Week 15 Ne 2 Mavo H5 Spelling: verkleinwoorden

Verkleinwoorden
Nieuw Nederlands 6e editie
2  vmbo-T/havo
H5. Taalverzorging spelling: verkleinwoorden
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Verkleinwoorden
Nieuw Nederlands 6e editie
2  vmbo-T/havo
H5. Taalverzorging spelling: verkleinwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je leert de verkleinwoorden goed te spellen.


Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je er al van?
Noteer drie verkleinwoorden.

Slide 3 - Woordweb

Uitleg werkwijze
Tijdens het bekijken en beluisteren van de video-uitleg moet je een aantal vragen beantwoorden. Daarnaast moet je het theorieschema verder invullen. Dat schema (Worddocument) hangt in de studiewijzer (hoofdstuk 5- les 13) en kun je op je laptop verder invullen, terwijl of nadat je de video hebt bekeken. Sla het door jou ingevulde document goed op.
Uitleg werkwijze

Slide 4 - Tekstslide

6

Slide 5 - Video

00:32

Verkleinwoorden maak je door
-je, -kje, -pje, -tje of -etje achter het .............. te zetten.
A
lidwoord
B
bijwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
zelfstandig naamwoord

Slide 6 - Quizvraag

00:52

Basis
De volgende verkleinwoorden zijn goed geschreven:
A
geheimpje, koninkje, bankje, stoeltje, tekeningetje
B
geheimpje, koningkje, bankje, stoeltje, tekeningetje
C
geheimpje, koninkje, bangkje, stoeltje, tekeningetje
D
geheimpje, koninkje, bankje, stoeltje, tekeningentje

Slide 7 - Quizvraag

01:15

Korte klanken worden in het verkleinwoord soms lang. Dus de verkleinwoorden van 'glas' en 'pad' worden
A
glasje en padje
B
glaasje en padje
C
glasje en paadje
D
glaasje en paadje

Slide 8 - Quizvraag

01:16

Als je goed naar de uitleg hebt gekeken en geluisterd, weet je dat het verkleinwoord van 'bikini' dus wordt:
A
bikinitje
B
bikinietje
C
bikini'tje
D
bikinetje

Slide 9 - Quizvraag

01:46

Dus de verkleinwoorden van opa, menu, comité en radio worden ...
A
opa'tje, menu'tje, comité'tje, radio'tje
B
opatje, menutje, comitétje, radiotje
C
opaatje, menuutje, comiteetje, radiootje

Slide 10 - Quizvraag

02:23

De verkleinwoorden van hobby, A3, pdf, en het getal 5 worden als volgt goed geschreven: 
A
hobbietje, A3tje, pdfje, 5je
B
hobby'tje, A3'tje, pdf'je, 5je

Slide 11 - Quizvraag


De uitlegvideo begon met de vraag hoe je de verkleinwoorden van taxi en café zou moeten schrijven. Het goede antwoord zou je nu moeten weten. 
A
taxi'tje, cafeetje
B
taxietje, cafeetje
C
taxietje, cafétje
D
taxi'tje, cafétje

Slide 12 - Quizvraag


Maak een duidelijk foto van het door jou ingevulde schema over de theorie van verkleinwoorden en upload de foto hier. 

Dit is géén keuzeopdracht. Dit moet je doen, vóórdat je verder gaat. 

Slide 13 - Open vraag

En dan nu een sleepvraag

Slide 14 - Tekstslide

'pje
'tje
'etje
'kje
'je
lolly
boom
cake
moskee
koning
wc
bloem
weg
dans
ketting

Slide 15 - Sleepvraag

Wat is het goede verkleinwoord van
bikini?
A
bikinietje
B
bikinitje

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het goede verkleinwoord van
accu?
A
accu'tje
B
accuutje
C
accutje
D
accu-tje

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het goede verkleinwoord van
ski?
A
skitje
B
skietje
C
ski'tje
D
ski-tje

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het goede verkleinwoord van
opa?
A
opatje
B
opa'tje
C
opaatje

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het goede verkleinwoord van
raam?
A
raampje
B
raamje
C
raamtje

Slide 20 - Quizvraag

Verkleinwoorden: goed of fout?
A4'tje
A
goed
B
fout

Slide 21 - Quizvraag

Verkleinwoorden van oma, ski en café zijn goed geschreven bij:
A
oma'tje, skietje en cafeetje
B
omaatje, ski'tje en cafe'tje
C
omaatje, skietje en cafeetje
D
oma'tje, ski'tje en cafeetje

Slide 22 - Quizvraag

Wat is het verkleinwoord van
koning?

Slide 23 - Open vraag

Wat is het verkleinwoord van
bij?

Slide 24 - Open vraag

Wat is het verkleinwoord van
jongen?

Slide 25 - Open vraag

Wat is het verkleinwoord van
radio?

Slide 26 - Open vraag

En nu?    

A) Maak de opdrachten in Magister Nieuw Nederlands 6e
Hoofdstuk 5
- Taalverzorging - Verkleinwoorden

MAVO: opdrachten 1, 2, 2, 3, 3, 4, 5, 6 en 7.  

Let op: 
  • goede zinnen
  • hoofdletters en leestekens
  • streven minimaal 65%, maar als je het spiekbriefje met theorie erbij houdt dat je tijdens de les hebt gemaakt, zou je 100% moeten kunnen halen.


Slide 27 - Tekstslide

Afsluiting

Vervolgens sluit je deze les in LessonUp af door de slides (29, 30 en 31) te bekijken en te beantwoorden.

Slide 28 - Tekstslide


Maak de quiz en stuur door hoeveel vragen van de 20 je er goed had.   Quizizz verkleinwoorden
Heb je minder dan 65% goed in de quiz en dan zul je nog meer moeten oefenen. Ga dan naar slide 33.

Slide 29 - Open vraag

Je hebt nu alles af van dit onderdeel. Schrijf twee dingen op die je van deze uitleg en oefeningen hebt geleerd.

Slide 30 - Open vraag

Stel één vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 31 - Open vraag