Les 1 Cursus Woordenschat Nieuw Nederlands 2BK

Vandaag
1. Planning laatste schoolweken: 
Woordenschat + Meer dan lezen
--> toets in toetsweek
2. Opdrachten in de online methode maken bij Cursus Woordenschat.

Lesdoel: De leerlingen kennen aan het einde van de les de woorden bij paragraaf 1 & 2: Kopen/Internationaal

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
1. Planning laatste schoolweken: 
Woordenschat + Meer dan lezen
--> toets in toetsweek
2. Opdrachten in de online methode maken bij Cursus Woordenschat.

Lesdoel: De leerlingen kennen aan het einde van de les de woorden bij paragraaf 1 & 2: Kopen/Internationaal

Slide 1 - Tekstslide

+ online cursus Woordenschat
§1 Kopen
§2 Internationaal
§3 Klimaat
§4 Schooltaalwoorden


Slide 2 - Tekstslide

Onbekende woorden
Je kunt een strategie toepassen als je een tekst gaat lezen. Dit kun je ook doen om de betekenis van moeilijke woorden te achterhalen. Als je in een tekst een onbekend woord tegenkomt, kijk dan eerst of je de betekenis van dat woord uit de tekst kunt halen. Je leert in deze paragraaf dat je dit op drie verschillende manieren kunt doen. 

Schrijf mee tijdens de uitleg van de komende drie woordraadstrategieën.

Slide 3 - Tekstslide

woordraadstrategie 1
Sommige woorden hebben ongeveer dezelfde betekenis. Deze woorden noem je synoniemen. Docent is een synoniem van leraar. Wagen is een synoniem van auto.
Vaak staan synoniemen van elkaar in dezelfde zin. Zo niet, lees dan ook de zin voor het moeilijke woord of de zin erna. Bij een synoniem gaat het om één woord dat dezelfde betekenis heeft als het het onbekende woord.
Een synoniem zoeken

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een synoniem voor het woord 'leuk'
A
stom
B
saai
C
plezierig
D
gezellig

Slide 5 - Quizvraag

Noteer een synoniem voor het woord
'boos'

Slide 6 - Open vraag

woordraadstrategie 2
Een omschrijving is een uitleg van een onbekend woord. Bij een omschrijving worden meer woorden gebruikt dan bij een synoniem.

Omschrijving staan vaak:
  • (tussen haakjes)
  • tussen komma's,
  • in dezelfde zin, in de zin ervoor of erna.
Een omschrijving
zoeken

Slide 7 - Tekstslide

woordraadstrategie 3
Er komt vaak een voorbeeld na woorden als: zoals, bijvoorbeeld, een voorbeeld van... 
  • In het ziekenhuis werken veel specialiteiten, zoals een oogarts en en een chirurg.
Let op: voorbeelden kunnen ook na een dubbele punt of tussen haakjes of komma's staan.
  • Tijdens biologie hadden we het over het gebruik van onze zintuigen: zien, horen, proeven, voelen, ruiken.
Een voorbeeld zoeken

Slide 8 - Tekstslide


Er staan verschillende illustraties (foto's, tekeningen, cartoons) in het boek.
Van welk woord uit de zin zijn de onderstreepte woorden voorbeelden?

Slide 9 - Open vraag

Aan de slag!
Wat?
Ga naar het online boek. Kies:
Cursus Woordenschat, paragraaf 1: Kopen + paragraaf 2: Internationaal.
Maak alle opdrachten.
Hoe?
In dit hoofdstuk vind je allemaal woorden die met 'kopen' en dus ook met geld te maken hebben. Je maakt zelfstandig de opdrachten helemaal af tijdens de les.
Zet de moeilijke woorden + betekenis ook alvast in Quizlet!
Hulp
De 4 B's, oogje, theorie in de LessonUp.
Tijd
Timer.
Klaar?
Begin alvast aan paragraaf 3: Klimaat
timer
20:00

Slide 10 - Tekstslide