Engeland
1 / 22
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
What do you know about Engeland?
Slide 2 - Woordweb
Slide 3 - Video
Hoe zeg je in het Engels:
Ik woon in Londen.
Ik woon in Londen.
A
I live in London.
B
I am in London.
Slide 4 - Quizvraag
wat is een ander woord voor metro in Londen?
A
underground
B
train
C
bus
D
car
Slide 5 - Quizvraag
Welke grote rivier stroomt door Londen?
A
The Donau
B
The Thames
C
The Great Ouse
D
The Trent
Slide 6 - Quizvraag
Wie woont er in Buckingham Palace?
A
De minister-president
B
De koning als hij in Londen is.
C
De kroonprins en zijn vrouw
D
Niemand, het is een museum
Slide 7 - Quizvraag
Hoe wordt een vrachtwagen in Engeland genoemd?
A
Lorry
B
Big car
C
Truck
D
Big Ben
Slide 8 - Quizvraag
Hoe wordt tweede kerstdag genoemd in Engeland?
A
Second Christmas Day
B
Boxing Day
C
Thanksgiving Day
D
Black Friday
Slide 9 - Quizvraag
Hoe zeg je in het Engels:
Leuk je te ontmoeten.
Leuk je te ontmoeten.
A
Nice to meet you.
B
Nice meeting you.
C
Nice meet you.
D
Nice to have met you.
Slide 10 - Quizvraag
Het London Eye is even lang als vier voetbalvelden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Hoe heet de vlag van het Verenigd Koninkrijk?
A
Union Jack
B
Union John
C
Jack Sparrow
D
Union Sparrow
Slide 12 - Quizvraag
Welke bezienswaardiheid staat in London?
A
De notre dame
B
De Big Ben
C
De eiffeltoren
D
De Golden Gate bridge
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de hoofdstad van Engeland?
A
London
B
Sussex
C
Manchester
D
Liverpool
Slide 14 - Quizvraag
Wat is Madame Tussauds?
A
Een museum met wassen beelden
B
Een museum met dinosaurus botten
C
Een voetbal stadion
D
Een kerk
Slide 15 - Quizvraag
Wat is een bekend gerecht in Engeland?
A
Fish 'n Chips
B
English breakfast
C
Haggis
D
Breakfast Club
Slide 16 - Quizvraag
Sleep het plaatje bij de juiste namen.
The Walkie Talkie
The Cheese Grater
The Shard (de scherf)
The Gherkin (de augurk)
Slide 17 - Sleepvraag
Slide 18 - Tekstslide
What do you know about schools in England
