le 17 avril

le 17 avril
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
GMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

le 17 avril

Slide 1 - Tekstslide

le 17 avril 
- Mini-test
- Qu'est-ce que tu feras demain ?
- corriger 8a, 8b, 9a
- vormanalyse - rijm
- lire Ibrahim et les Fleurs du Coran
timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

Qu'est-ce que tu feras demain ?
timer
3:00

Slide 3 - Open vraag

corriger 8a, 8b, 9a

Slide 4 - Tekstslide

vormanalyse
- aantal lettergrepen tellen
- namen van verzen (aan de ahnd van aantal lettergrepen)
- soorten rijm:
      - soort (AABB, ABAB, ABBA, AAA)
      - natuur van de rijm (mannelijke of vrouwelijke rijm)
      - kwaliteit van de rijm (hoeveel klanken rijmen)

Slide 5 - Tekstslide

1. Hoeveel klanken HOOR je als je het woord "poisson" uitspreekt
A
3
B
5
C
4
D
6

Slide 6 - Quizvraag

Poisson > p-w-a-s-õ

Slide 7 - Tekstslide

2. Hoeveel klanken HOOR je als je het woord "beaucoup" uitspreekt
A
3
B
5
C
4
D
6

Slide 8 - Quizvraag

Beaucoup > b-oo-k-oe

Slide 9 - Tekstslide

rijmkwaliteit
We kijken nu op hoeveel KLANKEN het laatste woord van het vers rijmt

 

Slide 10 - Tekstslide


Stromae - Santé
 
À ceux qui n'en ont pas,
à ceux qui n'en ont pas.

Rosa, rosa,
quand on fout le bordel, tu nettoies.
Et toi, Albert,
quand on trinque, tu ramasses les VERRES.
Céline, BATAIRE,
toi, tu t'prends des vestes au vestiaire
Arlette, arrête !
Toi la fête tu la passes aux toilettes...

Et si on célébrait ceux qui ne célèbrent pas ?

Pour une fois, j'aimerais lever mon verre à ceux qui n'en ont pas, à ceux qui n'en ont pas.


Stromae - Santé

Op degenen die er geen hebben,
op degenen die er geen hebben.

Rosa, rosa,
als wij knoeien, maak jij het schoon.
En jij, Albert,
als wij proosten, ruim jij de glazen op.
Céline, bataire,
jij brengt jassen naar de garderobe.
Arlette, stop!
Tijdens het feest ben jij bij de wc's..

Ja, als we nu eens vierden wie niet kan vieren?

Voor een keer wil ik mijn glas heffen op degenen die
er geen hebben, 
op degenen die er geen hebben.

Slide 11 - Tekstslide

rijmkwaliteit

quand on trinque, tu ramasses les VERRES.
Céline, BATAIRE,

Op hoeveel KLANKEN rijmen de twee bovenstaande verzen?

 

Slide 12 - Tekstslide

3. les VERRES.
Céline, BATAIRE,
op hoeveel KLANKEN rijmt dit?
A
1
B
3
C
2
D
4

Slide 13 - Quizvraag

les VERRES- Céline, BATAIRE > è-r

Slide 14 - Tekstslide

Pilotes d'avion ou infirmières,
chauffeurs de camion, hôtesses de l'air,
boulangers ou marins-pêcheurs.
Un verre aux champions des pires horaires,
aux jeunes parents bercés par les pleurs
aux insomniaques de PROFESSION
et tous ceux qui souffrent de peines de cœur,
qui n'ont pas le cœur aux CÉLÉBRATION,
qui n'ont pas le cœur aux célébrations.

Vliegtuigpiloten of verpleegsters,
vrachtwagenchauffeurs, stewardessen,
bakkers of zeevissers.
Een toast op de kampioenen met de slechtste roosters,
op de jonge ouders, gewiegd door tranen
op de professionele slapelozen
en al degenen die lijden aan hartzeer,
die geen zin hebben om iets te vieren,
die geen zin hebben om iets te vieren.

Slide 15 - Tekstslide

rijmkwaliteit
aux insomniaques de PROFESSION,
qui n'ont pas le cœur aux CÉLÉBRATION,


Op hoeveel KLANKEN rijmen de twee bovenstaande verzen?

 

Slide 16 - Tekstslide

4. PROFESSION-CÉLÉBRATION
op hoeveel KLANKEN rijmt dit?
A
1
B
3
C
2
D
4

Slide 17 - Quizvraag

PROFESSION-CÉLÉBRATION > s-j-õ

Slide 18 - Tekstslide

rijmkwaliteit
Tel het aantal rijmende klanken om de rijmkwaliteit te beoordelen:
- 1 rijmklank : rime pauvre
- 2 rijmklanken : rime suffisante
- 3 (of meer) rijmklanken : rime riche

Slide 19 - Tekstslide


Quoi les bonnes manières ?
Pourquoi j'f'rais semblant ?
Toute façon elle est payée pour le faire ?
Tu t'prends pour ma mère ?
Dans une heure j'reviens, qu'ce soit propre,
qu'on puisse y manger par terre.
Trois heures que j'attends, franchement
Il les fabrique ou quoi ?
Heureusement qu'c'est que deux verres,
appelle-moi ton responsable !
Et fais vite, elle pourrait se finir comme ça ta carrière.

Oui, célébrons ceux qui ne célèbrent pas.
Encore une fois, j'aimerais lever mon verre
à ceux qui n'en ont pas,
à ceux qui n'en ont pas,
à ceux qui n'en ont pas.


Hoezo goede manieren?
Waarom zou ik doen ik alsof?
Ze wordt er toch voor betaald?
Denk je dat je mijn moeder bent?
Over een uur ben ik terug, dan moet het zo schoon zijn
dat je er van de grond kan eten!
Ik wacht eerlijkgezegd al drie uur.
Gaat ie ze nog maken of wat?
Gelukkig zijn het maar twee glazen,
haal je baas !
En snel, het zou je je carrière kunnen kosten.


Ja, Laten we vieren wie niet kan vieren.
Ik zou mijn glas nog eens willen heffen
op degenen die er geen hebben,
op degenen die er geen hebben,
op degenen die er geen hebben.

Slide 20 - Tekstslide

5. MANIÈRE - FAIRE
Wat is de rijmkwaliteit van deze rijm?
A
rime pauvre (arm)
B
rime riche (rijk)
C
rime suffisante (voldoende)
D
4

Slide 21 - Quizvraag

MANIÈRE - FAIRE > è-r > 2 > suffisante

Slide 22 - Tekstslide

6. SEMBLANT- FRANCHEMENT
Wat is de rijmkwaliteit van deze rijm?
A
rime pauvre (arm)
B
rime riche (rijk)
C
rime suffisante (voldoende)
D
4

Slide 23 - Quizvraag

SEMBLANT- FRANCHEMENT > ã > 1 > pauvre/arm

Slide 24 - Tekstslide

le 17 avril 
- Qu'est-ce que tu feras demain ?
- corriger 8a, 8b, 9a
- vormanalyse - rijm
- lire Ibrahim et les Fleurs dur Coran

Slide 25 - Tekstslide

Devoirs
- Fais 8c, 9b
- Apprends Leidse Lijst p. 5
- Fais poëzieproject C c&d (geef uit de in C gegeven verzen voorbeelden van mannelijke, vrouwelijk, arme, voldoende en rijke rijm)


Slide 26 - Tekstslide

Geef de juiste vorm van de FUTUR of de CONDITIONNEL
1. Nous (zouden willen) manger quelque chose.
2. Je (zal gaan) à Paris pendant les vacances d'été.
3. Les garçons (zullen maken) une surprise pour Paul.
4. (zou kunnen)-tu me donner le sel, s'il te plaît?
5. (zou weten)- vous l'heure, s'il vous plaît?
6. Les élèves (zullen gebruiken) la petite porte, probablement.
7. Elle (zal zien) ce que nous avons préparé pour elle!
8. Nous (zouden laten zien) notre présentation, mais la prof n'est pas venue.
9. Luc (zou helpen) sa mère, mais il est devenu malade.
10. Ils (zouden komen) à la fête, mais ils ne sont pas venus.

Slide 27 - Tekstslide

le 9 avril

Slide 28 - Tekstslide

Mini-test
1. premier
2. chaud
3. le chien
4. la poubelle
5.  le lit
6. la feuille
7. sous
8. entend
9. le chasseur
timer
3:00

Slide 29 - Tekstslide

le 9 avril

Slide 30 - Tekstslide

le 9 avril

Slide 31 - Tekstslide

le 9 avril

Slide 32 - Tekstslide

le 9 avril

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Woordweb


A

Slide 35 - Quizvraag

Qu'est-ce que tu feras demain ?

Slide 36 - Open vraag