les 6 taalverzorging : Bezittelijke en aanwijzende voornaamwoorden

Welkom
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

les van vandaag
2e SE
onderwerpen SE
theorie
oefenen

Slide 3 - Tekstslide

2e SE Nederlands
Datum : laatste week van november
Onderwerp: taalverzorging
Toetsduur : 80 minuten
Aantal vragen : 65

Slide 4 - Tekstslide

SE Taalverzorging 
Onderwerpen: 
  • Hoofdletters ( Amsterdam, Jansen, oktober)  
  • Leestekens en voegwoorden ( , dan  , maar    en) 
  • Samenstellingen ( fiets+bel = fietsbel ) 
  • Trappen van vergelijking  (groter dan, hetzelfde als ) 
  • Meervoudsvormen ( fietsbellen, lolly's en paprika's ) 
  • Bezittelijke voornaamwoorden ( jouw/jou   me/mijn) 

Slide 5 - Tekstslide

mijn, mij / jouw, jou 
  • Dit is mijn fiets 
  • Dat boek heb je van mij gekregen

  • Dit is jouw fiets
  • Dit boek heb ik van jou gekregen 

Slide 6 - Tekstslide

Oefentoets 

Slide 7 - Tekstslide

Schrijf over. Zet leestekens waar dat moet.

als het pijn doet dan geef je maar een gil

Slide 8 - Open vraag

Schrijf over. Zet leestekens waar dat moet.
levi wil je die bak met pennen potloden en stiften aangeven

Slide 9 - Open vraag

Schrijf over. Zet leestekens waar dat moet.

ik blijf vandaag thuis omdat ik schoolziek ben

Slide 10 - Open vraag

Juist of onjuist:
Pieter Van Duinrade
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Juist of onjuist:
maandag
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Juist of onjuist:
Audi
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Juist of onjuist:
afrikaanse
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Juist of onjuist:
Mees riep: Kijk uit voor die fietser!
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Aan elkaar of los?
A
bananen schil
B
bananenschil

Slide 16 - Quizvraag


Kies de juiste schrijfwijze

A
Twee krenten bollen
B
Tweekrentenbollen
C
Twee krentenbollen

Slide 17 - Quizvraag

kies de juiste schrijfwijze
A
nieuw bouw wijk
B
nieuwbouw wijk
C
nieuw bouwwijk
D
nieuwbouwwijk

Slide 18 - Quizvraag

schrijf de juiste wijze
A
digitale school krant
B
digitale schoolkrant
C
digitaleschool krant
D
digitaleschoolkrant

Slide 19 - Quizvraag

Isa heeft bijna dezelfde schoenen dan / als Lynn
A
dan
B
als

Slide 20 - Quizvraag

Zij zijn slimmer dan / als wij.
A
dan
B
als

Slide 21 - Quizvraag

Jouw shirtje heeft echt niet dezelfde kleur (als / dan) mijn shirtje.
A
als
B
dan

Slide 22 - Quizvraag

Het boek is net zo mooi (als / dan) de film.
A
als
B
dan

Slide 23 - Quizvraag

Deze broek ziet er precies hetzelfde uit (als / dan) die andere.
A
als
B
dan

Slide 24 - Quizvraag

Jelle heeft al langer (als / dan) een week niet meer gerookt.
A
als
B
dan

Slide 25 - Quizvraag

Welk woord is correct geschreven?
A
kiwis
B
kiwi's
C
kiwies
D
kiwiën

Slide 26 - Quizvraag

Welk woord is correct geschreven?
A
cafées
B
café's
C
cafés
D
caféën

Slide 27 - Quizvraag

Welk woord is correct geschreven?
A
tafel's
B
tafelen
C
tafels
D
tafelën

Slide 28 - Quizvraag

Welk woord is correct geschreven?
A
videoos
B
cd's
C
ehbos
D
cafees

Slide 29 - Quizvraag

Welk woord is correct geschreven?
A
giraffe's
B
groente's
C
cafés
D
dictee's

Slide 30 - Quizvraag

Welk woord is correct geschreven?
A
kolonieën
B
koloniën

Slide 31 - Quizvraag

Wat is de meervoudsvorm van cadeau
A
cadeau's
B
cadeaus
C
kados

Slide 32 - Quizvraag