17A

Nepos schrijft een biografie
1 / 57
volgende
Slide 1: Tekstslide
Latijn en GrieksSecundair onderwijs

In deze les zitten 57 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Nepos schrijft een biografie

Slide 1 - Tekstslide

Hannibal vertelt
Dē Hannibalis iūreiūrandō

Slide 2 - Tekstslide

Pater meus Hamilcar ...

Slide 3 - Open vraag

Pater meus Hamilcar ...
A
nominativus
B
dativus
C
accusativus
D
genitivus / ablativus

Slide 4 - Quizvraag

puerulo me
letterlijk??

Slide 5 - Woordweb

Welke naamval is "me"?
A
accusativus
B
dativus
C
accusativus
D
genitivus / ablativus

Slide 6 - Quizvraag

utpote non amplius VIIII annos nato

Slide 7 - Open vraag

in Hispaniam ... proficiscens

Slide 8 - Open vraag

Wie vertrekt naar Spanje?
A
Antiochus
B
Hamilcar
C
Hannibal
D
Nepos

Slide 9 - Quizvraag

in Hispaniam ... proficiscens Carthagine

Slide 10 - Open vraag

Welke functie heeft
imperator?

Slide 11 - Woordweb

Iovi optimo maximo hostias immolavit.

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Video

Ba'al Hammon
De échte oppergod van de Carthagers

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Waarom gebruikt Nepos hier 'Jupiter optimus maximus' i.p.v.
Ba'al Hammon?

Slide 16 - Open vraag

Quae divina res ...

Slide 17 - Open vraag

Quae divina res dum conficiebatur,

Slide 18 - Open vraag

quae divina res (r.3)
Welke Latijnse woorden in het voorafgaande betekenen hetzelfde?

Slide 19 - Open vraag

quaesivit a me

Wat is hier de beste vertaling voor "a"?
A
van
B
door
C
aan
D
naar

Slide 20 - Quizvraag

"vellem" is
A
conjunctivus praesens
B
conjunctivus imperfectum
C
indicativus futurum
D
accusativus enkelvoud

Slide 21 - Quizvraag

quaesivit a me, vellemne secum in castra proficisci.

Slide 22 - Open vraag

woorden les 17 en 18
blooket

Slide 23 - Tekstslide

Id ...

Slide 24 - Open vraag

Id cum ...

Slide 25 - Open vraag

Id cum libenter accepissem ...

Slide 26 - Open vraag

Id cum libenter accepissem atque ab eo petere coepissem ...

Slide 27 - Open vraag

eo (r.5)
Wie bedoeld?
A
Antiochus
B
Hamilcar
C
Hannibal
D
Nepos

Slide 28 - Quizvraag

Vertaling
Toen ik dit met graagte van mijn vader ontvangen had en aan hem was begonnen te vragen ... , toen zei hij: 

Slide 29 - Tekstslide

Zeg in eigen woorden wat Hannibal aan zijn vader vraagt.

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Tekstslide

Faciam
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
futurum

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Tekstslide

"quam postulo" is een
A
vragende bijzin
B
vragende onderwerpszin
C
vergelijkende bijzin
D
bijvoeglijke bijzin

Slide 34 - Quizvraag

Sleep de plaatsnamen naar de juiste plek op de kaart.
Carthago
Rome
Saguntum

Slide 35 - Sleepvraag

Slide 36 - Tekstslide

Simul me ad aram adduxit,

Slide 37 - Open vraag

"apud quam ..." is een
A
vragende bijzin
B
vragende onderwerpszin
C
vergelijkende bijzin
D
bijvoeglijke / relatieve bijzin

Slide 38 - Quizvraag

Simul me ad aram adduxit, apud quam ...

Slide 39 - Open vraag

institu-era-t
(instituo, instituere, institui, institutus = beginnen)
A
perfectum
B
plusquamperfectum
C
futurum exactum
D
imperfectum

Slide 40 - Quizvraag

Simul me ad aram adduxit, apud quam sacrificare instituerat,

Slide 41 - Open vraag

... iurare iussit ...

Slide 42 - Open vraag

Welk soort zin zal
hierna volgen?

Slide 43 - Woordweb

iurare iussit numquam me ... fore

Slide 44 - Open vraag

tenentem
A
nominativus
B
dativus
C
accusativus
D
genitivus / ablativus

Slide 45 - Quizvraag

... tenentem ...

Slide 46 - Open vraag

eamque tenentem ...

Slide 47 - Open vraag

... in amicitia ...

Slide 48 - Open vraag

... cum Romanis ...

Slide 49 - Open vraag

Vertaling
Tegelijk bracht hij me naar het altaar waarbij hij begonnen was te offeren, en terwijl ik dat vasthield (nadat de overigen verwijderd waren), beval hij me te zweren dat ik nooit in vriendschap met de Romeinen zou zijn.

Slide 50 - Tekstslide

De laatste regels
hoef je niet te doen. 
Gebruiken we alleen om wat grammatica te herhalen.

Slide 51 - Tekstslide

Quare ...

Slide 52 - Open vraag

amic-e??
(amicus, -a, -um)

Slide 53 - Woordweb

cogita-b-i-s
A
praesens
B
imperfectum
C
(plusquam)perfectum
D
futurum(exactum)

Slide 54 - Quizvraag

fec-er-i-s
A
praesens
B
imperfectum
C
(plusquam)perfectum
D
futurum(exactum)

Slide 55 - Quizvraag

celav-er-i-s
A
praesens
B
imperfectum
C
(plusquam)perfectum
D
futurum(exactum)

Slide 56 - Quizvraag

frustra-b-e-ris
A
deponens
B
geen deponens

Slide 57 - Quizvraag