Noord-Europa

Noord-Europa (1)
Scandinavië (1)
+
Estland, Letland en Litouwen (2)
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
WereldoriëntatieVoortgezet speciaal onderwijsBasisschool

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Noord-Europa (1)
Scandinavië (1)
+
Estland, Letland en Litouwen (2)

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Welk land hoort niet bij Scandinavie?
A
IJsland
B
Finland
C
Zweden
D
Polen

Slide 3 - Quizvraag

Welke 5 landen horen bij Scandinavië?

Slide 4 - Open vraag

Scandinavië
Noorwegen, Zweden, Finland, Denemarken en IJsland horen bij Scandinavië.

Slide 5 - Tekstslide

Noorwegen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

In welk deel van Europa ligt Noorwegen?
A
Zuid-Europa
B
Noord-Europa
C
West-Europa
D
Oost-Europa

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de hoofdstad van Noorwegen
A
Helsinki
B
Reykjavik
C
Kopenhagen
D
Oslo

Slide 9 - Quizvraag

Kun je aan het op het strand liggen in Noorwegen?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een fjord?
A
hoge berg
B
diepe zee inham
C
oerbos
D
glooiende heuvel

Slide 11 - Quizvraag

Fjord
 Een fjord is een diepe zee-inham die door bergen of heuvels is omgeven. Het water in de fjorden is vaak heel erg diep.

Slide 12 - Tekstslide

Is een fjord een rivier?
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quizvraag

Zee
Het water in de fjorden is zout, fjorden zijn geen rivieren. Het is zeewater. 

Slide 14 - Tekstslide

Zweden

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de hoofdstad van Zweden?
A
Reykjavik
B
Oslo
C
Helsinki
D
Stockholm

Slide 16 - Quizvraag

0

Slide 17 - Video

Welk dier kun je 's morgens tegenkomen?
A
Eland
B
Hert
C
Rendier
D
Haas

Slide 18 - Quizvraag

Welke taal spreken ze in Zweden?

Slide 19 - Open vraag

Op welk meer organiseert hij schaatswedstrijden?
A
Saimaameer
B
Gardameer
C
Runnmeer
D
Bolmenmeer

Slide 20 - Quizvraag

Wat zie je vooral in het landschap van Zweden?
A
mooie (rode) huisjes
B
naaldbomen
C
Ikea
D
Pipi Langkous

Slide 21 - Quizvraag

Finland

Slide 22 - Tekstslide

Wat is de hoofdstad van Finland?
A
Reykjavik
B
Oslo
C
Helsinki
D
Stockholm

Slide 23 - Quizvraag

Welke taal spreken ze in Finland?
A
Zweeds
B
Noors
C
Fins
D
Deens

Slide 24 - Quizvraag

Waar leven de Finnen van?
A
akkerbouw
B
Ikea
C
bosbouw (hout)
D
mobiele telefoons

Slide 25 - Quizvraag

Finland
In heel Finland wordt aan bosbouw gedaan. Er worden hout en houtproducten uitgevoerd.

Akkerbouw is er vooral in het zuiden in de buurt van de kust. Granen, aardappels en suikerbieten groeien er op de akkers. Veeboeren in het zuiden en westen houden vooral rundvee en varkens.

Slide 26 - Tekstslide

IJsland

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Wat is de hoofdstad van IJsland
A
Reykjavik
B
Oslo
C
Helsinki
D
Kopenhagen

Slide 29 - Quizvraag

Hoe oud is IJsland?
A
2 miljoen jaar
B
20 miljoen jaar
C
2 duizend jaar
D
20 duizend jaar

Slide 30 - Quizvraag

Welke taal spreekt men in IJsland

Slide 31 - Open vraag

Waar ligt IJsland tussen?
A
Nederland en Duitsland
B
Polen en Turkije
C
België en Luxemburg
D
Groenland en Europa

Slide 32 - Quizvraag

Wat staat er op de IJslandse muntjes?
A
De president
B
De koning
C
Vissen
D
Gebouwen

Slide 33 - Quizvraag

Is de visvangst belangrijk voor de IJslanders?
A
ja
B
nee

Slide 34 - Quizvraag

Visvangst
De visvangst is voor veel IJslanders belangrijk. Veel vis wordt gedroogd, vooral kabeljauw. Of ze worden in fabrieken verwerkt. Vis en visproducten worden in grote aantallen uitgevoerd.
Er is weinig landbouw; net genoeg om de eigen bevolking te voorzien van voedsel. 

Slide 35 - Tekstslide

Denemarken

Slide 36 - Tekstslide

Wat is de hoofdstad van Denemarken?
A
Helsinki
B
Oslo
C
Stockholm
D
Kopenhagen

Slide 37 - Quizvraag

Welke taal spreken ze in Denemarken?

Slide 38 - Open vraag

Slide 39 - Video

Is Denemarken qua landschap te vergelijken met Nederland?
A
ja
B
nee

Slide 40 - Quizvraag

Landschap
Het land van Denemarken is erg vlak en lijkt op wat we in Nederland hebben. Naar het westen toe wordt het land meer heuvelachtig.  

Slide 41 - Tekstslide

Noem een bekend product uit Denemarken?

Slide 42 - Open vraag