H5 spelling

Welkom!
1
WELKOM!
2
Boek- studiewijzer/mapje 
Pak alvast je spullen
Log in


Talent digitaal
 

Spelling H .5.8
Aantekeningen schrift
Laptop
Etui en je leesboek
3
4
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
1
WELKOM!
2
Boek- studiewijzer/mapje 
Pak alvast je spullen
Log in


Talent digitaal
 

Spelling H .5.8
Aantekeningen schrift
Laptop
Etui en je leesboek
3
4

Slide 1 - Tekstslide

Noteer de juiste vorm van het werkwoord dat tussen haakjes staat:

(waarschuwen) Eerder ___ Benny me nog dat niet te doen, omdat je altijd koude pizza’s krijgt.

Slide 2 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord dat tussen haakjes staat:

(proberen) Als je het niet zelf __ , weet je niet of de geruchten waar zijn.

Slide 3 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord dat tussen haakjes staat:

(wedden) Mijn vriend zei: ‘Ik ___ dat jij een koude pizza krijgt.’
A
wedt
B
wet
C
gewed
D
wed

Slide 4 - Quizvraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord dat tussen haakjes staat:

(gebeuren) Helaas heb ik verloren, want wat hij voorspelde, is ook ___.
A
gebeurt
B
gebeurdt
C
gebeurd
D
gebeurtd

Slide 5 - Quizvraag

Spelling ENGELSE ww.
Engelse werkwoorden:
worden volgens de gewone regels vervoegd
let op de ik-vorm;
saven, 
ik save
vandaag savet hij
gisteren savede

Slide 6 - Tekstslide

5.8
opdr.7 inoefening

Slide 7 - Tekstslide

Noteer de juiste vorm van het Engelse werkwoord dat tussen haakjes staat:

(bungeejumpen) Eerst had hij vanaf een brug ___.

Slide 8 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van het Engelse werkwoord dat tussen haakjes staat:

(bloggen) Gisteren ___ een bekende Nederlander over zijn activiteiten.

Slide 9 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van het Engelse werkwoord dat tussen haakjes staat:

(breakdance) Daarna volgde hij een workshop waarin hij met vrienden ___.

Slide 10 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van het Engelse werkwoord dat tussen haakjes staat:


(shaken) ‘Ik ___ er nu nog helemaal van,’ schreef hij in zijn blog.
A
shake
B
shak
C
shaket
D
shakt

Slide 11 - Quizvraag

Noteer de juiste vorm van het Engelse werkwoord dat tussen haakjes staat:


(crashen) Aan het eind van de dag was hij zo moe dat hij
met zijn sportauto is ___.
A
gecrashed
B
gecrasht
C
gecrashd
D
gecrashet

Slide 12 - Quizvraag

Aantekening apostrof
  • meervoud op Ik hOU vAn Ys
  • aangeven dat iets van iemand is: Ivo's jas- Felix' tas
  • verkleinwoorden die eindigen op Y- pony'tje
  • na cijfers: A4'tje
  • bij afkortingen: vmbo'er- BN'er

Slide 13 - Tekstslide

(Geef aan dat het boek van Hans is.)

Het is ___ boek.

Slide 14 - Open vraag

(Geef het verkleinwoord.)

Een kleine puppy is een ___.

Slide 15 - Open vraag

(Geef aan wie/wat iemand is.)

Iemand die tbs heeft gekregen, is een ____.
A
tbs'er
B
tsber
C
tbs-er
D
tbs er

Slide 16 - Quizvraag

(geef het verkleinwoord)

A5
A
A5-je
B
A5'je
C
A5je
D
A5'tje

Slide 17 - Quizvraag

Schrijf het woord in het meervoud:

taxi
A
taxies
B
taxi's
C
taxis
D
taxis'

Slide 18 - Quizvraag

Schrijf het woord in het meervoud:

pony

Slide 19 - Open vraag

Schrijf het woord in het meervoud:

serie

Slide 20 - Open vraag

Opdrachten 5.8
Maak van 5.8
3-6-8-9-10

Slide 21 - Tekstslide