Hoe overleef ik mijn vakantie in Spanje - clase 6

Programa de hoy
1. Presentarse
2. Vivir mi vida
3. Repetir ir
4. Skribbl
5. Tarea final

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Programa de hoy
1. Presentarse
2. Vivir mi vida
3. Repetir ir
4. Skribbl
5. Tarea final

Slide 1 - Tekstslide

Ik heet ...
Ik ben ... jaar
Mijn school is ...
Ik woon in ...

Me llamo ...
Tengo ... años
Mi instituto es ...
Vivo en ...

Slide 2 - Tekstslide

Vivir mi vida
¡Vamos a escuchar una canción!

Via de chat krijg je de tekst van het liedje. Vul de ontbrekende woorden in tijdens het luisteren.
--> Versie A: iets makkelijker
--> Versie B: iets moeilijker

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

voy a reír, voy a bailar
voy a reír, voy a gozar

para qué sufrir
para qué llorar

voy a vivir el momento
voy a escuchar en silencio

empieza a soñar

Slide 5 - Tekstslide

voy a reír, voy a bailar
voy a reír, voy a gozar

para qué sufrir
para qué llorar

voy a vivir el momento
voy a escuchar en silencio

empieza a soñar
ik ga lachen, ik ga dansen
ik ga lachen, ik ga genieten

waarom lijden
waarom huilen

ik ga het moment (be)leven
ik ga in stilte luisteren

begin te dromen

Slide 6 - Tekstslide

El verbo ir (gaan)

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

ir + a + heel werkwoord
(optioneel)
ir
a + heel ww
yo
voy
a bailar
vas
a reír
él/ella/usted
va
a soñar
nosotros/nosotras
vamos
a escuchar
vosostros/vosotras
vais
a gozar
ellos/ellas/ustedes
van
a cantar

Slide 9 - Tekstslide

actividades de vacaciones

Slide 10 - Woordweb

Slide 11 - Tekstslide

Gaan jullie zwemmen?

Slide 12 - Open vraag

Juan gaat een excursie doen

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Eindopdracht (23-6 af)
Je maakt een folder voor een rondreis in het Spaans met minimaal:
- Algemene informatie over de reis (soort reis, verblijfplaats(en), kosten, duur, het weer ter plekke, een paklijst, etc.)
- Informatie over de plaatsen waar je naartoe gaat en hoe je daar komt.
- Activiteiten die er onderweg te doen zijn.
Je mag de opdracht uitbreiden met:
Wat je kunt en wilt! Bijvoorbeeld een ervaring van iemand die de reis gemaakt heeft, tips voor een lekker restaurant, een interessant weetje...

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide