Personeel

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen voor vandaag:
Na deze les weet ik...
  1. hoe werknemers beschermd worden
  2. wie belemmeringen ervaren bij hun werk
  3. wat voor arbeidsmotieven er zijn en het belang van onbetaalde arbeid
  4. het verschil tussen bruto en netto
  5. kan ik werkgeverskosten berekenen over het brutoloon. 

Slide 2 - Tekstslide

Verschil in (machts)positie
Werkgever
  • kan personeel aannemen en ontslaan
  • betaalt het loon
  • bepaalt je functie
  • beslist over wel/geen promotie

Werknemer
  • kan solliciteren, maar beslist niets
  • financieel afhankelijk van het loon
  • functie zo goed mogelijk uitvoeren

Slide 3 - Tekstslide

Bescherming van werknemers
Door overheid:
  • Recht op wettelijk minimumloon
  • Recht op doorbetaling van loon bij ziekte
  • Uitkering
* bij werkloosheid (WW)
* bij arbeidsongeschiktheid (WIA)

Slide 4 - Tekstslide

Algemene wet gelijke behandeling
Bij sollicitatie mag niemand worden achtergesteld vanwege:
  • religie (godsdienst)
  • leeftijd
  • afkomst
  • gender/geslacht
Recht op: gelijke beloning voor gelijk werk & gelijke kansen bij solliciteren



Slide 5 - Tekstslide

Waarom werken?
Arbeidsmotieven:
  • Inkomen verdienen
  • Talent ontplooien, jezelf ontwikkelen
  • Je nuttig maken, zinvol bezig zijn
  • Sociale contacten: met collega’s en/of klanten
  • Regelmaat in je tijdsindeling

geldt ook voor onbetaald werk

Slide 6 - Tekstslide

Soorten werk
Wit werk:
  • betaald werk,
  • arbeidscontract,
  • inhouding loonbelasting en sociale premies,
  • geregistreerd, werk in de formele sector.

Zwart werk:
  • betaald werk,
  • geen contract,
  • geen belasting en premies,
  • niet verzekerd,
  • niet geregistreerd, informele sector
  • verboden.

Grijs werk:
  • onbetaald werk:
  • vrijwilligerswerk,
  • werk in eigen huishouden,
  • mantelzorg,
  • niet geregistreerd, informele sector.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Hoeveel uur moet je werken voor een full time baan?
A
zo veel als je wilt
B
36 tot 40 uur
C
18 tot 20 uur
D
meer dan 40 uur

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de beroepsbevolking?
A
Iedereen die werkt of werkloos is
B
Iedereen die werkt
C
Iedereen van 15 jaar tot de pensioenleeftijd die werkt
D
Iedereen van 15 jaar tot de pensioenleeftijd die werkt of werkloos is

Slide 10 - Quizvraag

Een deeltijdbaan is....
A
Een baan waarin je zelf je tijd verdeelt.
B
Een baan waarin je op oproepbasis komt.
C
Een baan van minder dan 36 uur per week.
D
Een baan van minder dan 20 uur per week.

Slide 11 - Quizvraag

In de ‘Algemene wet gelijke behandeling’ staat onder andere
A
Mannen en vrouwen moeten evenveel verdienen
B
Vrouwen moeten voorrang krijgen
C
Mannen verdienen een betere baan dan vrouwen
D
Vrouwen verdienen een betere baan dan mannen

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het sociaal minimum?
A
Het minimale bedrag dat je krijgt aan kinderbijslag
B
Het minimale bedrag om van te kunnen leven
C
Tijdelijk loon wanneer je geen werk hebt
D
Het minimumsalaris dat je krijgt als je werkt

Slide 13 - Quizvraag

I: Vrijwilligerswerk is een voorbeeld van grijs werk.
II: Een drugsdealer werkt in de formele sector.
A
Beide zijn juist
B
1 is juist, 2 is onjuist
C
1 is onjuist, 2 is juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 14 - Quizvraag

LOON

Slide 15 - Tekstslide

Loonkosten

Slide 16 - Tekstslide

Zelfstandig aan het werk
Maak het hoofdstuk OND 4 Personeel
Hoe bereken je een %:
delen door 100 x hoeveel procent.
Voorbeeld: 26 procent van 1250 = 
1250/100=12,50 
12,50 x 26 = 325

Slide 17 - Tekstslide

Afsluiting
- hoeveel procent is 1 dagdeel?
- het brutoloon bedrag staat op je rekening? 
- hoeveel uur per week mag je maximaal werken volgens de wet?

Slide 18 - Tekstslide