meervoud zelfstandig naamwoord

Meervoud in het Nederlands
Veel zelfstandige naamwoorden worden in het Nederlands gevormd door -en.

Maar het meervoud -s komt ook vaak voor.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Meervoud in het Nederlands
Veel zelfstandige naamwoorden worden in het Nederlands gevormd door -en.

Maar het meervoud -s komt ook vaak voor.

Slide 1 - Tekstslide

MEERVOUDEN

Veel zelfstandige naamwoorden hebben meervoud op -en


lamp - lampen

mes - messen

weg - wegen

kaas - kazen

Slide 2 - Tekstslide

Bal - ballen
Enkelvoud: Eindigt een woord op één klinker en één medeklinker?

Meervoud: Dan verdubbelt de medeklinker.

Slide 3 - Tekstslide

Aap - apen
Enkelvoud: Eindigt een woord op twee klinkers en een medeklinker?

Meervoud: Er valt een klinker weg.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het meervoud van:
de haak

Slide 5 - Open vraag

De s>z en de f>v

woorden die eindigen -s of -f

in het meervoud meestal s>z   f>v


wens:  wensen   kaars:  kaarsen

grens:  grenzen   laars:  laarzen

fotograaf:  fotografen   filosoof: filosofen

staaf:  staven  sluis:  sluizen


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Meervoud zelfstandige naamwoorden
Je kan vaak horen of een woord eindigt op -en of -s. Schrijf op wat je hoort.
Let op: soms moet je een letter toevoegen, weglaten óf veranderen.




Meervoud op -en:
Paard - paarden. Kans - kansen.

Meervoud op –s:
Ezel - ezels. Bureau - bureaus. Shampoo - shampoos.

Slide 8 - Tekstslide

Meervoud zelfstandige naamwoorden
PAS OP! ER ZIJN UITZONDERINGEN:

Meervoud op –’s:
Wanneer een znw eindigt op een 'lange' klinker, die je met één letter schrijft:
-a, -o, -u, -i of –y.

Zoals bij opa’s, piano’s, paraplu's, ski's, pony's.


Slide 9 - Tekstslide

Meervoud -s of -'s
A
babys
B
baby's

Slide 10 - Quizvraag

Meervoud -s of -'s
A
ballerina's
B
ballerinaas

Slide 11 - Quizvraag

Meervoud -s of -'s
A
garages
B
garage's

Slide 12 - Quizvraag

Meervoud -s of -'s
A
pianos
B
piano's

Slide 13 - Quizvraag


Meervoud van thema
A
themaas
B
themaa's
C
thema,s
D
thema's

Slide 14 - Quizvraag


Meervoud van horloge
A
horloge's
B
horloge-s
C
horloges
D
horlogees

Slide 15 - Quizvraag

Kies de juiste spelling.

Meervoud van auto
A
auto's
B
autoo's
C
autos
D
auto-s

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het meervoud van dvd?
A
dvd-s
B
dvds
C
dvd-en
D
dvd's

Slide 17 - Quizvraag