Koude oorlog 10a1

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Koude oorlog 10a1

Inhoud

Huiswerk

14 t/m 20

Herhaling

Uitleg

Opdrachten

Huiswerk

14: Bijvoorbeeld: Een totale oorlog is een oorlog waarvan de gevolgen het hele volk treffen. Afbeelding 8 laat dit het beste zien, want daarop is een verwoeste stad te zien is. De oorlog had dus ook verwoestende gevolgen voor de burgerbevolking.

15 a: Het doel hiervan was om het moreel van de Duitsers te breken zodat ze tegen Hitler in opstand zouden komen.

15 b: Het doel mislukte omdat de Duitse autoriteiten in staat waren om een zekere mate van controle over de informatie te behouden en ze probeerden propaganda te gebruiken om de bevolking gerust te stellen en een gevoel van vastberadenheid te bevorderen. 

16 a: Een atoombom.

16 b: Dit klopt niet, omdat de Amerikanen de atoombommen hebben gebruikt om twee Japanse

steden te verwoesten. De slachtoffers hiervan waren niet alleen militairen, maar ook de

burgerbevolking.

16 c: Het breken van het moreel van de Japanners betekent dat de Amerikanen hoopten dat de enorme schade door de atoombommen de Japanners zo verdrietig en ontmoedigd zou maken dat ze wilden stoppen met vechten.

16 d: Bijvoorbeeld: Ja, omdat er met de atoombommen geweld is gepleegd tegen de burgerbevolking. Dit is in internationale afspraken vastgelegd als oorlogsmisdaad.  

Huiswerk

17: Afbeelding 9 en 10 hebben te maken met de Duitse bezetting in Nederland omdat er op afbeelding 9 wordt afgebeeld dat de Joden opgepakt worden door Duitse soldaten. Op afbeelding 10 wordt een kind afgebeeld dat lijdt onder de enorme hongersnood die was ontstaan door de Duitse bombardementen.

18: In het beginstadium wilden ze mogelijk de schijn ophouden van een "minder strenge" bezetting om de lokale bevolking niet meteen in opstand te brengen en om het bestuur gemakkelijker te maken. Na verloop van tijd, wanneer de Duitse controle steviger was gevestigd en verzet zich begon te manifesteren, konden de Duitse bezetters hun aanpak verharden om hun controle te handhaven en verzet te onderdrukken. 

Huiswerk

19 a: In het dagboek wordt verteld dat de Duitse politie voor de NSB werkte. Hieruit blijkt dat de NSB samenwerkte met de Duitsers.

19 b: De Duitse actie was een terreuractie omdat het bedoeld was om de Joden zó bang te maken

dat zij niet meer tegen zouden werken als de NSB hen wat opdroeg.

19 c: Bijvoorbeeld: Deze Amsterdammer dacht dat omdat opstand tegen de bezetter ernstig bestraft zou worden. Het was niet mogelijk om tegen het Duitse regime in te gaan en op te komen voor de Joden.

20 a: De staking was na twee dagen alweer afgelopen, omdat de Duitse bezetters aankondigden om

de staking te bestraffen met hoge gevangenisstraffen of zelfs de doodstraf. Hierdoor werden mensen

te bang om door te staken.

20 b: Bijvoorbeeld: Mensen vinden deze herdenking belangrijk omdat de stakers destijds veel moed hebben getoond door tegen het Duitse regime in te gaan. Bovendien was het uniek dat zoveel mensen tegen de Jodenvervolging protesteerden.

20 c: De meeste mensen in bezette landen gedroegen zich naar de regels van het regime en pasten

zich hierop aan, uit angst voor zware straffen. 

Huiswerk

Portfolio