H4.1

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

We gaan de volgende opdracht samen doen, aan de hand van het stappenplan.

Slide 3 - Tekstslide

Wat doe je als eerste na het maken van de tabel?
A
De 1 neerzetten, we rekenen altijd via 1.
B
Het invullen van de getallen die je al weet.
C
Kijken wat er bij de boogjes moet komen te staan.
D
Bedenken wat het eindantwoord kan zijn.

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Wat kunnen we invullen nadat we alle getallen die we weten hebben ingevuld?
A
We weten nog niet wat we in moeten vullen.
B
Bedenken wat het eindantwoord is.
C
Kijken wat er bij de boogjes moet komen te staan.
D
Het invullen van de 1, we rekenen altijd via 1.

Slide 8 - Quizvraag

Wat zetten we neer onder/boven de 1?
A
Het antwoord dat in jouw rekenmachine staat.
B
Een kruisje, omdat je dan niet afrond tussendoor.
C
We zetten hier niks neer, kunnen dit vakje leeg laten.
D
Hier zetten we ook een 1 neer.

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de stap na het plaatsen van de 1?
A
Het eindantwoord berekenen.
B
De plus/min sommetjes bij de bogen zetten.
C
De keer/deel sommetjes bij de bogen zetten.

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Bereken het antwoord.
A
13.76 euro
B
13.67 euro
C
17.63 euro
D
17.36 euro

Slide 16 - Quizvraag

Stappenplan
Dus in de tabel neerzetten wat je weet.
Dan naar 1 en daarboven een x
x omdat je doorrekent en niet tussendoor afrondt.
Dan naar het getal waar je heen moet
Voer het uit op je rekenmachine

Slide 17 - Tekstslide

Het zwemmen van baantjes is duurder geworden; van 3,50 euro naar 4,15 euro. Hoeveel procent duurder?
A
119%
B
15,7%
C
18,7%
D
84,3%

Slide 18 - Quizvraag

Bijles wiskunde: Nu 12.50 ipv 17.50 euro per uur! Hoeveel procent korting is dat?
A
28,6%
B
71,4%
C
40,0%
D
12,50%

Slide 19 - Quizvraag

Huiswerk
Alle opdrachten van H4.1 in je schrift, vergeet je berekeninging niet!

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

In een beelddiagram staan plaatjes!
In een staafdiagram staan verticale staven en los van elkaar

Slide 22 - Tekstslide

Dit noem je een

A
staafdiagram
B
plaatjestabel
C
figurendiagram
D
beelddiagram

Slide 23 - Quizvraag

In een beelddiagram maak ik gebruik van:
A
Figuren
B
Staafjes
C
Formules
D
Grafieken

Slide 24 - Quizvraag

Stelling:
In een beelddiagram stelt een figuur ALTIJD 1 persoon of ding voor
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Bij een beelddiagram kunnen we de data nauwkeurig aflezen.
A
Waar.
B
Niet waar.

Slide 26 - Quizvraag

Beelddiagram.
Hoeveel posters zijn er op vrijdag verkocht?
A
7
B
21
C
13
D
70

Slide 27 - Quizvraag

Wat voor diagram is hier afgebeeld?
A
staafdiagram
B
lijndiagram
C
beelddiagram
D
Histogram

Slide 28 - Quizvraag

Een staafdiagram wordt gemaakt met:
A
Figuren
B
Staven
C
Formules
D
Grafieken

Slide 29 - Quizvraag

Bij een staafdiagram moet je de staafjes:
A
Tegen elkaar aan tekenen
B
Los van elkaar tekenen

Slide 30 - Quizvraag


Hoeveel leerlingen gaan lopend naar school?
A
8
B
4
C
11
D
30

Slide 31 - Quizvraag


In het staafdiagram hiernaast zie je de gewonnen medailles van Nederland, Duitsland en Frankrijk op de Olympische winterspelen. Hoeveel gouden medailles heeft Duitsland meer gewonnen dan Nederland?
A
14
B
3
C
6
D
8

Slide 32 - Quizvraag

Huiswerk
Maken alle opdrachten van H4.1 en H4.2

Slide 33 - Tekstslide