8.1 Het werkt (+ oefenen 8.1 en 8.2)

 Welkom!                                                          
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

 Welkom!                                                          

Slide 1 - Tekstslide

"Je lichaam werkt"
                              Wat komt er aan bod?

  • Orgaanstelsels <---> cellen
  • Ademhaling
  • Transport in bloed
  • De bloedsomloop
  • (Lymfe- )

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik!

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Orgaanstelsels
  • Verteringsstelsel
  • Ademhalingsstelsel
  • Bloedvatenstelsel
  • Uitscheidingsstelsel
  • Zenuwstelsel

Slide 5 - Tekstslide

Hoe zijn cellen gebouwd?

Slide 6 - Tekstslide

Organellen
  • Celkern: regelcentrum,  bevat DNA --> recepten voor het maken van eiwitten
  • Ribosomen: maken de eiwitten
  • Endoplasmatisch reticulum: netwerk voor het vervoer van eiwitten
  • Mitochondiën: de energiecentrales --> verbr. glucose

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Zelf doen!
De paragraaf lezen +
Opdrachten 1 t/m 10 (V)
1 t/m 7 (H)

Slide 9 - Tekstslide

 Welkom!                                                          

Slide 10 - Tekstslide

Energie

Je hebt altijd energie nodig;

  • Spieren te laten bewegen.
  • Je warm te houden
  • Nadenken
  • Eten verteren

Slide 11 - Tekstslide

Hoe komen je spieren aan energie?
Orgaanstelsels die hierbij helpen:
via verteringsstelsel glucose in bloed
via ademhalingsstelsel zuurstof in bloed
via bloedvatenstelsel glucose en zuurstof in 
spieren

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Hoe komen spieren aan energie?

Slide 14 - Tekstslide

Hoe komen spieren aan energie?
Energie uit glucose komt 
vrij door verbranding

Slide 15 - Tekstslide

Zelf doen!
Maken 11 t/m 14
( 1 t/m 10 had je al gedaan...) V

--->   1 t/m 12 (H)

Slide 16 - Tekstslide

Oefenen!

Slide 17 - Tekstslide

Wat verstaan we onder een orgaanstelsel?
A
alle organen die werken
B
alle organen die bezig zijn met leven
C
alle levende organen
D
alle organen die samenwerken aan 1 taak

Slide 18 - Quizvraag

Wat zijn de restproducten van de verbranding?
A
co2 en energie
B
water en warmte
C
co2 en warmte
D
water en co2

Slide 19 - Quizvraag

->
-->
koolstofdioxide

water
zuurstof

glucose
energie

Slide 20 - Sleepvraag

mond, slokdarm, lever, maag, dunne darm, dikke darm, anus
neusholte, mondholte, luchtpijp, long
bloedvaten, hart
nier, urineleider, blaas, urinebuis
hersenen, ruggenmerg, zenuwen
Bloedvatenstelsel
Ademhalingsstelsel
Verteringsstelsel
Uitscheidingsstelsel
Zenuwstelsel

Slide 21 - Sleepvraag

Wat verstaan we onder gaswisseling?
A
Het verwijderen van afvalstoffen uit het lichaam
B
Het transport van voedingsstoffen in het bloed
C
Het produceren van energie in de cellen
D
Het uitwisselen van zuurstof en koolstofdioxide in de longen

Slide 22 - Quizvraag

Hoe komt een inademing tot stand?
A
Het middenrif ontspant en de ribben gaan omlaag
B
De longen persen lucht naar buiten
C
Het middenrif trekt samen en de ribben gaan omhoog
D
De buikspieren trekken samen en de ribben gaan omlaag

Slide 23 - Quizvraag

Hoe wordt de ademhaling geregeld?
A
Door de longen
B
Door het ademhalingscentrum in de hersenen
C
Door de maag
D
Door het hart

Slide 24 - Quizvraag

De luchtpijp vertakt zich in
A
de bronchiën
B
longblaasjes
C
luchtpijpvaten
D
luchtpijptakjes

Slide 25 - Quizvraag

Je kunt beter ademhalen door je neus omdat
A
de lucht dan wordt verwarmd
B
je gewaarschuwd wordt voor gevaarlijke stoffen
C
de lucht vochtig gemaakt wordt
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide