03 Netwerken 1 (deel 1) aangevuld voor 2FD1 juni 2023

Welkom!
Welkom  
Netwerken 1 
 
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
ProjectMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Welkom  
Netwerken 1 
 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma van de les
  • Onderwerpen van vandaag
  • Samen aan de slag ''Netwerken 1"
  • Pauze
  • Samen aan de slag ''Netwerken 1"
  • Zelf aan de slag met ''Netwerken 1"

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen van vandaag
Netwerken 1
- Je kunt omschrijven wat netwerken is en van welke netwerken je zelf deel uitmaakt. 
-Je kunt een netwerkgesprek aanknopen, bijvoorbeeld door een passende openingszin te gebruiken.
-Je kunt een netwerkpitch geven.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent "netwerken" volgens jou?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Netwerken
Het leggen en onderhouden van contacten. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(Sociaal) netwerk
De persoonlijke contacten die door een persoon binnen en buiten zijn werkkring worden onderhouden.

Een verzameling van contacten.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een netwerk kan je helpen bij het halen van doelen in je carrière en je privéleven.
Noem een voorbeeld dat jij hebt meegemaakt.

Slide 7 - Open vraag

School
Sportclub
Instagram
Vaak worden de beste kansen eerst in een netwerk gedeeld voordat ze naar buiten komen.

Voorbeeld 
Er komt een baan beschikbaar binnen het bedrijf waar jij werkt

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1
Netwerken, wat is dat?

A.
Video (samen bekijken, volgende slide)
+
Quiz 2 vragen  (in deze LU les)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van een netwerk?
A
Computers verbonden via het internet
B
Alle connecties die je hebt op LinkedIn
C
Al je familieleden samen
D
De treinsporen door Nederland heen

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is waar over netwerken?
A
Netwerken is een kwestie van geven en nemen.
B
Netwerken draait alleen om communicatie.
C
Netwerken kun je doen in speciale netwerkorganisaties.
D
Netwerken doe je alleen met mensen van wie je iets nodig hebt.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Netwerken

=
geven en nemen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1 
Netwerken, wat is dat?
B. Van welke groepen ben ik lid?

Je krijgt A3 papier van de docent en werkt dit uit met een stift of een pen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 5 Lekker weertje
Een gesprek openen met een onbekende persoon kan erg lastig zijn.
Met een goede openingszin krijg je de aandacht van de ander en kun je een leuk gesprek opbouwen.

A.
Openingszinnen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noteer een passende openingszin
Je gaat een broodje eten in een broodjeszaak. Er is geen tafeltje meer vrij maar aan een tafeltje zit een oudere heer in zijn eentje bij wie je wilt aanschuiven.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer een passende openingszin
Je gaat in je eentje naar een congres. In de pauze komt er een andere deelnemer aan jouw tafel zitten

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 5 Lekker weertje
B.
5 tips voor netwerken

Video (samen bekijken)
+
4 vragen 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

1. Welke 5 tips heb je gekregen voor netwerken?
2. En zet deze op volgorde van belangrijkheid voor jezelf.


Slide 21 - Open vraag

1. Neem initiatief
2. Let op de ander. Geeft de ander signalen af dat hij/zij geen gesprek wenst, accepteer het en ga verder.
3. Stel de juiste vragen. Weet vooraf welke vragen je wilt stellen.
4. Wees eerlijk
5. Verbindt online
Daarnaast zie er fris en verzorgd uit, loopt niet rond als een schreeuwende gek, doe een luchtje op.

3. Welke tip wil jij echt gaan gebruiken?
4. Waarom?


Slide 22 - Open vraag

1. Neem initiatief
2. Let op de ander. Geeft de ander signalen af dat hij/zij geen gesprek wenst, accepteer het en ga verder.
3. Stel de juiste vragen. Weet vooraf welke vragen je wilt stellen.
4. Wees eerlijk
5. Verbindt online
Daarnaast zie er fris en verzorgd uit, loopt niet rond als een schreeuwende gek, doe een luchtje op.

Opdracht 6 Netwerkpitch
Een netwerk met handige contacten die begrijpen wat jij goed kunt, kan heel waardevol zijn.

Mensen in je netwerk moeten dus wel snappen wat je doet en weten dat je goed bent in wat je doet.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Netwerkpitch
Een pitch is een korte presentatie over jezelf ( je dienst of je product).

Een kort verhaal waarmee je een doel wilt bereiken.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 6 Netwerkpitch
A. Video met drie tips voor een goede pitch, welke?
Openen vanuit SPL Basis WIO

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Welke drie tips voor een Netwerkpitch heb jij gehoord?
2. Geef jezelf voor alle drie de eisen een cijfer; hoe goed gaat jou dit op het moment al af in een gesprek?

Slide 26 - Open vraag

1. Bruggetje maken naar wat jij doet
2. Vertellen waar je werkt en wat je dat/ Vertellen waar jij een opleiding volgt en wat je daar doet
3. Enthousiaste toon
Opdracht 6 Netwerkpitch

Een goede netwerkpitch
1. Eerste indruk


Je krijgt maar 1 kans om een eerste indruk te maken. Zorg er dus voor dat die goed is.

Noem je naam en vertel wat je doet. Denk niet vanuit jezelf, maar leef je in de ander in. Ga dus uit van wat die ander interesseert en sluit daarop aan.

Voorbeeld
‘Mijn naam is Alvin Reijnders. Ik werk op vo-school de Wijde Wereld. Zat u vroeger ook altijd in van die overvolle klassen? Op onze school willen we alle kinderen de aandacht geven die ze verdienen. Daarom hebben wij klassen met maximaal tien leerlingen.’ 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 6 Netwerkpitch

Een goede netwerkpitch
1. Eerste indruk
2. Gesprek komt voor de pitch


Begin niet direct met het afsteken van je pitch. Maak eerst contact en probeer het gesprek op gang te brengen.

Een informeel babbeltje is een goede opening. Kijk eerst of je een praatje kunt aanknopen. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de reden dat je uitgenodigd bent, wat iemand van de bijeenkomst vindt of zelfs het gebouw of het weer.

Stel vragen aan de ander. Pas als deze een vraag aan jou stelt, kun je daarop inspelen met je pitch. 

Voorbeeld
‘Bent u ook hier voor de cursus Communicatie?’
‘Wat een prachtige ruimte! Bent u hier al eens eerder geweest?’ 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 6 Netwerkpitch

Een goede netwerkpitch
1. Eerste indruk
2. Gesprek komt voor de pitch
3. Een gesprek, geen monoloog


Zorg dat je pitch geen monoloog wordt. Houd het kort.
Zorg snel voor interactie. Stel bijvoorbeeld na je pitch een vraag die erop aansluit.


Voorbeeld
‘En wat brengt u hier?’
‘Werkt u zelf ook binnen het onderwijs?’
‘Heeft u ook ervaring met …?’ 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 6 Netwerkpitch

Een goede netwerkpitch
1. Eerste indruk
2. Gesprek komt voor de pitch
3. Een gesprek, geen monoloog
4. De inhoud


In je pitch vertel je natuurlijk wie je bent, wat je doet en bij welk bedrijf je werkt.

Maar maak vooral duidelijk waarom jij doet wat je doet. Wat heeft de ander eraan om met jou te connecten? Kun jij problemen oplossen voor je klanten? Of probeer je de wereld een beetje beter te maken?

Dit gaat natuurlijk het makkelijkst als je zelf gelooft in wat je doet. Je hoeft jezelf niet meteen te ‘verkopen’ aan een ander. Probeer de ander enthousiast te krijgen. Wek vertrouwen in jou en je organisatie.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een "bruggetje" in een gesprek?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een "bruggetje" in een gesprek
Een bruggetje krijg je door
iets wat de ander zojuist verteld heeft
(een zin of een woord)
 te gebruiken om over te stappen naar een nieuw gespreksonderwerp

“Nu je het zegt, hoe kijk je dan aan tegen…”
“Nu wel het daarover hebben, dan doet me denken aan…”

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 6 Netwerkpitch
B. Bruggetje: 2 video's
Openen vanuit SPL Basis WIO

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit welke van de netwerkpitches die je ziet de beste is en waarom.
Je kiest tussen Bruggetje 1 (filmpje 1) en Bruggetje 2 (filmpje 2).

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 6 Netwerkpitch

C. Quiz

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je krijgt maar één kans om 1 te maken.
Zorg er dus voor dat die goed is. Noem je 2 en vertel wat je doet.
Denk niet vanuit jezelf, maar leef je in de ander in.
Ga dus uit van wat die ander 3 en sluit daarop aan.
Wat moet je invullen?

1. Connecties, een eerste indruk, kennis
2. Leeftijd, naam, studie
3. Interesseert, voor werk heeft, wil horen

Slide 36 - Tekstslide

1. een eerste indruk
2. naam
3. Interesseert
Wat is een goede zin om interactie te creëren tijdens je pitch?
Er zijn meerdere antwoorden goed.
A
‘Bent u vaker in dit gebouw geweest? Wat mooi!’
B
‘Hoi mijn naam is Samira en ik geef trainingen over online communicatie.’
C
‘Waarom heeft u besloten bij deze bijeenkomst te zijn?’
D
‘Wat denkt u uit deze workshop te kunnen halen?’

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zeg je vóór de netwerkpitch , wat zeg je aan het begin van je netwerkpitch en wat zeg jij na je netwerkpitch?
Zet de zinnen in de juiste volgorde.

 
1
2
3
‘Bent u hier ook voor de cursus Positief communiceren?’
‘In ons bedrijf staat het welzijn van de medewerkers voorop!’
‘Heeft u al eens kennisgemaakt met Lean werken?’

Slide 38 - Sleepvraag

Lean is een management filosofie waarbij je voortdurend op zoek bent naar verbeteringen op het bedrijf. Verbeteringen in de processen zodat alles vlotter, makkelijker en efficiënter loopt. Het is een filosofie die ervan uitgaat dat je voortdurend blijft zoeken naar verbeteringen en ideeën.

LEAN is een strategie en manier van werken waarbij de organisatie zich richt op het creëren van waarde voor de klant in alle processen van bedrijfsvoering. Een LEAN sessie is een bijeenkomst waar de bedrijfsstrategie en de manier van werken wordt geanalyseerd.
Lean is een business strategie en vooral een manier van werken waarbij alles en iedereen in de onderneming zich richt op het creëren van waarde voor de klant in alle processen. Hierdoor worden verspillingen geëlimineerd
Vragen?
 

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hier stoppen met 2FD1

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week
Netwerken 1 
Opracht 9 Online netwerken

Aan de slag met LinkedIn

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag
Opdracht 1 Netwerken wat is dat? --> A + B 
Opdracht 5 Lekker weertje --> A + B
Opdracht 6 Netwerkpitch --> A+B + C
Slottest

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies