H6.2 deel 1

VWO 4
6.2 De gouden eeuw van Nederland
Lesdoelen:
In deze paragraaf leer je:
-welke staatkundige situatie er was in de Republiek.
- welke verhouding er was tussen regenten en stadhouders

KA: de bijzondere plaats in staatskundig opzicht en bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

VWO 4
6.2 De gouden eeuw van Nederland
Lesdoelen:
In deze paragraaf leer je:
-welke staatkundige situatie er was in de Republiek.
- welke verhouding er was tussen regenten en stadhouders

KA: de bijzondere plaats in staatskundig opzicht en bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek.

Slide 1 - Tekstslide

VWO 4
6.2 De gouden eeuw van Nederland

De staatkundige situatie in de Republiek
Tussen 1648 en 1665 werd op de Dam in Amsterdam een nieuw stadhuis gebouwd.
Machtssymbool van de burgermacht. In de Republiek lag de macht bij de bourgeoisie (rijke burgerij).
De Republiek was op staatskundig opzicht bijzonder. Het had geen vorst, terwijl andere omliggende landen dat wel hadden.

De zeven gewesten (Holland, Zeeland, Utrecht, Groningen, Overijssel, Friesland en Gelderland) werkten samen in de Staten-Generaal.
Die beslisten over het leger en de vloot, de gezamenlijke politiek en het bestuur van de generaliteitslanden.

Slide 2 - Tekstslide

VWO 4
6.2 De gouden eeuw van Nederland

De staatkundige situatie in de Republiek
Bestuurders in de Republiek werden regenten genoemd. De macht was in handen van een kleine groep (oligarchie), die elkaar benoemden.
Benoemd door de Staten.
In praktijk erfelijk --> familie van Oranje
De vroedschap benoemde onder meer de burgemeesters, de dagelijkse bestuurders van de stad.
De stadhouder had in veel steden invloed op de benoeming van de burgemeesters. Hij koos iemand uit de voorgedragen kandidaten van het vroedschap. Echter hadden sommige steden zoveel macht, zoals Amsterdam, dat hij hier niets te zeggen had.

Slide 3 - Tekstslide

VWO 4
6.2 De gouden eeuw van Nederland

Regenten en stadhouders
Stadhouders waren geen vorst, maar gedroegen zich zo wel.
Stadhouder Frederik Hendrik (1625-1647) --> (opvolger Maurits) leefde als een vorst en liet zijn ambities zien.
- bouwde meerdere paleizen
- zoon (Willem II) trouwde met de oudste dochter van Engeland
- kleinzoon (Willem III) werd koning van Engeland

De ambities van de stadhouders leidden tot wantrouwen bij een 
deel van de regenten.   Prinsgezinde <-- --> Staatsgezinde

Na de dood van stadhouder Willem II (1650) breekt een stadhouderloos tijdperk aan. Het rampjaar 1672 zorgde voor een terugkeer van de stadhouder.
Stadhouder Frederik Hendrik
Willem III
Graaf van Nassau
Koning van Engeland
Prins van Oranje
Stadhouder van de Nederlanden

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Bekijk de stamboom. Hoe komt de familie van Nassau aan het prinsdom
Orange?
A
Willem I erfde de titel van René van Chalon, de prins van Orange en graaf van Nassau.
B
René van Chalon trouwde met Anna van Lotharingen, de prinses van Orange.
C
Hendrik III trouwde met Claudia van Chalon, de dochter van de prins van Orange. Hun zoon erft het prinsdom.
D
Willem van Oranje erfde de titel van Claudia van Chalon d.m.v. een huwelijk.

Slide 6 - Quizvraag

Bekijk de stamboom. Wat waren stadhouder Frederik Hendrik en
stadhouder Maurits van elkaar (familiair gezien)?
A
Half broers
B
Aangetrouwde broers
C
Neven
D
Vader en zoon

Slide 7 - Quizvraag

VWO 4
6.2 De gouden eeuw van Nederland

Regenten en stadhouders
Twee keer leidde de strijd tussen staatsgezinde regenten en de stadhouder tot de dood van de raadspensionaris (belangrijkste regent in de Hollandste Staten en de Staten-Generaal).

- In 1619 liet stadhouder Maurits de staatsgezinde raadspensionaris Johan van Oldebarnevelt onthoofden.
- In 1672 stond stadhouder Willem III toe dat de staatsgezinde raadspensionaris Johan de Witt werd vermoord.

'Het volk redeloos, de regering radeloos en het land reddeloos'.
Willem III
Graaf van Nassau
Koning van Engeland
Prins van Oranje
Stadhouder van de Nederlanden
Maurits bij de slag bij Nieuwpoort 1600
Gebroeders de Witt gelyncht
Links Maurits en rechts van Oldebarnevelt

Slide 8 - Tekstslide

3

Slide 9 - Video

01:39
Johan de Witt was staatsgezind. Leg uit dat dit hem nu duur kwam te staan.

Slide 10 - Open vraag

06:10
Leg uit waarom de straf op Johan de Witt verbanning luidde en geen doodstraf.

Slide 11 - Open vraag

09:54
welk mysterie hangt er nog steeds rondom de moord op Johan de Witt?

Slide 12 - Open vraag

Gebruik de bron. Geef aan uit welke twee soorten
gebieden de Republiek bestond in 1648.

Slide 13 - Open vraag

Het bestuur van de Republiek verschilde van dat van andere landen. Geef daarvan drie voorbeelden.

Slide 14 - Open vraag

Het bestuur van de Republiek verschilde van dat van andere landen.
Beschrijf de samenstelling en drie taken van de Staten-Generaal.

Slide 15 - Open vraag

Het bestuur van de Republiek verschilde van dat van andere landen.
Leg uit wie in de gewesten de hoogste macht hadden.

Slide 16 - Open vraag

De stadhouder was de machtigste man van de Republiek. Noem drie taken of bevoegdheden waaruit dat blijkt.

Slide 17 - Open vraag

De stadhouder was de machtigste man van de Republiek. Geef een voorbeeld waaruit blijkt dat de stadhouder
- zich wel als een vorst gedroeg, maar
- minder macht had dan koningen.

Slide 18 - Open vraag