Security H1

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
ICTMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Security

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Wat is cybersecurity?
A
Het ontwerpen van computers en netwerken.
B
Het repareren van computers en netwerken.
C
Het hacken van computers en netwerken.
D
Het beschermen van computers en netwerken.

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste reden om cybersecurity te implementeren?
A
Het beschermen van gevoelige gegevens.
B
Het vergroten van de opslagcapaciteit van computers en netwerken.
C
Het verbeteren van de prestaties van computers en netwerken.
D
Het verlagen van de kosten van computers en netwerken.

Slide 22 - Quizvraag

Welke van de volgende methoden is GEEN voorbeeld van een cybersecuritymaatregel?
A
Het regelmatig updaten van software.
B
Het gebruik van firewalls.
C
Het implementeren van authenticatieprocedures.
D
Het delen van wachtwoorden via e-mail.

Slide 23 - Quizvraag

Wat is persoonlijke data? (meerdere antwoorden zijn goed)
A
Informatie over een identificeerbare natuurlijke persoon
B
Gegevens die naar een persoon herleidbaar zijn
C
Informatie over een overleden persoon
D
Informatie over een bedrijf

Slide 24 - Quizvraag

Wat betekent 'beschikbaarheid' van data?
A
Data is alleen toegankelijk op specifieke tijden.
B
Data is beperkt toegankelijk voor specifieke medewerkers.
C
Data is alleen toegankelijk voor de IT-afdeling.
D
Data is toegankelijk wanneer nodig.

Slide 25 - Quizvraag

Wat is 'confidentialiteit' van data?
A
Data is voor iedereen toegankelijk.
B
Data is alleen toegankelijk voor de directie.
C
Data is alleen toegankelijk voor geautoriseerde personen.
D
Data is alleen toegankelijk voor medewerkers met een bepaalde functie.

Slide 26 - Quizvraag

Wat is 'integriteit' van data?
A
Data is betrouwbaar en accuraat.
B
Data is beperkt toegankelijk voor specifieke medewerkers.
C
Data is alleen toegankelijk voor de IT-afdeling.
D
Data is alleen toegankelijk op specifieke tijden.

Slide 27 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een gevolg van een beveiligingsinbreuk?
A
Het verhogen van de winst
B
Een betere klantenservice
C
Datalekken en diefstal van persoonlijke informatie
D
Het upgraden van beveiligingssystemen

Slide 28 - Quizvraag

Wat kan er gebeuren als gevolg van een beveiligingsinbreuk?
A
Klantvertrouwen kan worden geschaad
B
Personeel kan gemotiveerder zijn
C
Concurrentievoordeel kan worden behaald
D
Bedrijfsproductiviteit kan toenemen

Slide 29 - Quizvraag

Hoe kunnen bedrijven worden beïnvloed als gevolg van een beveiligingsinbreuk?
A
Er kan reputatieschade optreden
B
Bedrijven kunnen meer omzet genereren
C
Bedrijven kunnen hun klanten beter bedienen
D
Bedrijven kunnen sneller groeien

Slide 30 - Quizvraag

Wat is een white hat hacker?
A
Een ethische hacker die werkt voor beveiligingsbedrijven
B
Een hacker die zich richt op het verspreiden van kwaadaardige software
C
Een hacker die zich richt op het verkrijgen van persoonlijke gegevens
D
Een hacker die geen kwaad in de zin heeft

Slide 31 - Quizvraag

Wat is het doel van een grey hat hacker?
A
Het verkrijgen van persoonlijke informatie
B
Het vinden van kwetsbaarheden in systemen en deze rapporteren
C
Het uitvoeren van DDoS-aanvallen
D
Het verspreiden van kwaadaardige software

Slide 32 - Quizvraag

Wat is een black hat hacker?
A
Een ethische hacker die werkt voor beveiligingsbedrijven
B
Een hacker die zich richt op het verkrijgen van persoonlijke gegevens
C
Een hacker die zich richt op het verspreiden van kwaadaardige software
D
Een hacker die zich richt op het uitvoeren van illegale activiteiten

Slide 33 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een interne dreiging?
A
Een phishing e-mail die naar alle medewerkers wordt verstuurd.
B
Een concurrent die bedrijfsgeheimen probeert te achterhalen.
C
Een hacker die het netwerk probeert binnen te dringen.
D
Een medewerker die vertrouwelijke informatie steelt.

Slide 34 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een externe dreiging?
A
Een medewerker die vertrouwelijke informatie steelt.
B
Een concurrent die bedrijfsgeheimen probeert te achterhalen.
C
Een hacker die het netwerk probeert binnen te dringen.
D
Een phishing e-mail die naar alle medewerkers wordt verstuurd.

Slide 35 - Quizvraag

Wat is cyberoorlog?
A
Een oorlog met robots en drones.
B
Een conflict tussen landen via het internet.
C
Een oorlog tussen hackers.
D
Een oorlog via postduiven.

Slide 36 - Quizvraag

Wat zijn de doelen van een cyberaanval?
A
Spionage, sabotage en diefstal.
B
Het uitvoeren van DDoS-aanvallen.
C
Het verspreiden van virussen.
D
Het hacken van sociale media accounts.

Slide 37 - Quizvraag

Wat is het doel van hackers die identiteitsdiefstal plegen?
A
Wraak nemen
B
Winst op korte termijn
C
Winst op lange termijn
D
Vernietiging van gegevens

Slide 38 - Quizvraag

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 42 - Poll

Wat vonden jullie van het gebruik van LessonUp?

Slide 43 - Poll