criminaliteit les 2

Leerdoelen

  • Je kent de oorzaken van criminaliteit
  • Je weet welke risicofactoren er zijn
  • Je kent de maatschappelijke oorzaken van criminaliteit
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen

  • Je kent de oorzaken van criminaliteit
  • Je weet welke risicofactoren er zijn
  • Je kent de maatschappelijke oorzaken van criminaliteit

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Denk je dat crimineel gedrag aangeboren of aangeleerd is? Leg uit

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Theorieën om criminaliteit te verklaren: 
  1. Aangeleerd gedragstheorie
  2.  Anomietheorie
  3. Bindingstheorie
  4. Rationele-keuzetheorie
  5. Etikettentheorie
  6. Neutraliseringstheorie



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aangeleerd gedragstheorie (1)

Crimineel gedrag is aangeleerd.

Het wordt overgenomen van foute vrienden of familieleden. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anomietheorie (2)
(bijna) Iedereen in onze westerse samenleving wil succesvol zijn.

Als je niet op een legale manier succesvol kan worden: doelen bijstellen of crimineel worden.

Politie kiest voor patseraanpak. 



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bindingstheorie (3)
Als je veel bindingen hebt vertoon je minder snel crimineel gedrag. 

Jonge criminelen stoppen vaak met geweld en vandalisme als zij een relatie krijgen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rationele-keuze theorie (4)

Gelegenheid maakt de dief.

Mensen maken een rekensom om te kijken wat het oplevert en wat het risico is. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Etikettentheorie (5)
Als je eenmaal een misdaad hebt gepleegd krijg je een etiket. 

Mensen gaan zich naar hun etiket gedragen. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neutraliseringstheorie (6)

Mensen die toch de wet overtreden, praten dit goed voor zichzelf 

Ontkennen dat het gedrag crimineel is 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke theorie hoort bij de volgende omschrijving: ''Als iemand een relatie heeft dan neemt hij niet het risico om crimineel gedrag te vertonen.''?
A
Aangeleerd gedragstheorie
B
Rationele-keuzetheorie
C
Etikettentheorie
D
Bindingstheorie

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke theorie hoort bij de volgende omschrijving: ''Gelegenheid maakt de dief.''?
A
Bindingstheorie
B
Rationele-keuzetheorie
C
Etikettentheorie
D
Anomietheorie

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke theorie hoort bij de volgende omschrijving: ''Ik ben crimineel en dat zal nooit meer veranderen.''?
A
Aangeleerd gedragstheorie
B
Rationele-keuzetheorie
C
Etikettentheorie
D
Anomietheorie

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke theorie hoort bij de volgende omschrijving: ''Door een verkeerd voorbeeld is iemand crimineel geworden.''?
A
Aangeleerd gedragstheorie
B
Rationele-keuzetheorie
C
Etikettentheorie
D
Anomietheorie

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke theorie hoort bij de volgende omschrijving: ''Door een verkeerd voorbeeld is iemand crimineel geworden'?
A
Aangeleerd gedragstheorie
B
Rationele-keuzetheorie
C
Etikettentheorie
D
Anomietheorie

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verdachte? Wat mag de politie?
Je bent een verdachte als de politie denkt dat jij iets strafbaars hebt gedaan.

De politie mag:
  • Fouilleren
  • Arresteren
  • Huis doorzoeken ( met een huiszoekingsbevel)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Proces verbaal naar de Officier van Justitie 
Een proces verbaal (speciaal geschreven politieverslag over het misdrijf en de verdachte) kan door de officier van justitie gebruikt worden voor:

  • Seponeren 
  • Schikking
  • Vervolgen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als de Officier van Justitie afziet van verdere vervolging noemen we dat...
A
een proces-verbaal
B
seponeren
C
schikken
D
vervolgen

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als de Officier van Justitie rechtstreeks een straf voorstelt aan de verdachte noemen we dat....
A
een proces-verbaal
B
seponeren
C
schikken
D
vervolgen

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een "strafblad"?
A
Een document waarin alle straffen beschreven staan
B
Een document waarin alle misdrijven staan
C
Een document met de uitleg over welke straf je kan krijgen
D
Een document waarin staat waarvoor iemand is veroordeelt en welke straf hij kreeg

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie bepaalt of iemand voor de rechter moet verschijnen?
A
Officier van Justitie
B
Advocaat
C
Politie
D
Rechter

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Met welke theorie zou je de misdrijven die Willem Holleeder heeft gepleegd kunnen verklaren?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Samenvattingsvideo van dit hoofdstuk 'Waarom worden mensen crimineel'

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb de lesdoelen gehaald

A
Ja
B
Deels
C
Nee

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat ga je doen?
Maak opdrachten  van je werkboek (zie Magister)
Maak "rechterlijke dwalingen", laat het mij weten welke je kiest!
WERK DE BEGRIPPEN UIT VOOR DE TOETS:
THEM MEDIA, THEMA WERK, THEMA CRIMINALITEIT 
DENK AAN HET INLEVEREN VAN HET STAGECONTRACT!  

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke oorzaak van criminaliteit herken je in dit filmpje?

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies