V6- les 7 - practicar el debate

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

¿Qué preguntas tienes sobre el debate?

Planificación

semana 47:

introducción (historia personal, preguntas, o hechos_

semana 48: 

- argumentos en contra

- técnicas para el debate

semana  49: 

- argumentos a favor 

- frases útiles para el debate

semana 50: 

- practicar el debate

- el gran debate de español de V6

Inhaaldag voor als je absent bent geweest bij Spaans:

Vandaag

Los objetivos de hoy son

traducir argumentos a favor

saber frases útiles y eslóganes para el debate

La preparación para hoy

Aprender:

la introducción en español (en contra/neutral)

2 argumentos en contra de turismo de masas

2 frases con el subjuntivo en contra de turismo de masas (tú eliges, apuntes)

Saber qué es el triclón (drieslag) y la pregunta retórica (apuntes)

Saber 3 técnicas de Obama (apuntes)

Saber usar el subjuntivo

Hacer

traducir frases útiles del reader pág. 9 y 10 al holandés.

Escribir en holandés 3 argumentos a favor (voor) turismo de masas.

Corregir los deberes

traducir frases útiles del reader pág. 9 y 10 al holandés.

Escribir en holandés 3 argumentos a favor (voor) turismo de masas.

La clase anterior

Tienes que escribir en la pizarra blanca sobre lo que hablamos en la clase de ayer.

Escribe 4 técnicas de debate que usa Obama en la pizarra blanca en holandés.

Escribe dos figuras retóricas en holandés que puedes usar.

Escribe un ejemplo de un tricolon en español (drieslag)

Escribe 2 frases con el subjuntivo que puedas usar en el debate.

Escribe un eslogan que puedes usar en el debate.

Traducir ahora 3 argumentos a favor del turismo másivo

con la lista de control 

1. een inleidende zin of een reactie op iets wat je tegenstander heeft gezegd (doe je later)

2. Als je voor het eerst aan het woord komt dan stel je jezelf voor.

3. Als je voor het eerst aan het woord komt, dan benoem je je standpunt

4. Je formuleert je argumenten, waarbij je je zoveel mogelijk baseert op feiten.

5. Je vertelt meteen ook wat voor soort argument het is (economisch, sociaal, politiek, etc)

6. In je argumenten staan geen fouten van concordantie (un problema / el clima) of vervoegingen van werkwoorden of van zinsvolgorde (plek van bijvoeglijk naamwoord)

7. In je argumenten heb je gebruik gemaakt van de drie stijlfiguren (drieslag, retorische vraag of persoonlijk voorbeeld)

8. In je argumenten heb je gebruik gemaakt van de uitdrukkingen die gevolgd worden door een subjuntivo

Practicar el debate (formar grupos)

Lees je inleiding (heb je citaat/onderzoeksgegevens)?

Vertel daarbij iets uit je eigen ervaring.

Geef aan of je voor of tegen bent en dan de stelling.

Geef de argumenten van je groep een naam en benoem alleen het soort argument

Gebruik in je argumenten Obama technieken, drieslag, retorische vraag. 

Geef elkaar feedback met de controlelijst uit je reader.

Sé cómo es el debate.

Sé lo que tengo que hacer para el debate