05 - Motieven

Werkexploratie
("Wat doe je liever en waarom?")
1 / 17
volgende
Slide 1: Woordweb
SLB / LOBMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Werkexploratie
("Wat doe je liever en waarom?")

Slide 1 - Woordweb

Waar staat S.M.A.R.T. voor

Slide 2 - Open vraag

Loopbaan competenties
  1. Motieven ("Wat wil ik en waarom wil ik dat?")
  2. Kwaliteiten ("Wat kan ik?")
  3. Werkexploratie ("Wat doe je liever en waarom?")
  4. Loopbaansturing ("Hoe bereik ik dat?")
  5. Netwerken ("Wie kan mij daar bij helpen?")

Slide 3 - Tekstslide

3. Werkexploratie ("Wat doe je liever en waarom?")
Werkexploratie gaat over het onderzoeken van werk en op waar de kansen op arbeidsmarkt zijn. Bij deze competentie ga je ontdekken wat bepaald werk van je vraagt, welke kennis en vaardigheden je hiervoor nodig hebt. Maar ook welke waarden in dit werk van belang zijn; komen deze overeen met jouw waarden? 

Slide 4 - Tekstslide

Ik werk liever met hoofd of handen?
Waarom?
Hoofd
Handen

Slide 5 - Poll

Ik werk liever met binnen of buiten?
Waarom?
Binnen
Buiten

Slide 6 - Poll

Ik werk liever, alleen of samen?
Waarom?
Alleen
Samen

Slide 7 - Poll

Ik werk liever voor een baas of voor mijzelf?
Waarom?
Baas
Mijzelf

Slide 8 - Poll

Ik werk liever fulltime of parttime?
Waarom?
Fulltime
Parttime

Slide 9 - Poll

Ik werk liever flexibel of op vaste tijden?
Waarom?
Flexibel
Vaste tijden

Slide 10 - Poll

S.M.A.R.T.
Nu je weet onder welke omstandigheden je liever werkt, bedenk je in deze opdracht 3 doelen die je binnen 5 jaar wilt halen. Deze doelen moeten S.M.A.R.T. zijn.

Slide 11 - Tekstslide

S.M.A.R.T.
S = Specifiek
M = Meetbaar
A = Acceptabel
R = Realistisch
T = Tijdgebonden

Slide 12 - Tekstslide

Specifiek : Hier gaat het erom dat je duidelijk vertelt wat je wilt bereiken.
  • Wat wil ik bereiken?
  • Wie is er bij betrokken?
  • Waar gaat het gebeuren?
  • Wanneer gebeurt het?
  • Waarom wil ik het bereiken?

Slide 13 - Tekstslide

Meetbaar: Bij meetbaarheid zet je in het doel om in een tijdsduur
  • Hoe er iets gehaald moet worden.
  • Wanneer er iets gehaald worden.

Slide 14 - Tekstslide

Acceptabel / Realistisch:
  • Je vraagt jezelf hierbij of het wel haalbaar is.
  • Vraag je niet te veel van jezelf of andere?

Slide 15 - Tekstslide

Tijdgebonden:
Een goed doel heeft minimaal één datum
Vaak worden meerdere data genoemd zoals start-, eind- en tussendata.

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 5
Maak 3 S.M.A.R.T. doelen,
waarbij je ook uitlegt hoe je dit wil bereiken.

Slide 17 - Tekstslide