Thema 4 Bs. 1 het skelet 2223

Thema 4: Stevigheid en beweging
Op tafel:
Aantekeningenschrift
Pen
Laptop (dicht)
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 4: Stevigheid en beweging
Op tafel:
Aantekeningenschrift
Pen
Laptop (dicht)

Slide 1 - Tekstslide

B1: Het skelet
Leerdoelen: 
  • Ik ken de delen van het lichaam
  • Ik kan in een afbeelding van het skelet de botten benoemen
  • Ik kan de functies van het skelet noemen

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel botten heeft het skelet van de mens?

Slide 3 - Open vraag

B1: Het skelet
Het skelet van de mens heeft 206 botten

Slide 4 - Tekstslide

Welke botten ken je al van het
menselijk skelet?

Slide 5 - Woordweb

B1: Het skelet
Functies van het skelet:
  • Stevigheid
  • Beweging mogelijk maken
  • Bescherming organen
  • Vorm geven aan lichaam

Slide 6 - Tekstslide

Video opdracht
Let goed op! 
Beantwoord de vragen na het filmpje

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Het skelet van een volwassen mens bestaat uit ongeveer uit:
Je mag je boek erbij gebruiken!
A
500 botten
B
206 botten
C
350 botten
D
150 botten

Slide 9 - Quizvraag

Waar kan je lichaam door bewegen?
Je mag je boek erbij gebruiken!
A
Alleen door botten
B
Door botten en spieren samen
C
Alleen door spieren
D
Door spieren, botten en pezen.

Slide 10 - Quizvraag


Van welke botten heeft deze persoon last (roodgekleurde botten)
Je mag je boek erbij gebruiken!
A
bekkengordel
B
borstwervels
C
halswervels
D
lendenwervels

Slide 11 - Quizvraag


Tussen de wervels zitten:
Je mag je boek erbij gebruiken!
A
kraakbeenschijven
B
schokwervels
C
beenschijven
D
wervelschijven

Slide 12 - Quizvraag

Welk deel van de wervelkolom zit vast aan je heupbeenderen?
A
Staartbeen
B
Wervelkolom
C
Lendenwervels
D
Heiligbeen

Slide 13 - Quizvraag

Wat zijn dit?
A
Heiligbeen en staartbeen
B
Lendenwervels
C
Borstwervels
D
Halswervels

Slide 14 - Quizvraag

Noem een orgaan dat beschermd wordt door je botten

Slide 15 - Open vraag




Tip: Kijk goed naar afbeelding 1 op bladzijde 8 uit je boek. 
In het ziekenhuis worden op de afdeling radiologie foto's gemaakt om te kijken of botten gebroken zijn. 
 Je krijgt nu 3 foto's te zien met vragen. 




Slide 16 - Tekstslide

Hoe noem je botten 1 en 2?
A
1. Spaakbeen 2. Ellepijp
B
1. Opperarmbeen 2. Ellepijp
C
1. Pols 2. Middenhandsbeentje
D
1. Ellepijp 2. Spaakbeen

Slide 17 - Quizvraag


Hoe noem je bot nummer 1 en 2?
A
1. Heupbeen 2. Staartbeen
B
1. Heupbeen 2.Dijbeen
C
1. Wervelkolom 2. Dijbeen
D
1. Dijbeen 2. Knieschijf

Slide 18 - Quizvraag


Hoe noem je bot nummer 1?
A
Schedel
B
Onderkaak
C
Halswervel
D
Schouderblad

Slide 19 - Quizvraag

Vorm en functie

De bouw van het skelet laat zien wat voor functie het lichaam van het organisme heeft. 

Slide 20 - Tekstslide

  Soorten -gangers

Slide 21 - Tekstslide

Hoefganger
Paard

Slide 22 - Tekstslide

Zoolganger
Beer

Slide 23 - Tekstslide

Leeuw
teenganger

Slide 24 - Tekstslide

Welke onderdelen van het skelet horen bij elkaar?Sleep de blauwe vakken naar de juiste rode. 
Controleer hier of je het goed hebt. 
Bekken
Borstkas
Schoudergordel
Heupbeenderen en heiligbeen
Ribben, borstwervels, borstbeen
Schouderblad en sleutelbeen

Slide 25 - Sleepvraag

Wat is geen functie van het skelet?
A
Het pompt bloed rond
B
Het zorgt voor stevigheid
C
Het beschermt organen
D
Het geeft het lichaam vorm

Slide 26 - Quizvraag

Heb jij ooit een bot gebroken?
Welk bot was dit?

Slide 27 - Open vraag

Leerdoelen: 
Ik ken de delen van het lichaam
Ik kan in een afbeelding van het skelet de botten benoemen
Ik kan de functies van het skelet noemen


Slide 28 - Tekstslide

Aan de slag (niet af = huiswerk)
Thema 4 stevigheid en beweging
Basisstof 1 het skelet
Maken opdracht 1 t/m 4 + 6 t/m 9

Snap je een opdracht niet of vond je hem heel moeilijk? Schrijf het op en vertel het me in de volgende les. 

Slide 29 - Tekstslide

B1: Het skelet
Je kunt het skelet van de mens indelen in:
- Hoofd
- Romp
- Ledematen (armen en benen)

Slide 30 - Tekstslide

B1: Het skelet
Botten in het hoofd vormen samen de schedel
Hier horen ook de onder- en bovenkaak bij

Slide 31 - Tekstslide

B1: Het skelet
Schedel wordt gedragen door de wervelkolom:
  • Halswervels
  • Borstwervels
  • Lendewervels
Steunen op heiligbeen en staartbeen

Slide 32 - Tekstslide

B1: Het skelet
Borstkas:
Borstwervels, ribben en borstbeen

Schoudergordel:
Schouderbladen en sleutelbeenderen

Bekkengordel: Heupbeenderen en heiligbeen

Slide 33 - Tekstslide

B1: Het skelet
Borstkas:
Borstwervels, ribben en borstbeen

Schoudergordel:
Schouderbladen en sleutelbeenderen

Bekkengordel: Heupbeenderen en heiligbeen

Slide 34 - Tekstslide

B1: Het skelet
Arm: Opperarmbeen, spaakbeen, ellepijp, botten van de hand

Been: Dijbeen, kuitbeen, scheenbeen, botten van de voet

Slide 35 - Tekstslide

B1: Het skelet
Ellepijp: zit aan de kant van de pink!

Slide 36 - Tekstslide