BK 4.2 Steden en burgers

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

BK 4.2 Steden en burgers

Vorige les

In de vorige les hebben  jullie je georiënteerd over het onderwerp kooplieden, kerken en staten.

Kan iemand hier mij iets over vertellen? 

Leerdoelen

Ik kan uitleggen hoe er weer handel kwam.

Ik kan uitleggen hoe een stad werd bestuurd.

Ik kan uitleggen hoe burgers zich beschermden.

Hoe kwam er weer handel?

• Na het jaar 1000 verbeterden de landbouwtechnieken, zoals het gebruik van het drieslagstelsel, wat leidde tot voedseloverschotten.
• Deze overschotten werden verhandeld op markten, die vaak in steden plaatsvonden.
• Handelaren reisden van stad naar stad, wat de handel bevorderde.
• Steden kregen stadsrechten van de landheer, wat hen meer zelfstandigheid gaf.

Hoe werd een stad bestuurd?

• Steden kregen stadsrechten, waardoor ze hun eigen bestuur konden vormen.
• Het stadsbestuur bestond uit de schout en schepenen.
• Schout: Hoofd van het stadsbestuur, vaak een vertegenwoordiger van de landheer.
• Schepenen: Gekozen door de burgers, zij hielpen bij het bestuur en de rechtspraak.
• De stad had eigen regels en wetten, en mocht bijvoorbeeld een stadsmuur bouwen voor bescherming.

Hoe beschermden burgers zich?

Burgers bouwden stadsmuren om zich te beschermen tegen vijanden.

Ze richtten een schutterij op, een soort burgerwacht, om de stad te verdedigen.

De schout en schepenen zorgden voor de handhaving van de wetten en de veiligheid in de stad.

Begrippen

Markt: Plaats waar handel plaatsvond.

Stadsrechten: Speciale privileges die een stad van de heer kreeg, zoals zelfbestuur en rechtspraak.

Schout: Voorzitter van de stedelijke rechtbank.

Schutterij: Gewapende burgerwacht die de stad beschermde.

Jullie gaan lezen en maken

paragraaf 4.2