Herhaling 4: De Nijl

Aantekeningen: De Nijl overstroomt

• De Nijl stroomt door Egypte (Afrika) van zuid naar noord 
• Egypte heeft een droog woestijnklimaat. Daarom is het water van de Nijl belangrijk.
• Ieder jaar overstroomt de Nijl. Na de overstroming hebben de akkers zich volgezogen met water en blijft er een laag vruchtbaar slib liggen (slib = modderige grond).
• Zo zorgt de Nijl ervoor dat er ieder jaar een goede oogst is. Daarom wordt Egypte een geschenk van de Nijl genoemd.
• De oude Egyptenaren verbouwden langs de Nijl verschillende planten:
o               Graan voor voedsel
o               Papyrus voor papier (om hun notities op te noteren)
o               Vlas voor kleding
• Alle grond die de boeren bewerkten was eigendom van de farao.
• De boeren moesten een deel van de opbrengst van de grond aan de farao (de vorst) afstaan. Hij betaalde daarmee de mensen die voor hem werkten
• Piramides werden gebouwd als graf voor de Farao (de vorst) van Egypte.
• De oude Egyptenaren geloofden in meerdere goden en in een leven na de dood.
• De Egyptenaren gebruikten een schrift, dit schrift noemen we hiërogliefen.

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Aantekeningen: De Nijl overstroomt

• De Nijl stroomt door Egypte (Afrika) van zuid naar noord 
• Egypte heeft een droog woestijnklimaat. Daarom is het water van de Nijl belangrijk.
• Ieder jaar overstroomt de Nijl. Na de overstroming hebben de akkers zich volgezogen met water en blijft er een laag vruchtbaar slib liggen (slib = modderige grond).
• Zo zorgt de Nijl ervoor dat er ieder jaar een goede oogst is. Daarom wordt Egypte een geschenk van de Nijl genoemd.
• De oude Egyptenaren verbouwden langs de Nijl verschillende planten:
o               Graan voor voedsel
o               Papyrus voor papier (om hun notities op te noteren)
o               Vlas voor kleding
• Alle grond die de boeren bewerkten was eigendom van de farao.
• De boeren moesten een deel van de opbrengst van de grond aan de farao (de vorst) afstaan. Hij betaalde daarmee de mensen die voor hem werkten
• Piramides werden gebouwd als graf voor de Farao (de vorst) van Egypte.
• De oude Egyptenaren geloofden in meerdere goden en in een leven na de dood.
• De Egyptenaren gebruikten een schrift, dit schrift noemen we hiërogliefen.

Slide 1 - Tekstslide

In welk werelddeel ligt Egypte?
A
Europa
B
Azië
C
Amerika
D
Afrika

Slide 2 - Quizvraag

Hoe stroomt de Nijl door Egypte?
A
Van noord naar zuid
B
Van oost naar west
C
Van zuid naar noord
D
Van west naar oost

Slide 3 - Quizvraag

Wat is GEEN seizoen voor de Egyptische landbouwer
A
etenstijd
B
zaaitijd
C
oogsttijd
D
overstromingstijd

Slide 4 - Quizvraag

Welk klimaat heeft Egypte?
A
zeeklimaat
B
woestijnklimaat
C
landklimaat
D
tropisch klimaat

Slide 5 - Quizvraag

Waarom waren de Egyptenaren blij dat de Nijl ieder jaar overstroomde?
A
Dan hadden ze meer drinkwater.
B
Door de overstroming kregen de gewassen naast de rivier voldoende water.
C
Ze zagen dit als een teken van de goden dat ze goed hadden geleefd dat jaar.
D
Door de overstroming bleef er een laag op de oevers achter en de klei was vruchtbare grond.

Slide 6 - Quizvraag

Op de oevers van de Nijl werd onder andere vlas verbouwd. Waar werd dit voor gebruikt?
A
Voor het maken van kleding.
B
Voor het maken van brood.
C
Voor het maken van papier.

Slide 7 - Quizvraag

Hoe heette de vorst van het Oude Egypte?
A
Tsaar
B
Farao
C
Koning
D
Keizer

Slide 8 - Quizvraag

Hoe heet de plant waarvan de oude Egyptenaren vroeger papier van maakten?
A
Parkementus
B
Schryftus
C
Papyrus
D
Tyfus

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor de vruchtbare klei?
A
slib
B
modder
C
slik
D
prut

Slide 10 - Quizvraag

Wat gebeurde er met een deel van de oogst van de boeren langs de Nijl?
A
Dat werd opgegeten door wilde dieren.
B
Dat kwam in de Nijl terecht.
C
Dat ging als belasting naar de Farao.

Slide 11 - Quizvraag

Van wie was de grond dat de boeren bewerkten?
A
Van de boeren zelf
B
Van de farao
C
Van niemand

Slide 12 - Quizvraag

Wat deed de farao met het deel van de oogst dat hij van de boeren ontving?
A
Hij verkocht dit aan het buitenland
B
Hij legde elk jaar voor zichzelf een privé voorraad aan, voor als er hongersnood uit zou breken
C
Hij betaalde daarmee de mensen die voor hem werkten
D
Hij kocht er goud van

Slide 13 - Quizvraag

Waarvoor werden de piramides gebouwd?
A
Als graf voor de Farao
B
Als huis voor de Farao
C
Als opslagplaats voor de oogst

Slide 14 - Quizvraag

Waar of niet waar?
De oude Egyptenaren geloofden in één god.
A
Waar
B
Niet waar (ze geloofden in meerdere goden)

Slide 15 - Quizvraag

Het schrift van de oude Egyptenaren heet het ....
A
Spijkerschrift
B
Alfabet
C
Hiërogliefen schrift
D
Arabisch schrift

Slide 16 - Quizvraag