
2. Lees de vraag
3. Lees het aangegeven stuk tekst
4. Kom tot het juiste antwoord

Slide 4 - Tekstslide

Vorige lessen
Meerkeuzevragen:
1. Lees de vraag (niet de antwoorden) - Welke informatie kun je uit de vraag halen?
2. Lees het aangegeven stuk tekst
3. Lees de antwoorden
4. Streep de (meestal) twee antwoorden weg die sowieso niet kloppen
5. Kom tot het juiste antwoord 

Slide 5 - Tekstslide

Vorige lessen
Beweringenvragen:
1. Lees de vraag en de beweringen. Onderstreep de belangrijkste informatie. 
2. Lees het aangegeven stuk tekst.
3. Kom tot het juiste antwoord 

Slide 6 - Tekstslide

Vorige lessen
Open vragen:
1. Lees de vraag  - Welke informatie kun je uit de vraag halen?
2. Lees het aangegeven stuk tekst
3. Schrijf je antwoord op de goede manier op

Slide 7 - Tekstslide

Vorige lessen
Gatenvragen
1. Lees de vraag  - Welke informatie kun je uit de vraag halen?
2. Lees de antwoorden, let op dat je precies moet weten wat elk antwoord betekent. 
3. Lees het aangegeven stuk tekst, kijk vooral naar de zin voor en na de gap. Let op signaalwoorden!
4. Kies het juiste antwoord

Slide 8 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
Tekst 1, vraag 1

“Sport England (…) is handing out its largest-ever subsidy to angling”
Welk woord uit de tekst maakt duidelijk wat Susan Walker hiervan vindt?
Citeer dit woord. 

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
Tekst 3, vraag 4

“‘I was expecting to be disappointed’” (paragraph 2)
Why did Louis C.K. say this?
A He feared the character in his show had turned out to be an embarrassing person.
B He knew his show had been given bad reviews in many of the mainstream papers.
C He realised that the show he had created caused a lot of public indignation.
D He thought his show would be considered too outspoken to be nominated for an award. 

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
Tekst 3, vraag 5

What is the main point made in paragraph 3?
A Despite his problems, Louis C.K. has created a commercial success.
B Network FX gave Louis C.K. the artistic independence needed to succeed. (SEE QUOTE) 
C The average viewer dislikes being told by critics which shows to like.
D Unlike many of its rivals, network FX is a financially sound company.


Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
Tekst 3, vraag 6

“C.K. figures he and network FX have already won” (alinea 4) 
In welke zin uit alinea 3 of 4 wordt duidelijk waarom Louis C.K. dit vindt?
Citeer de eerste twee woorden van die zin. 

Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
Tekst 5

vraag 10 - C

Tekst 6

vraag 11 - B
vraag 12 - A
vraag 13 - C 
vraag 14 - His is (tweede brief)
vraag 15 - C

Slide 13 - Tekstslide

Examentekst toets 
- Je krijgt een aantal teksten van oude examens.
- Toets is 90 minuten, normaal examen is 2,5 uur. 
- Normering wordt aangepast aan havo 4. 
- Je mag een woordenboek bij deze toets gebruiken. 

Slide 14 - Tekstslide

What to do?
Examentekst 2015, tijdvak 1

Tekst 8, 9, 10

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Slide 17 - Link

End of the class
Homework: finish 'what to do' 

Slide 18 - Tekstslide