Hoofdstuk 4 - Woordenschat - woordparen

• nede
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Wat is een 'woordpaar'?

Leerdoel

Je kent vier verschillende woordparen.

1. Rijmende woordparen

Beginrijm of alliteratie: lieve, leuke Linda.

Eindrijm: tegen heug en meug

2. Tegenstelling

Hij beweerde bij hoog en laag dat hij de waarheid sprak.

De waarheid stond zwart op wit op papier.

3. Synoniemen

Ik hou van jou voor altijd en eeuwig!

Vaak gaat het dan ook weer om een tautologie: je zegt twee keer hetzelfde.

4. Woorden die in betekenis dicht bij elkaar liggen

Er komt moord en doodslag van.

Met man en macht werd er gewerkt aan het gebouw.

1. alliteratie
2. synoniem
3. rijmend woordpaar
4. tegenstelling

De man verzette zich met hand en tand tegen de politie.

1. tautologie
2. eindrijm
3. rijmend woordpaar
4. synoniem

Hij leent te hooi en te gras mijn spullen.

1. synoniem
2. rijmend woordpaar
3. tautologie
4. eindrijm

Er zat kop noch staart aan zijn verhaal.

1. tautologie
2. rijmend woordpaar
3. synoniem
4. tegenstelling