H1 Grammatica Zinsdelen

Vandaag:
Zinsdelen (grammatica H1)
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Vandaag:
Zinsdelen (grammatica H1)

Slide 1 - Tekstslide

Hieronder vind je een aantal woorden/groepjes woorden.
Maak hiermee zoveel mogelijk verschillende zinnen.
Gebruik in elke zin alle woorden/groepjes woorden.

Vorig jaar heb ik voor mijn vrienden een damtoernooi georganiseerd.

Slide 2 - Open vraag

Grammatica zinsdelen H1
Persoonsvorm
Persoonsvorm vinden:
- Maak van de zin een vraag,
de persoonsvorm is dan het 1e werkwoord in de zin.
- Zet de zin in een andere tijd,
het werkwoord dat verandert is de persoonsvorm
- Verander het getal van de zin, 
maak van enkelvoud meervoud of andersom,
het werkwoord dat verandert is de persoonsvorm

Slide 3 - Tekstslide

"Alle kinderen vinden de persoonsvorm in deze zin."
De persoonsvorm =
A
kinderen
B
vinden
C
persoonsvorm
D
deze

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm?
- Waarom wandelt Kees de avondvierdaagse?
A
Waarom
B
Er is geen persoonsvorm.
C
wandelt
D
Kees

Slide 5 - Quizvraag

 H1 grammatica zinsdelen
Zinnen bestaan uit zinsdelen: 
één woord of een groepje woorden die bij elkaar horen. Je kunt een zinsdeel meestal vooraan in de zin plaatsen: voor de persoonsvorm.

Bijvoorbeeld: 
In Lord of the Rings / moet / de hobbit Frodo / een ring / vernietigen.

Slide 6 - Tekstslide

Zinsdelen vinden

Slide 7 - Tekstslide

ZINSDELEN

Slide 8 - Tekstslide

Verdeel onderstaande zin in zinsdelen
Josefien wil zaterdag graag winkelen.

Slide 9 - Open vraag

 H1 grammatica zinsdelen
Onderwerp vinden:
- Stel de vraag: Wie/Wat + persoonsvorm
--> het antwoord is het onderwerp.

Bijvoorbeeld:  
Mijn nichtjes hebben gisteren bij Jim een taart gebakken voor oma.
Wie + PV? Wie hebben? Mijn nichtjes.

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het onderwerp in deze zin?

De meeste leerlingen waren wel in voor een grapje
A
De meeste leerlingen
B
waren
C
wel in
D
voor een grapje

Slide 11 - Quizvraag

Opdracht deze les
NL Online
H1 Grammatica zinsdelen, persoonsvorm, onderwerp
= huiswerk 5 januari


Klaar?
H1 Trainen (rechterkolom) 'grammatica zinsdelen'

Slide 12 - Tekstslide

Wat is in deze zin de persoonsvorm?

Zetten jullie de afvalcontainer op tijd buiten?
A
Zetten
B
jullie
C
de afvalcontainer
D
op tijd buiten

Slide 13 - Quizvraag

Verdeel deze zin in zinsdelen:

Vriendschapsbandjes zijn lange tijd in de mode geweest.

Slide 14 - Open vraag

Wat is het onderwerp in deze zin?

Vakantie blijkt voor veel mensen een bron van inspiratie.
A
Vakantie
B
blijkt
C
voor veel mensen
D
een bron van inspiratie

Slide 15 - Quizvraag

Einde van de les
Leerdoelen:
- Ik kan de persoonsvorm in een zin vinden
- Ik kan een zin in zinsdelen verdelen
- Ik kan het onderwerp in een zin vinden

Huiswerk:
5 januari: H1 grammatica zinsdelen af

Slide 16 - Tekstslide