Semaine 5 cours 3 : Le verbe JOUER
1 / 31
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
la pétanque
le tennis de table
le tennis
Slide 5 - Sleepvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Link
Slide 11 - Link
Slide 12 - Link
Slide 13 - Link
Je joue .... pétanque
A
aux
B
à la
C
au
Slide 14 - Quizvraag
Je joue .... tennis de table
A
aux
B
à la
C
au
Slide 15 - Quizvraag
Je joue .... tennis
A
au
B
à la
C
aux
Slide 16 - Quizvraag
Je joue .... hockey
A
au
B
à la
C
aux
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
la trompette
la guitare
le piano
l'accordéon
Slide 19 - Sleepvraag
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Link
Je joue .... guitare
A
du
B
de la
C
de l'
Slide 25 - Quizvraag
Je joue .... trompette
A
du
B
de la
C
de l'
Slide 26 - Quizvraag
Je joue .... accordéon
A
du
B
de la
C
de l'
Slide 27 - Quizvraag
Je joue .... piano
A
du
B
de la
C
de l'
Slide 28 - Quizvraag
Je joue .... violon
A
du
B
de la
C
de l'
