Tekst vertalen

Tekst Vertalen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Tekst Vertalen

Slide 1 - Tekstslide

vertaalstappen


1. zoek de pv en kijk in welke tijd die staat.
2. zoek het onderwerp.
3. zoek het lijdend voorwerp.
4. zoek het meewerkend voorwerp.
5. zoek de rest.

Slide 2 - Tekstslide

Lucius en Lucia ... een tweeling. (erant)
A
zijn
B
waren
C
is
D
waren geweest

Slide 3 - Quizvraag

ze ... door de straten. (currebant)
A
rennen
B
hadden gerend
C
rent
D
renden

Slide 4 - Quizvraag

Esuriebant et sitiebant, want ze waren al lang in Circus Maximus geweest, ubi Ludos spectaverant.
Esurire: honger hebben. sitire: dorst hebben.

Slide 5 - Open vraag

Tandem anheli puer et puella domum intraverunt. In welke tijd staat de pv?
A
praesens
B
perfectum
C
imperfectum
D
plusquamperfectum

Slide 6 - Quizvraag

mater filiam et filium itrare audivit

Slide 7 - Open vraag

Rogavit: ‘Avete, Luci et Lucia, quid hodie vidistis?
wat vraagt de moeder?
A
wie ze hebben gezien
B
wat ze hebben gezien
C
hoe ze hebben gezien
D
waarom ze hebben gezien

Slide 8 - Quizvraag

Quis aurigariorum plurima certamina vicit?
vertaal vicit
A
gewonnen
B
had gewonnen
C
heeft gewonnen
D
is gewonnen

Slide 9 - Quizvraag

‘Diocles optime equos rexit et ideo saepe victor fuit.’
waarom won diocles vaak?
A
doordat hij de beste paarde had
B
doordat hij het beste was
C
doordat hij van zijn paard was gevallen
D
doordat hij zijn paarden het beste leidde

Slide 10 - Quizvraag

Euthymum autem iniuria vicit Diocles,
wie is het onderwerp?
A
Diocles
B
Euthymum

Slide 11 - Quizvraag

quod Euthymus culpa Dioclis rota quadrigae metam tetigerat.
wat raakte het wiel van Euthymus aan?
A
de wagen van diocles
B
het keerpunt
C
zijn paard
D
de tribune

Slide 12 - Quizvraag

Ideo cecidit.’

Slide 13 - Open vraag

frater risit

Slide 14 - Open vraag

Tu, sicut omnes feminae et puellae, Euthymum amas!
wie houdt van wie?
A
de vrouwen van de meisjes
B
Euthymus van de vrouwen en de meisjes
C
de vrouwen en de meisjes van Euthymus
D
de meisjes van de vrouwen en Euthymus

Slide 15 - Quizvraag

ik audivi je tenminste wel, terwijl clamavisti.
vertaal de werkwoorden
A
hoor, riep
B
hoorden, riepen
C
hoorde, riep
D
hoor roep

Slide 16 - Quizvraag

“amo te, Euthyme!”

Slide 17 - Open vraag

Incepit Lucia.
vertaal incepit.
A
begint
B
begon
C
start
D
heeft gestart

Slide 18 - Quizvraag

‘Haud id feci.
in deze zin ... lucia de beschuldiging van Lucius.
A
ontkent
B
ontwijkt
C
accepteert

Slide 19 - Quizvraag

Quomodo scis…?
vertaal de pv
A
wist
B
weet
C
weten
D
heeft geweten

Slide 20 - Quizvraag

toen had de moeder hun (iussit)
vertaal de pv
A
beveelt
B
bevelen
C
bevolen
D
gebeveelt

Slide 21 - Quizvraag

Eos duxit ad cenam,
waar bracht ze hen naar toe.
A
naar het eten
B
naar de tafel
C
naar het drinken
D
naar de maaltijd

Slide 22 - Quizvraag

“Tacete et venite.’

Slide 23 - Open vraag

quam servi iam paraverant.
in welke tijd staat de pv.
A
plusquamperfectum
B
perfectum
C
praesens
D
imperativus

Slide 24 - Quizvraag