02.02: Ordenen van organismen

  1. Je komt op tijd in de les
  2. Je zit samen met je groepje
  3. Telefoon op stil/uit en in je tas
  4. Op tafel: alle boekjes, je schrift, pen, stempelkaart, agenda
  5. Iedereen is stil en richt zijn aandacht op de docent
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
biologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

  1. Je komt op tijd in de les
  2. Je zit samen met je groepje
  3. Telefoon op stil/uit en in je tas
  4. Op tafel: alle boekjes, je schrift, pen, stempelkaart, agenda
  5. Iedereen is stil en richt zijn aandacht op de docent

Slide 1 - Tekstslide

Planning

1. Mededelingen > Vrijdag 12 november her. Rep H1, 15.20-16.20 @ A303. Aanmelden op inschrijflijst
2. Dossiers terug
3. Herhaling 02.01
4. Uitleg 02.02
5. Werken/stempelen



Slide 2 - Tekstslide

  • Dossier cijfer: onvoldoende = een voorlopig cijfer. 
  • Zet in je agenda:
Ma 15/11: tussentoets 02.01 + 02.02
1BG:Wo 24/11: herkansing SO eenheden
1BF: Vr 26/11: herkansing SO eenheden
Ma 29/11: tussentoets 02.03 + 02.04
Wo 8/12: tussentoets 02.05
  • Dossier cijfer: onvoldoende = een voorlopig cijfer.
Zet in je agenda:
Ma 15/11: tussentoets 02.01 + 02.02
1BG: Wo 24/11: herkansing SO eenheden
1BF: Vr 26/11: herkansing SO eenheden
Ma 29/11: tussentoets 02.03 + 02.04
Wo 8/12: tussentoets 02.05
Vr 17/12: Repetitie H2 (02.01-02.05, BK + KK)
Ma 20/12: Inleveren Dossier H2 
Ma 20/12: Herkansing SO eenheden 

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen 02.01
- Je kan uitleggen wat ordenen is
- Je kan uitleggen wat een criterium is
- Je kan uitleggen wat rangschikken is
- Je kan uitleggen waarom er wordt geordend

Slide 4 - Tekstslide

Rangschikken = binnen een groep dingen op volgorde leggen

Slide 5 - Tekstslide

Binnen een groep kun je subgroepen (ondergroepen) maken.
vb: Je ordent de klas in op basis van het criterium : houdt van ijs.
De groep die van ijs houdt, kun je weer onderverdelen in personen die van waterijsjes houden, of van softijs. 
Ze passen dan beide in de hoofdgroep: ijsliefhebbers, maar behoren tot 2 verschillende subgroepen. 

Slide 6 - Tekstslide

Ordenen: orde creëren in de chaos / indelen in groepen met dezelfde eigenschappen
Het kenmerk waaraan een voorwerp moet voldoen om bij een bepaalde groep te horen > criterium
Criterium:
- min. 200 blz
- Harde kaft 
- Groene kaft
- Onderwerp..
- Schrijver..

Slide 7 - Tekstslide

Doelen 02.02: ordenen van organismen
  • Je kunt uitleggen wat een organisme is
  • Je kunt uitleggen in welke 4 rijken organismen worden ingedeeld en je kent van elk rijk de criteria 
  • Je kan de onderdelen van een cel benoemen en herkennen
  • Je kan uitleggen tot welk rijk een organisme hoort aan de hand van een vragenlijst
  • Je kan uitleggen dat je rijken kan indelen in afdelingen en klassen
  • Je kan uitleggen wat gewervelde dieren zijn
  • Je kan de gewervelde dieren onderverdelen in 5 klassen, en hun kenmerken benoemen

Slide 8 - Tekstslide

Een organisme = iets wat leeft
Alle organismen op aarde kun je ordenen in 4 hoofdgroepen (4 rijken):

Bacteriën, schimmels, planten en dieren (waaronder de mens!)

Slide 9 - Tekstslide

de 4 rijken
Geordend op de criteria: heeft het een celkern, een celwand en bladgroenkorrels?

Een cel heeft altijd een celmembraan (houdt de cel bij elkaar)


Slide 10 - Tekstslide

Onderdelen cel
Celkern: hier zit DNA in
Bij bacteriën zweeft het DNA los in de cel
Celmembraan: houdt elke cel bij elkaar
Celwand: stevige dikke wand (alleen dieren hebben dit niet)
Bladgroenkorrels: voor fotosynthese, alleen planten hebben dit

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

De rijken verdeel je in subgroepen: afdelingen
Planten kan je indelen in 3 afdelingen:

Wieren
Sporenplanten
Zaadplanten


Slide 13 - Tekstslide

Stam = afdeling

Slide 14 - Tekstslide

Rijk: dieren. Afdeling: gewervelden. Klassen... zie tabel 4, blauwe boekje blz 34!

Slide 15 - Tekstslide

Er zijn altijd uitzonderingen..
Vogelbekdier (zoogdier)



Doorhaai (vis)
Adder (reptiel)

Slide 16 - Tekstslide

Doelen 02.02: ordenen van organismen
  • Je kunt uitleggen wat een organisme is
  • Je kunt uitleggen in welke 4 rijken organismen worden ingedeeld en je kent van elk rijk de criteria 
  • Je kan de onderdelen van een cel benoemen en herkennen
  • Je kan uitleggen tot welk rijk een organisme hoort aan de hand van een vragenlijst
  • Je kan uitleggen dat je rijken kan indelen in afdelingen en klassen
  • Je kan uitleggen wat gewervelde dieren zijn
  • Je kan de gewervelde dieren onderverdelen in 5 klassen, en hun kenmerken benoemen

Slide 17 - Tekstslide

Wat ga je nu doen?
1. Afsprakenlijst afmaken met je groepje (zie stempelkaart)
2. Afmaken 02.01 + 02.02 & nakijken (zie stempelkaart)
3. Samenvatting maken 02.01 + 02.02

Ik kom per groepje langslopen voor het stempelen. 

Slide 18 - Tekstslide