36-1,2,3: Variatie zinsbouw/voorbeelden gebruiken

Welkom toppers!
Neem het huiswerk van blz. 236 voor je.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom toppers!
Neem het huiswerk van blz. 236 voor je.

Slide 1 - Tekstslide

Blz. 238
Variatie in zinsbouw.

Aan het eind van de les kun je variëren in zinsbouw om een tekst aantrekkelijk te maken.

Slide 2 - Tekstslide

Variatie in zinsbouw
Het gaat om de woordvolgorde in een zin. Wissel bijvoorbeeld de volgorde van onderwerp en persoonsvorm af.

Dus niet: Ik heb vanavond basketbaltraining. Ik haal eerst Mehmet op voordat ik naar de training fiets. Ik fiets na de training met Mehmet mee naar huis.

Maar: Vanavond heb ik basketbaltraining. Ik haal eerst Mehmet op, voordat ik naar de training fiets. Na de training fiets ik met Mehmet mee naar huis.

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk/maken:
Blz. 238: opdracht 1 en 4.

Slide 4 - Tekstslide

Welkom toppers!
Neem het huiswerk van blz. 238 voor je.

Slide 5 - Tekstslide

Blz. 240
Voorbeelden gebruiken
Aan het eind van de les weet je hoe je voorbeelden kunt gebruiken om een tekst aantrekkelijker te maken.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Hoe zoek je een voorbeeld?
Als je de betekenis van een woord niet weet, kijk dan naar een voorbeeld.
Je vindt een voorbeeld door:
  •  Signaalwoorden/verbindingswoorden die een voorbeeld aangeven: 
zoals, als, bijvoorbeeld en een voorbeeld van.
  • Tussen haakjes, komma's of streepjes
Joris is gek op watersporten(kanoën, surfen)
  • Na een dubbele punt vind je soms een voorbeeld.
In een orkest vind je veel blaasinstrumenten: trompet, hoorns, dwarsfluiten.

Slide 8 - Tekstslide

Signaalwoorden: voorbeelden
  • Bijvoorbeeld
  • Zoals
  • Zo
  • Ter illustratie
  • Een voorbeeld hiervan 

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk/maken:
Blz. 240: opdracht 1, 2 en 4.

Slide 10 - Tekstslide