Laatste les voor proefwerk 6.1 t/m 6.7
1 / 27
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Een voedselketen is :
A
rij organismen die elkaar opeten
B
aantal voedselketens die met elkaar verbonden zijn.
C
een rij organismen waarin je ziet wie door wie wordt opgegeten
Slide 4 - Quizvraag
Wat betekent de pijl in een voedselketen
A
maakt eten
B
wordt gegeten door..
C
eet het organisme op...
Slide 5 - Quizvraag
Een voedselketen begint altijd met:
A
een dier
B
een plant
C
een schimmel
Slide 6 - Quizvraag
Je ziet hier een voedselketen.
Is deze voedselketen juist weergegeven?
Is deze voedselketen juist weergegeven?
A
Ja
B
Nee
Slide 7 - Quizvraag
Wat is een voedselweb?
A
Één voedselketen
B
Meerdere voedselketens
C
Een kringloop van voedsel
Slide 8 - Quizvraag
Wat is een alleseter?
A
Eet alleen dieren
B
Eet alleen planten
C
Eet zowel planten als dieren
D
Eet afval
Slide 9 - Quizvraag
Wat zijn producenten?
A
Planten
B
Dieren
C
Schimmels
D
Bacteriën
Slide 10 - Quizvraag
Wat zijn consumenten?
A
Planten
B
Dieren
C
Schimmels
D
Bacteriën
Slide 11 - Quizvraag
Wat zijn reducenten?
(meerdere antwoorden mogelijk?)
(meerdere antwoorden mogelijk?)
A
Planten
B
Dieren
C
Schimmels
D
Bacteriën
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de volgorde van de kringloop in de natuur.
A
Producenten-
Reducenten-
Consumenten
B
Producenten-
Consumenten-
Reducenten
C
Consumenten-
Producenten-
Reducenten
D
Reducenten=
Consumenten-
Producenten
Slide 13 - Quizvraag
Is er in de natuur een kringloop van stoffen?
A
ja
B
nee
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Video
Heeft de bevolkingstoename een positief of negatief effect op het milieu
A
Positief
B
Negatief
Slide 16 - Quizvraag
Milieuproblemen worden veroorzaakt door:
A
Dieren
B
De aarde
C
De mens
D
Het weer
Slide 17 - Quizvraag
WAT ZIJN DE TWEE BELANGRIJKSTE OORZAKEN VAN MILIEUPROBLEMEN?
A
De bevolkingstoename en steeds meer dieren.
B
De bevolkingstoename en de manier van leven.
C
Toename in verschillende diersoorten en manier van leven.
D
Het smelten van de polen en de manier van leven.
Slide 18 - Quizvraag
Wat is smog?
A
luchtvervuiling door fijnstof
B
lucht met weinig zuurstof
C
een benauwdheidsaanval
D
bloedpropje in de longhaarvaten
Slide 19 - Quizvraag
Smog ontstaat als...
A
Het windstil is en er veel uitlaatgassen zijn
B
Er veel wind staat en de zon schijnt
C
Er veel wind is en er weinig auto's zijn
D
Het windstil is en er weinig auto's zijn
Slide 20 - Quizvraag
Wat is vervuiling?
A
Grondstoffen uit het milieu halen
B
Grondstoffen aan het milieu toevoegen
C
Afvalstoffen uit het milieu halen
D
Afvalstoffen aan het milieu toevoegen
Slide 21 - Quizvraag
Wat is uitputting?
A
Grondstoffen uit het milieu halen
B
Grondstoffen aan het milieu toevoegen
C
Afvalstoffen uit het milieu halen
D
Afvalstoffen aan het milieu toevoegen
Slide 22 - Quizvraag
Wat zijn fossiele brandstoffen?
A
Brandstoffen die heel duur zijn
B
Brandstoffen die duurzaam zijn
C
Brandstoffen die lang geleden zijn ontstaan
D
Brandstoffen die heel zuinig zijn
Slide 23 - Quizvraag
Fossiele brandstoffen zijn......
A
zon
B
kolen
C
aardgas
D
aardolie
