7. Weerstanden serie en parallel deel 2

7. Weerstanden in serie
    en parallel deel 2
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

7. Weerstanden in serie
    en parallel deel 2

Slide 1 - Tekstslide

Voordat je begint
Kijk je antwoorden van de vorige LessonUps na.
Bekijk dit document:

Slide 2 - Tekstslide

De volgende 9 oranje = herhaling.
Kijk goed of je deze aantekeningen al duidelijk in je schrift hebt staan! 

Slide 3 - Tekstslide

Totale weerstand serieschakeling

Slide 4 - Tekstslide

Vervangings - of totale weerstand? 

Slide 5 - Tekstslide

Serieschakeling

Slide 6 - Tekstslide

Serieschakeling

Slide 7 - Tekstslide

Totale weerstand serieschakeling

Slide 8 - Tekstslide

Vervangingsweerstand parallelschakeling

Slide 9 - Tekstslide

Parallelschakeling

Slide 10 - Tekstslide

Parallelschakeling

Slide 11 - Tekstslide

Vervangingsweerstand parallelschakeling

Slide 12 - Tekstslide

Gemengde schakelingen

Slide 13 - Tekstslide

Lange video vervangingsweerstand gemengde schakeling 

Slide 14 - Tekstslide

Korte video vervangingsweerstand gemengde schakeling 

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeld 1

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeeld 1a

Slide 17 - Tekstslide

Uitwerking voorbeeld 1a

Slide 18 - Tekstslide

Voorbeeld 1b

Slide 19 - Tekstslide

Uitwerking voorbeeld 1b

Slide 20 - Tekstslide

Voorbeeld 2

Slide 21 - Tekstslide

Voorbeeld 2

Slide 22 - Tekstslide

Uitwerking voorbeeld 2a 

Slide 23 - Tekstslide

Uitwerking voorbeeld 2a

Slide 24 - Tekstslide

Uitwerking voorbeeld 2b

Slide 25 - Tekstslide

Stroom en spanningsregels serie en parallel
De batterij heeft dus een spanning van 42 V.
De spanningsregel voor een parallelschakeling zegt dat U1,2 = U3,4 = 42V.
Je kunt nu de stroom door beide takken uitrekenen:

I(1,2) = U/R1,2 = 42 / 30 = 1,4 A
I(3,4) = U/R3,4 = 42 / 70 = 0,6 A

Samen is dit weer de 2 A van de hoofdstroom (stroomregel parallelschakeling)

De stroom door R1 = de stroom door R2 (stroomregel serie) en is dus 1,4 A.
De stroom door R3 = de stroom door R4 (stroomregel serie) en is dus 0,6 A.

Voor de spanningen over de weerstanden geldt nu:
U1 = I * R1 = 1,4 * 10 = 14 V
U2 = I *R2 = 1,4 * 20 = 28 V
Samen is dit weer 42 V dat klopt
met de spanningsregel van serie.
U3 = I * R3 = 0,6 * 30 = 18 V
 U4 = I *R4 = 0,6 * 40 = 24 V
 Samen is dit weer 42 V dat klopt
 met de spanningsregel van serie. 

Slide 26 - Tekstslide

Opdracht 3

Slide 27 - Tekstslide

Volgorde berekeningen
(klik op 1-2-3-4) 
1
2
3
4

Slide 28 - Tekstslide

Je kunt hier je uitwerking van opdracht 3 inleveren. Na inleveren kan je de getallenantwoorden opvragen.

Slide 29 - Open vraag

Uitwerking opdracht 3

Slide 30 - Tekstslide

Uitwerking opdracht 3

Slide 31 - Tekstslide

Uitwerking opdracht  3

Slide 32 - Tekstslide

Uitwerking opdracht 3 

Slide 33 - Tekstslide

Lever hier een foto van je aantekeningen / samenvatting van deze LessonUp in.

Slide 35 - Open vraag

Verwerkingsvragen
Dit is Huiswerk
In SOM vind je wanneer je dit precies moet af hebben
De groene vragen zijn optioneel
Let op! Berekeningen zijn verplicht!

Slide 36 - Tekstslide

7.1
Bereken de vervangingsweerstand van de schakeling hieronder. 
Rond je eindantwoord af op 1 decimaal.





Antwoord
7.1 Rv = 21,3 Ω


Slide 37 - Tekstslide

Vraag 7.1
Berekening verplicht

de vraag staat op de vorige slide

Slide 38 - Open vraag


7.2
Bereken de vervangingsweerstand van de schakeling hieronder. 
Rond je eindantwoord af op 1 decimaal.

Antwoord
7.2 Rv = 32,8 Ω

Slide 39 - Tekstslide

Vraag 7.2
Berekening verplicht
de vraag staat op de vorige slide

Slide 40 - Open vraag

7.3
Bereken de vervangingsweerstand van de schakeling hieronder. Rond af op 1 decimaal.








Antwoord
7.3 Rv = 26,2 Ω

Slide 41 - Tekstslide

Vraag 7.3
Berekening verplicht
de vraag staat op de vorige slide

Slide 42 - Open vraag

7.4
Zie de schakeling hieronder.
De bronspanning 1,25 V, de stroommeter geeft 250 mA aan.
a. Laat hiermee met een berekening zien dat de totale weerstand 5 Ω is.
b. Bereken de waarde van de onbekende weerstand R3. Rond je eindantwoord  af op 1 decimaal.




Antwoord
7.4 R3 = 11,3 Ω

Slide 43 - Tekstslide

Vraag 7.4
Berekening verplicht
de vraag staat op de vorige slide

Slide 44 - Open vraag

7.5
Zie de schakeling hiernaast. De spanningsbron geeft 12 V.
Er geldt: R1 = 40 Ω, R2 = 60 Ω en R3 = 16 Ω. Neem de tekening netjes over en zet de juiste gegevens op de juiste plekken
a. Bereken de vervangingsweerstand.
b. Bereken de stroom uit de batterij.
c. Bereken de spanning over weerstand R3. 
d. Bereken / bepaal de spanning over R1 en R2.
e. Bereken de stroom door R1 en R2 apart.
f. Laat zien de de stroom- en spanningsregels voor parallel- en serieschakelingen kloppen.  

Getallenantwoorden hiernaast.
Antwoorden

Slide 45 - Tekstslide

Vraag 7.5
Berekening verplicht
de vraag staat op de vorige slide

Slide 46 - Open vraag

7.6
Zie de schakeling hiernaast. De spanningsbron geeft 12 V.
Er geldt: R1 = 10 Ω, R2 = 20 Ω en R3 = 60Ω. Neem de tekening netjes over en zet de juiste gegevens op de juiste plekken
a. Bereken de vervangingsweerstand.
b. Bereken de stroom It uit de batterij.
c. Bereken de stroom I3 door weerstand R3.
d. Bereken / bepaal de stroom I1,2 door R1 en R2.
e. Bereken de spanning over R1 en R2 apart.
f. Laat zien de de stroom- en spanningsregels voor parallel- en serieschakelingen kloppen.

Getallenantwoorden hiernaast. 
Antwoorden

Slide 47 - Tekstslide

Vraag 7.6
Berekening verplicht
de vraag staat op de vorige slide

Slide 48 - Open vraag

Hieronder kun je je vragen en/of opmerkingen over de opgaven van deze LU kwijt.

Slide 49 - Open vraag